Vaccinatie | Rodehond

Vaccinatie

De vaccinatieadviezen in Duitsland zijn gebaseerd op het Permanent Comité voor vaccinatie STIKO. Deze commissie beveelt aan: Since rodehond is een typische jeugd ziekte, de vroege keuze van vaccinatie is niet verrassend. De tweede vaccinatie is niet bedoeld als opfriscursus.

Na de eerste vaccinatie heeft ongeveer 90-95% van de gevaccineerden voldoende bescherming tegen rodehondHet resterende percentage, dat na de eerste vaccinatie onvoldoende bescherming heeft gekregen, moet bij de tweede vaccinatie worden bereikt. De tweede vaccinatie is dus bedoeld om mogelijke vaccinatiefouten te compenseren. Een opfriscursus na enkele jaren zoals bekend van andere vaccinaties is bij de rodehond vaccinatie.

Als de vaccinatie tegen rodehond werd gemist jeugd, het kan en moet worden herhaald op volwassen leeftijd. Deze aanbeveling geldt voor alle volwassenen met een onduidelijke vaccinatiestatus, met geen of slechts één van de twee vaccinaties. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten bijzondere aandacht besteden aan voldoende bescherming tegen rubella, als infectie tijdens zwangerschap kan ernstige gevolgen hebben voor het ongeboren kind.

Volwassenen kunnen net als kinderen ziek worden van rubella en zo hun omgeving in gevaar brengen. Vooral ongevaccineerde kinderen en zwangere vrouwen worden hierdoor bedreigd. Zelfs als een volwassene een vermeende rubella-infectie heeft gehad in jeugdmoet een boostervaccinatie worden gegeven.

Omdat rubella niet altijd duidelijk van andere kan worden onderscheiden kinderziekten, is het niet mogelijk om met absolute zekerheid te zeggen wie er werkelijk rodehond heeft gehad. In sommige gevallen, zelfs in het geval van een echte rubella-infectie, lijkt een nieuwe infectie op een later tijdstip mogelijk. Helaas is er geen mogelijkheid om de vaccinatie tijdens de zwangerschap.

Het rubellavaccin is een zogenaamd levend vaccin en mag tijdens een bestaand vaccin niet worden geïnjecteerd zwangerschap​ Zo'n vaccinatie verhoogt het risico op misvormingen bij het ongeboren kind. Niet-gevaccineerde zwangere vrouwen moeten daarom gemeenschappelijke voorzieningen of evenementen met een groot aantal kinderen, die mogelijk een infectierisico opleveren, vermijden.

De vaccinatie tegen rodehond kan alleen tijdens de borstvoeding worden ingehaald.

  • Om de eerste vaccinatie tegen rodehond al in de eerste 11 tot 14 levensmaanden uit te voeren.
  • De tweede vaccinatie tegen rodehond moet dan volgen in het tweede levensjaar tussen de 15e en 23e levensmaand.

Het rubella-vaccin is een levend vaccin. Het is gemaakt van verzwakte rubella virussen.

Meestal is de eerste vaccinatie een combinatie van mazelen en de bof als BMR-vaccinatie. De naam van dit combinatievaccin heeft een andere naam, afhankelijk van de fabrikant. Drie typische voorbeelden zijn MM-RVAXPRO®, MMR-Priorix® of simpelweg Priorix®.

De prijs voor het Priorix®-vaccin is ongeveer 30 €. De vaccinatie door de arts wordt dan opnieuw apart in rekening gebracht. Bij de tweede vaccinatie het vaccin tegen waterpokken (varicella) wordt toegevoegd als MMRV-vaccinatie.

Deze vaccinatie heet dan bijvoorbeeld Priorix Tetra®. De kosten hiervoor bedragen ongeveer 70 €. Met één spuit beschermt u zich tegen meerdere ziektes.

Aangezien de rubellavaccinatie de STIKO-aanbeveling volgt, worden de kosten van de vaccinatie gedekt door het volksgezondheid verzekeringsmaatschappij in bijna alle gevallen. Indien iemand door zijn beroep wordt blootgesteld aan een verhoogd risico op rubella-infectie, moet de werkgever de kosten van de vaccinatie dragen volgens de ArbMedVV. Hieronder vallen bijvoorbeeld instellingen voor onderzoek, therapie en zorg voor kinderen, maar ook onderzoeksinstellingen en laboratoria met de mogelijkheid van contact met geïnfecteerde monsters.

Vooral bij zwangere vrouwen speelt de titerbepaling voor rubella een belangrijke rol: bescherming kan worden aangenomen als de titer hoger is dan 1:32. In dit geval bepaalde IgG antilichamen tegen rubella worden bepaald in de bloed, waardoor een verklaring over de immuunsysteem​ Als de titer te laag is, bestaat de mogelijkheid van passieve immunisatie tot de 18e week van zwangerschap binnen vijf (beter drie) dagen na contact met rubella.

Passieve immunisatie betekent dat IgG antilichamen van buitenaf aan het lichaam worden toegevoerd en dat het deze niet zelf hoeft aan te maken (zoals bij actieve immunisatie het geval zou zijn). Passieve immunisatie verzwakt en, in het beste geval, de overdracht op het kind volledig onmogelijk. Helaas is het niet meer mogelijk om de vaccinatie tegen rubella op het moment van zwangerschap. Vanwege de levende vaccinatie er is een risico op misvormingen.

  • Een hoge titer spreekt daarbij voor voldoende bescherming van het ongeboren kind tijdens de zwangerschap.
  • Bij een lage titer bestaat er gevaar voor het ongeboren kind als de moeder ziek wordt van rubella.