Taken van de dunne darmsecties | Taken van de dunne darm

Taken van de dunne darmsecties

De meeste koolhydraatvertering vindt plaats in de twaalfvingerige darm en jejunum. Enzymen in de penseelrand complexer afbreken koolhydraten, die vervolgens als enkelvoudige suikers (monosacchariden) worden opgenomen via transporteurs in de dunne darm cellen. Ook hier vindt de vertering van vetten (lipiden) en de opname van lipidesplitsingsproducten plaats met behulp van enzymen uit de afscheiding van de alvleesklier.

IJzer wordt ook opgenomen in de twaalfvingerige darm. De vertering van eiwitten vindt ook voornamelijk plaats in de twaalfvingerige darm en lege darm. Ten eerste zeker enzymen (zogenaamde oligopeptidasen) splitsen de eiwitten in hun componenten, en dan worden deze (kleinere eiwitten of peptiden en aminozuren) opgenomen in de cellen van de slijmvlies (enterocyten).

In het ileum vindt de opname van vitamine C en vitamine B12 plaats met behulp van de zogenaamde intrinsieke factor, die wordt aangemaakt in de maag. Onder andere vitamine B12 speelt hierin een belangrijke rol bloed vorming, waardoor schade in het ileum vaak gepaard gaat met bloedarmoede. Omdat de pH-waarde in de twaalfvingerige darm bijna neutraal is, kan het enzym pepsine, dat actief is in het zure maagsap, niet meer verteren en afbreken eiwitten.

Zo wordt de eiwitvertering in de twaalfvingerige darm voorlopig gestopt. Nu komt het pancreassap de twaalfvingerige darm binnen. De enzymen trypsine en chymotrypsine uit het pancreassap worden geactiveerd in de alkalische omgeving van de twaalfvingerige darm en zetten de eiwitvertering voort.

De peptiden (gemalen eiwitten) die het resultaat zijn van de splitsing worden vervolgens weer gesplitst door andere enzymen (peptidasen) die zich in de microvilli van de dunne darm bevinden. slijmvlies tot kleinere peptiden (di en tripeptiden). Deze kleine eiwiteenheden kunnen vervolgens via verschillende moleculaire absorptiemechanismen in de oppervlakkige darmcellen (enterocyten) worden opgenomen. Verschillende enzymen nemen deel aan de splitsing van de verschillende suikers (koolhydraten) die mensen consumeren. Koolhydraatvertering begint in de mondholte, waarbij ptyalin (een a-amylase) het zetmeel al afbreekt tot maltose (maltose) en andere polysacchariden (oligisacchariden).

In het dunne darmbreken de enzymen lactase, sucrase en maltase de suikers vervolgens af in hun samenstellende delen glucose, galactose, mannose en fructose. Deze suikercomponenten worden vervolgens opgenomen door de dunne darm cellen (enterocyten) via verschillende moleculaire mechanismen. Onder invloed van het enzym lipase oppompen van de alvleesklierworden de triglyceriden (neutrale vetten) gesplitst in glycerol en vrije vetzuren.

De gal zuren gevormd in de lever neem deze componenten op in een structuur die de micel wordt genoemd. In de micellen kunnen deze vetoplosbare stoffen de darmcellen passeren waar ze worden opgenomen in een eiwit-vetmolecuul (chylomicron). De vitaminen, die vetoplosbaar zijn, worden samen met andere vetten in de bovengenoemde micellen door de darmwand geleid. De in water oplosbare vitaminen passief diffunderen door de darmwand. Een speciale uitzondering is vitamine B-12, dat een complex vormt met de intrinsieke factor die wordt gevormd in de maag en kan alleen via deze verbinding in het ileum worden opgenomen.