Osteomyelitis bij kinderen | Osteomyelitis

Osteomyelitis bij kinderen

Acuut hematogeen osteomyelitis is een typische ziekte bij kinderen, vooral tussen de 3 en 15 jaar. Osteomyelitis in de kindertijd of jeugd komt meestal voor in het gebied van de long botten van de dij (femorale metafyse). De ziekte verspreidt zich onder het periosteum (subperiosteum) en kan zich verspreiden in het beenmerg of via vasculaire verbindingen in het aangrenzende gewricht.

Het leidt tot acute symptomen bij koorts, rillingen, ernstig lokaal pijn, zwelling, roodheid, oververhitting en verlichtende houdingen. Als ziekteverwekkers van osteomyelitis in jeugd, zogenaamde gram-positieve pathogenen (bijv Staphylococcus aureus, Groep A streptokokken) staan ​​op de voorgrond. De gerichte pathogeengevoelige antibioticatherapie van de ziekte is ook op deze pathogenen gebaseerd.

In principe moet hematogene osteomyelitis worden overwogen bij zuigelingen met pijn in de ledematen, roodheid en zwelling, en in het algemeen slecht voorwaarde. Als osteomyelitis wordt vermoed bij zuigelingen of kinderen, moet de ziekte van osteomyelitis worden gediagnosticeerd of uitgesloten door middel van beeldvorming (Röntgenstraal, ultrageluid, magnetische resonantie beeldvorming) na een klinisch onderzoek. In het algemeen is voorzichtigheid geboden bij algemene infecties, aangezien hematogene endogene osteomyelitis optreedt na algemene infecties.

Een typisch voorbeeld van de ontwikkeling van endogene hematogene osteomyelitis in de kindertijd is infectie van de navelstrengAls de bovengenoemde symptomen bijvoorbeeld optreden tijdens osteomyelitisonderzoeken, kan worden aangenomen dat het bot acuut ontstoken is. De ziekte kan ook worden opgespoord in de bloed. Typerend voor ontstekingen in het lichaam is een toename van de witconcentratie bloed cellen (= leukocyten; leukocytose), evenals een significant verhoogde bloedbezinkingssnelheid (= BSG).

Deze diagnose van osteomyelitis is alleen van belang bij een acute vorm, aangezien bij chronische osteomyelitis beide waarden slechts een matige stijging laten zien. Bij acute osteomyelitis kan de ziekteverwekker ook tijdens de diagnostische procedure worden opgespoord door middel van een bloed cultuur of prik van het ontstoken bot. Dit levert dan ook belangrijke informatie op over de therapeutische maatregelen die tijdens een antibioticabehandeling genomen moeten worden.

Antibiose moet pathogeenspecifiek zijn om effectief te zijn. Osteomyelitis wordt meestal pas zichtbaar in een vergevorderd stadium van de ziekte. Botveranderingen zijn meestal pas twee tot drie weken na het begin van de ziekte zichtbaar.

Dan echter zichtbare veranderingen (cf. Röntgenstraal) in de vorm van verkalking (= ossificaties), lichtere plekken en / of loslaten van periosteum van het bot worden duidelijk. Als de osteomyelitis chronisch is, bloedvat afsluiting kan leiden tot een verminderde bloedtoevoer naar het bot, wat zelfs kan leiden tot een botinfarct.

Het gevolg van een botinfarct is de dood van bepaalde botdelen, die dan als restlichamen (= sekwestreerders) in het besmette gebied achterblijven. Dit is te herkennen aan een lichtgekleurde rand in Röntgenstraal diagnostiek, aangezien dood botweefsel meestal wordt beantwoord door de vorming van nieuw botweefsel. De lichtgekleurde rand is dus bindweefsel.

Bovendien kan osteomyelitis worden vastgesteld door middel van echografie (= ultrageluid examen). Aan de positieve kant moet worden vermeld dat bijvoorbeeld het loslaten van het periosteum van het bot, dat wordt veroorzaakt door de vorming van abcessen, eerder te zien is dan op de röntgenfoto. Als een verdere diagnostische maat voor osteomyelitis, het zogenaamde skelet scintigrafie kan worden gebruikt. Deze diagnostische methode maakt gebruik van zeer zwakke radioactieve preparaten (= radiofarmaca) om ontstekingsprocessen op te sporen. -> Ga verder met het onderwerp therapie tegen osteomyelitis