Therapie | Ontsteking van het ruggenmerg

Therapie

If spinal cord Als er een ontsteking is vastgesteld, moet de therapie onmiddellijk worden gestart. Vooral de zogenaamde corticosteroïden, dwz geneesmiddelen die ontstekingsremmend werken, vormen de focus van de therapie voor acute spinal cord ontsteking. Afhankelijk van de oorzaak van het optreden van de ontsteking van het ruggenmerg kon worden gevonden, worden andere medicijnen toegevoegd.

Als de infectiologische oorzaak bijvoorbeeld wordt bevestigd, kan antivirale medicatie worden gebruikt, of antibiotica kan worden gebruikt in het geval van een bacteriële infectie. Een andere mogelijkheid, die vooral wordt gebruikt bij ontstekingen waarbij het vermoeden bestaat dat een auto-immuunreactie verantwoordelijk is voor de ziekte, is de zogenaamde plasma-uitwisseling (plasmaferese). bloed plasma wordt gescheiden van het resterende bloed en vers donorplasma wordt toegevoegd. Deze procedure is bedoeld om de defecte cellen van de immuunsysteem en zo de resulterende ontsteking behandelen.

Het gebruik van cortisone is aan te raden voor bijna alle soorten spinal cord ontsteking. glucocorticoïden (bv cortisone) zijn zelfs het voorkeursgeneesmiddel voor de behandeling, aangezien ontsteking van het ruggenmerg (myelitis) ofwel wordt veroorzaakt door overactiviteit van de immuunsysteem gericht tegen het ruggenmerg of door een virale of bacteriële infectie. cortisone remt de ontstekingen sterk en onderdrukt de lichaamseigen immuunsysteem op de plaatselijk aangebrachte plaats (immunosuppressief effect).

Het regelt het metabolisme van de ontstekingscellen en remt zo het ontstekingsproces. In tegenstelling tot andere ontstekingsremmende geneesmiddelen, werkt cortison zeer snel en zeer sterk. In het geval van een allergische genese van de ontsteking kan bijvoorbeeld binnen enkele minuten een effect worden bereikt door intraveneuze toediening.

Alleen bij infectiologische oorzaken van ruggenmergontsteking moet de toepassing met cortison worden afgewogen. Als een onmiddellijke, pathogeen-gerelateerde infectie de oorzaak is van de ontsteking, kan behandeling met cortisone de genezing vertragen, omdat het immuunsysteem het vermogen verliest om de pathogenen zelf te bestrijden. In deze gevallen hebben antibacteriële of antivirale middelen de voorkeur.

De glucocorticoïden kan ofwel intraveneus worden toegediend, dwz via de ader (vaak in ernstige acute gevallen), of oraal als tabletten. In principe mag niet worden vergeten dat behandeling met cortisone een symptomatische therapie is. Cortison valt de werkelijke oorzaak van de ontsteking niet aan, maar onderdrukt deze alleen. In het geval van een ontsteking zonder aanwijsbare oorzaak kan cortison om onbekende redenen de ontsteking op lange termijn genezen