Wanneer mogen bindweefselmassages niet worden uitgevoerd? | Bindweefselmassage

Wanneer mogen bindweefselmassages niet worden uitgevoerd?

In principe is de bindweefsel massage is vrij van bijwerkingen, maar moet bij bepaalde ziekten worden vermeden. Contra-indicaties of ziekten waarvoor men zijn behandelende arts dient te raadplegen alvorens een bindweefselmassage te gebruiken zijn

  • Acute ontstekingsprocessen
  • Hart-en vaatziekten
  • Ziekten bij kanker
  • Een acute astma-aanval
  • Met koorts gepaard gaande ziekten
  • Vaatziekten
  • Verhoogde neiging tot bloeden
  • Acuut letsel of open wonden

Therapie procedure

De behandeling duurt ongeveer 10-30 minuten en wordt twee tot drie keer per week uitgevoerd. Voor een grotere effectiviteit moeten de eerste behandelingen echter langer duren. Om het beste effect te bereiken, dient de patiënt na de behandeling 30 minuten rust te hebben.

In de regel is de bindweefsel massage begint met de zogenaamde kleine opbouw, in het gebied van het onderruggedeelte (heiligbeen). De massage eindigt in het gebied van de bovenrug. Zelfs als het gespannen gebied voornamelijk een specifiek gebied of orgaan treft, moet de behandeling altijd de hele rug omvatten, omdat de afzonderlijke orgaansystemen met elkaar zijn verbonden en elkaar dus kunnen beïnvloeden.

De massage wordt voornamelijk uitgevoerd door de ring en het midden vinger een beroerte en trektechniek. Het verwijst naar de huid, onderhuids weefsel en fasciaal weefsel. De therapeut kan verschillende technieken gebruiken.

Bij de “vlakke techniek” wordt het onderhuidse weefsel plat mee bewogen duimen en vingertoppen. De “huidtechniek” daarentegen heeft een meer oppervlakkig effect door in te werken op de oppervlakkige verschuivende laag van de huid. De "subcutane techniek" vereist een sterkere trekkracht.

De techniek is het meest effectief naarmate de toegepaste spanning hoger is. Ten slotte is er de “fascia-techniek” (fascia = dikke laag van bindweefsel omliggende spieren of hele lichaamsdelen), waarbij de therapeut met de vingertoppen aan de randen van de fascia vasthaakt. Vergeleken met de andere technieken als geheel, zit de sterkste aantrekkingskracht in de fascia-techniek.

Geschiedenis van bindweefselmassage

De bindweefselmassage werd in 1929 bij toeval ontdekt en ontwikkeld door de Duitse fysiotherapeut Elisabeth Dicke (1884-1952). Door pijnlijke delen van het bekken te behandelen, ontdekte ze per ongeluk op haar eigen lichaam dat de behandeling effect had op de bloed bloedsomloop in haar benen naast lokaal pijn Verlichting. Haar gelijk been leed op dat moment aan een stoornis in de bloedsomloop en zou waarschijnlijk binnenkort moeten worden geamputeerd.

Na drie maanden behandeling verdwenen de symptomen echter volledig. Overtuigd van haar succes, testte ze haar nieuwe bevindingen op haar patiënt en bereikte vergelijkbare resultaten. Samen met de fysiotherapeut en dokter Hede Teirich-Leube (1903-1979) ontwikkelde Elisabeth Dicke haar techniek verder.

De effectiviteit van de bindweefselmassage werd klinisch onderzocht aan de Universiteit van Freiburg. Ten slotte publiceerden de twee fysiotherapeuten een boek over hun gezamenlijke werk. Deze nieuwe methode verspreidde zich vanaf 1950 relatief snel en wordt sindsdien gebruikt door fysiotherapeuten en artsen.