Peri-implantitis

Ontsteking van het tandheelkundig implantaat is een zogenaamde "peri-implantitis", waarbij 2 verschillende typen kunnen worden beschreven. Enerzijds is er de zogenaamde peri-implantaire mucositis, waarbij de ontsteking beperkt blijft tot de slijmvlies rondom het implantaat. Aan de andere kant wordt peri-implantitis beschreven, die zich heeft verspreid naar de benige implantaatplaats. Peri-implantitis wordt altijd voorafgegaan door peri-implantaire mucositis. In het ergste geval kan peri-implantitis leiden tot implantaatverlies en daarom is een adequate behandeling in een vroeg stadium vereist.

Oorzaken / risicofactoren

Bij peri-implantitis wordt onderscheid gemaakt tussen lokale en systemische risicofactoren. Lokale risicofactoren zijn oorzaken die het implantaat zelf beïnvloeden. Systemische risicofactoren zijn echter oorzaken die de patiënt treffen.

Over het algemeen staat een tandheelkundig implantaat in nauw contact met de intraorale omgeving en dus met de bacteriën in die omgeving. Een firma, bindweefsel, peri-implantaatafdichting aan de mondholte moet worden gezorgd om bacteriële kolonisatie in dit gebied te voorkomen. In het gebied waar het implantaat door het tandvlees of het slijmvlies heen breekt, wordt een zogenaamde sulcus gevormd.

Dit is waar gedenkplaat en bacteriën zich ophopen en, als het implantaat niet goed wordt schoongemaakt of als bepaalde risicofactoren aanwezig zijn, kan dit leiden tot ontsteking en, in het ergste geval, tot verlies van het implantaat. De belangrijkste oorzaak is de afwezigheid van de zogenaamde "verhoornde gingiva". Dit is een deel van de tandvlees dat zit vast aan het bot.

Bij het plaatsen van het implantaat is het belangrijk dat dit gebied minimaal 2 mm breed is zodat het implantaat kan genezen. De tandarts moet er daarom voor zorgen dat deze breedte tijdens de planning wordt opgegeven, anders moet het tandvlees op dit punt vóór implantatie operatief worden verwijd. Daarnaast kan een vaste prothese een plaatselijk risico opleveren, evenals cementresten.

Cementresten kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn van eerder ingebrachte materialen kunstgebit. Ze blijven in de mondholte en uiteindelijk ontstekingen bevorderen. Bovendien opgelost kunstgebit kunnen een plaatselijk risico vormen, evenals cementresten.

Cementresten kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn van eerder ingebrachte materialen kunstgebit. Ze blijven in de mondholte en uiteindelijk ontstekingen bevorderen. Er zijn verschillende oorzaken van ontstekingen bij het tandheelkundig implantaat dat kan worden toegeschreven aan de patiënt.

Het belangrijkste voorbeeld is een gebrek aan mondhygiëne. De patiënt dient regelmatig gebit te verzorgen en vooral het implantaat met speciale interdentale borstels te reinigen. Anderzijds, roken moet hier worden vermeld, aangezien tabaksgebruik als de grootste risicofactor wordt beschouwd. Bovendien kunnen patiënten met algemene ziekten zoals suikerziekte mellitus worden in toenemende mate gediagnosticeerd met peri-implantitis, evenals patiënten met reeds bestaande parodontitis. Andere risicofactoren zijn:

  • Geneesmiddelen (bijv. Immunosuppressiva),
  • Hormonale veranderingen,
  • Onregelmatige tandheelkundige controles