Ademhalingsmeting

Ademhaling is de uitwisseling van zuurstof en carbon dioxide. Tijdens interne ademhaling (weefselademhaling), zuurstof consumptie en carbon de productie van dioxyde vindt gelijktijdig plaats. Bij uitwendige ademhaling (pulmonale ademhaling), carbon kooldioxide wordt uitgeademd en zuurstof wordt opgenomen.

De ademhalingsfrequentie is afhankelijk van veel factoren, zoals leeftijd, lichaamsgrootte en gewicht. Daarnaast behoren de volgende factoren tot de beïnvloedende variabelen:

  • Geslacht
  • Houding (liggend, zittend, staand)
  • Lichamelijke activiteit
  • Ziekten
  • Psychologische factoren

Men kan de ademhalingsfrequentie als volgt bepalen:

  • Meting van de verandering in borst omtrek met behulp van een ademhaling riem tijdens het ademen.
  • Overname van de respiratoire synchrone amplitudemodulatie van de R-golf van het ECG (elektrocardiogram (ECG; registratie van de elektrische activiteiten van de hart- spier).
  • Bepaling van de ademhalingsfrequentie aan de hand van fluctuaties in de ademhalingsbloeddruk: de gemiddelde arteriële druk (MAD) daalt tot een minimum aan het begin van een inademing (inademing) en tot het maximum tijdens uitademing (uitademing); de ademhalingskromme wordt verkregen uit de temporele progressie

U kunt de ademhaling onderzoeken op frequentie, ritme en kwaliteit:

Ademhalingsfrequentie (bij volwassenen)

  • Bradypneu: <10 / min
  • Norm: 12-18 / min
  • Tachypneu:> 20 / min

Zie ook voor ademhalingsfrequentie onder longontsteking (longontsteking) / gevolgen / prognostische factoren.

Gemiddelde ademhalingsfrequentie bij:

  • Pasgeboren: 40-45 / min
  • Zuigeling: 35-40 / min
  • Peuter: 20-30 / min
  • Kind: 16-25 / min

Leeftijdsafhankelijke definitie van tachypneu (volgens de WHO-normen).

Patiënt leeftijd Ademhalingssnelheid (/ min)
Geboorte ca. 60
<2 maanden > 60
2-12 maand > 50
1-4 jaar > 40
> 4 jaar > 30

Opmerking: bij kinderen is tachypneu vaak het eerste teken van ademhalingsinsufficiëntie (verstoring van de externe ademhaling met als gevolg onvoldoende ventilatie van de longblaasjes).

Ademhalingsritme

  • Normaal
  • Onregelmatig

Ademhalingstype

Fysiologische

  • Abdominaal ademhaling (buikademhaling) of middenrifademhaling (middenrifademhaling) - rustige, regelmatige ademhaling zonder pauzes.
  • Ademen time ratio - inspiratie (inademing): expiratie (uitademing) = 1: 2.

Pathologisch

  • Biot-ademhaling - ademhalingspatroon met intermitterende (lat. Intermittere = onderbreken / onderbreken) pauzes; treedt op bij hersenaandoeningen, intracraniële drukverhoging, intracraniële bloeding (bloeding binnen de schedel​ parenchymateuze, subarachnoïdale, sub- en epidurale en supra- en infratentoriale bloeding) / intracerebrale bloeding (ICB; hersenbloeding), hersentumors en meningoencefalitis (gecombineerd ontsteking van de hersenen (encefalitis) en hersenvliezen (hersenvliesontsteking)) of meningitis (meningitis) op.
  • Cheyne-Stoke-ademhaling (synoniem: periodieke apneu) - bij aandoeningen van het ademhalingscentrum voorkomende vorm van ademhalingsstoornis, waarbij er periodieke opeenvolgingen zijn van diepe ademhalingen afgewisseld met afvlakkende ademhalingen; komt voor bij: onvoldoende cerebrale bloedtoevoer, dwz ischemie bij arteriosclerose, tot apoplexie (beroerte), verder bij intoxicaties (bijv. met koolmonoxide (CO))
  • Kussmaul-ademhaling - ademhalingsstoornis met zeer diepe ademhalingen, die optreedt in metabole acidose.
  • Ademhalingsbewegingen niet lateraal naar binnen longontsteking (longontsteking), pneumothorax (gas borst).
  • Gebruik van aanvullende ademhalingsspieren - bij kortademigheid (kortademigheid).
  • Veranderde verhouding van de ademhalingstijd - in obstructief long ziekte (bij deze ernstige pulmonale gasuitwisselingsstoornissen is de normale inademingsduur vaak niet voldoende).