Therapie | Pneumothorax

Therapie

Een kleine pneumothorax kan in eerste instantie worden waargenomen en de spontane regressie kan worden versneld, mogelijk door nasale oxygenatie. Een symptomatisch pneumothorax, dat wil zeggen een pneumothorax dat veroorzaakt volksgezondheid problemen voor de getroffen persoon kunnen worden behandeld door de lucht door een buis te zuigen. Deze methode wordt genoemd thoracale drainage met afzuiging.

Als er geen volledige regressie is of als de ziekte terugkeert, wordt een deel van de long in uitzonderlijke gevallen kan weefsel worden verwijderd (pleurectomie). De eerste stap is om een ​​geschikte plaats op de patiënt te selecteren borst. Er zijn in wezen twee locaties voor de toepassing van een thoracale drainage.

Een daarvan bevindt zich in het gebied van de middelste laterale thorax tussen de 4e en 5e rib. De hier ingevoerde afwatering wordt dan een Bülau-afwatering genoemd. De tweede optie heet Monaldi-drainage en wordt in de bovenste middelste thorax tussen de 2e en 3e geplaatst ribben.

Voordat de drainage wordt aangebracht, die in zijn functie secreties kan afvoeren of bloed en lucht wordt een plaatselijke verdoving toegediend. Vervolgens wordt een kleine huidincisie gemaakt met een scalpel en wordt de bovenrand van de onderste ribbe voorbereid met een schaar of tang. Dit vindt plaats totdat de overeenkomstige ruimte, de zogenaamde pleurale opening, is bereikt.

Deze ruimte ligt grofweg tussen de borst en de longen. Nadat de drainage is geplaatst, wordt deze met een huidhechting en een gips is toegepast. De afwatering wordt vervolgens aangesloten op een gesloten systeem bestaande uit een waterslot en een secretiecontainer die onder afzuiging wordt geplaatst.

De juiste pasvorm en het therapeutische effect van de thoracale drainage worden vervolgens gecontroleerd door een Röntgenstraal. De beslissing om een ​​thoracale drainage te verwijderen wordt door de behandelende arts genomen na enkele dagen observatie. Er worden herhaaldelijk testfasen uitgevoerd waarin de zuigkracht wordt aangepast aan de afvoer.

Daarna een Röntgenstraal wordt genomen om te zien of er nieuwe lucht of vochtophoping in de pleurale opening is. Is dit niet het geval, dan kan de afvoer worden verwijderd. Dit wordt gedaan door aan de buis te zuigen en te trekken.

Het bestaande gaatje in de huid wordt dan afgedekt met een steriel kompres en in eerste instantie ook gecomprimeerd met een verband. De afwatering is toegepast om een ​​bepaalde indicatie, een reden. Zodra deze reden is weggenomen of de triggerende factoren zijn geminimaliseerd, kan worden overwogen de drainage te verwijderen.

Het verschilt dus van geval tot geval hoe lang een thoracale drainage op zijn plaats moet blijven. Na zorgvuldige afweging beslist het medisch team in het ziekenhuis dan samen. Bij afbraak kan worden gezegd dat de drainage wordt getrokken als er geen verdere ophoping van lucht of vocht in de pleurale opening is. Dit is meestal het geval na een paar dagen.

Echter, een borst buis kan ook enkele weken op zijn plaats blijven. Chirurgische therapie moet worden overwogen in geval van herhaalde klachten die verband houden met een pneumothorax. Zelfs bewezen zwakke punten in de long weefsel, bekend als ‘bulla’ (blaas) in technisch jargon, operatief gerepareerd moeten worden.

Dit zijn dunne, omgekeerde blaren die spontaan kunnen barsten. Het scenario van een spanningspneumothorax vereist ook een chirurgische behandeling. Als de therapie met thoracale drainage onvoldoende is en er blijven luchtlekken optreden, moet ook een operatie worden overwogen.

In het geval van ribfracturen, die pneumothorax veroorzaken door splinters of breuk fragmenten, moet een operatie worden overwogen om het probleem op te lossen. Bij chirurgie in het algemeen is er sprake van overstitching van potentiële lekkageplaatsen of resectie van kleinere delen van de long. Daarnaast kan een zogenaamde pleurodese helpen om te voorkomen dat de long instort. In deze procedure worden de long en riep zijn aan elkaar gelijmd. Deze twee huiden vormen de buitenste grens van de pleurale opening, die tussen de binnenste thorax en de long ligt.