Therapie | Aortaklepstenose

Therapie

De therapie van aortaklep stenose hangt af van de ernst van de ziekte, de symptomen die optreden en eventuele bijkomende ziekten en de algemene voorwaarde. Terwijl in mild tot matig aortaklep stenose zonder symptomen er is controversiële discussie of chirurgische vervanging van de aortaklep gerechtvaardigd is, chirurgische procedures voor de vervanging van de aortaklep bij matige tot ernstige en ook bij kritische aortaklepstenose worden aanbevolen. Chirurgische ingrepen worden ook uitgevoerd bij relatief oude patiënten, aangezien is aangetoond dat de kwaliteit van leven aanzienlijk kan worden verbeterd door klepvervanging, zelfs bij zeer oude patiënten.

Aortaklep vervanging kan worden uitgevoerd met zowel kunstmatige als biologische (varkens) aortakleppen. Nieuwe chirurgische technieken maken het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om de nieuwe aortaklep minimaal invasief in te brengen met behulp van een katheter via deze kijkgattechniek. Medicamenteuze therapie wordt alleen aanbevolen als chirurgische behandeling om bepaalde redenen niet mogelijk is.

Medicamenteuze therapie voor de succesvolle behandeling van aortaklepstenose bestaat momenteel niet en is volgens de huidige stand van het onderzoek niet effectief. Studies hebben aangetoond dat de progressie van de ziekte niet kan worden vertraagd door medicamenteuze behandeling. Het belangrijkste is dat risicofactoren worden geminimaliseerd en mogelijk een levensstijlverandering wordt doorgevoerd.

Vanwege de late diagnose is chirurgische therapie voor de meeste patiënten echter de enige manier om de ziekte met succes te behandelen. Een uitzondering zijn patiënten die, vanwege andere risicofactoren of bijkomende ziekten, geen aortaklepvervanging kunnen krijgen of moeten wachten op een operatie. Hier drugs zoals diuretica, ACE-remmers, digoxine, of zogenaamde "Sartane" kan worden gebruikt.

Deze medicijnen zijn over het algemeen bedoeld om de pompfunctie van de hart-. Om het succes van de therapie niet in gevaar te brengen, moeten in deze gevallen regelmatig controles plaatsvinden. Volgens de huidige stand van het onderzoek is chirurgische ingreep de enige manier om succesvol te behandelen aortaklepstenose.

Afhankelijk van voorwaarde van de patiënt en de omstandigheden van het ziekenhuis kunnen verschillende chirurgische ingrepen worden overwogen. Patiënten van wie kan worden verwacht dat ze een operatie ondergaan vanwege mogelijke bijkomende ziekten en hun algemene aandoeningen voorwaarde worden behandeld door middel van open chirurgie. Bij deze open operatie wordt de oude aortaklep verwijderd en ofwel een kunstmatige of een biologische hart- klep is in het hart genaaid.

Het is ook mogelijk om de hart- klep met behulp van een katheter. Bij deze procedure, ook wel TAVI (transcatheter aortaklep implantatie) genoemd, wordt de nieuwe biologische hartklep door een slagader in de lies naar de aortaklep met behulp van een katheter en op dit punt wordt het in de oude, vernauwde klep gedrukt. Momenteel wordt deze procedure alleen uitgevoerd bij patiënten voor wie open chirurgie te riskant zou zijn.

Bij een operatie aan aortaklepstenose wordt de klep vervangen door een prothese. Dit wordt vooral aangegeven bij symptomen hartfalen, optreden. Echter, ook als er geen symptomen aanwezig zijn, maar er is een drukverschil van meer dan 50 mmHg tussen de linker hartkamer en de aorta.

Omdat hier ook levensbedreigende aritmieën kunnen voorkomen. Dit onderwerp is wellicht ook interessant voor u: Kunstmatige hartkleppen Een alternatief voor chirurgie is een zogenaamde TAVI (Transapical Valve Implantation). Bij deze procedure wordt de vervangende klep opgevouwen en via een katheter door de lies ingebracht.

Zodra de oude aortaklep is aangekomen, wordt deze met een ballon uitgezet en wordt de nieuwe klep op zijn plaats gedrukt. Deze procedure is veel zachter dan een operatie, omdat de borst hoeft niet te worden geopend en het hart hoeft niet te worden gestopt. Omdat het een relatief nieuwe methode van aortaklepvervanging is, is er nog niet zo veel langdurige ervaring als met chirurgie.

Studies naar de duurzaamheid van de nieuwste generatie kleppen zijn ook nog in behandeling, zodat er geen definitieve uitspraak kan worden gedaan. De laatste geldige richtlijn, die onder meer handelt over de behandeling en diagnose van aortaklepstenose, is geschreven door de 'European Society of Cardiologie“. In het kader van de nieuwe methoden voor chirurgische aortaklepvervanging hebben veel experts te maken gehad met deze nieuwe richtlijn, die in 2012 is gepubliceerd.

De belangrijkste componenten van de richtlijnen zijn de indicaties waarvoor chirurgische ingreep of conservatieve therapie wordt aanbevolen, de algemene voorwaarden die moeten worden gegeven voor de uitvoering van de chirurgische ingrepen en contra-indicaties waarvoor de betreffende therapie niet mag worden uitgevoerd. De richtlijn geeft ook een overzicht van de studieresultaten van individuele therapiemogelijkheden. Terwijl in Duitsland bij de indicatie voor chirurgische ingrepen rekening wordt gehouden met de richtlijn, kunnen individuele afwijkingen noodzakelijk zijn. Sinds de publicatie van de richtlijn is het uitvoeren van een TAVI (transkatheter aortaklep implantatie) echter alleen mogelijk in bepaalde ziekenhuizen die hiervoor zijn uitgerust.