Leucine als voedingssupplement - Voor wie is het geschikt? | Leucine

Leucine als voedingssupplement - Voor wie is het geschikt?

Om voor leucine om als voedingsmiddel een therapeutisch effect te hebben aanvullenis een dagelijkse inname van minimaal 1000 mg noodzakelijk. Door zijn bijzondere eigenschappen leucine kan positieve effecten hebben op diverse klachten en klinische beelden, maar ook op spieropbouw en uithoudingsvermogen sport. Voor de volgende groepen mensen, leucine een aanvullen is daarom zeker als nuttig te beschouwen: Diabetes atleten Obesitas patiënten ter ondersteuning van een dieet Depressies Uitputting Spierverlies Globaal genomen moet de individuele behoefte aan leucine en de vraag of suppletie noodzakelijk is altijd per geval en bij voorkeur in overleg met een arts worden bepaald.

  • Diabetes
  • atleten
  • Adipositaspatiënten ter ondersteuning van een dieet
  • Depressies
  • Staten van uitputting
  • Spierverlies

Leucine wordt door veel sporters gebruikt op het gebied van spieropbouw. Door zijn bijzondere eigenschappen heeft het aminozuur een positieve invloed op de eiwitbiosynthese en voorkomt zo bijvoorbeeld de afbraak van eiwitten in het lichaam na lichamelijke inspanning, wat leidt tot het behoud van de spieren en resulteert in een verhoogd eiwit evenwicht. Leucine behoort tot de ketogene aminozuren, wat betekent dat er een ketonlichaam wordt gevormd wanneer het aminozuur wordt afgebroken.

Daarentegen zijn de niet-ketogene aminozuren betrokken bij de nieuwe vorming van glucose. Leucine remt de afbraak van glucose in het lichaam tijdens training en heeft daarmee een positief effect op de lichaamseigen energieproductie, zodat bij voldoende aanvoer van leucine een blijvende prestatieverhoging het gevolg is. Door dit werkingsmechanisme voorkomt leucine ook de afgifte van andere aminozuren die anders zouden worden gebruikt voor gluconeogenese, de nieuwe vorming van glucose en dus voor de productie van energie.

Door deze werking voorkomt leucine spierkatabolisme, de afbraak van spiermassa. Een ander effect van leucine is het stimuleren van insuline afscheiding. Als de eigen leucineconcentratie van het lichaam toeneemt, de alvleesklier geheim insuline in grotere hoeveelheden. Onder andere, insuline dient het lichaam om aminozuren en glucose naar de lichaamscellen te transporteren.

Leucine maakt dan meer aminozuren beschikbaar aan de spiercellen, met name voor spieropbouw. Tegelijkertijd heeft leucine ook effect op de cortisolspiegel. Dit wordt verlaagd door het aminozuur, dat ook spierafbraak tegengaat.

Zoals gezegd heeft leucine ook invloed op het vrijkomen van groei hormonen. in jeugd en adolescentie zorgen deze voor lengte en botgroei, maar op volwassen leeftijd bevorderen ze de spiergroei, aangezien ze een positief effect hebben op de relatie tussen spierweefsel en vetcellen. Hierdoor is leucine ook bijzonder geschikt tijdens een dieet of definitiefase. Het is bewezen dat het aminozuur de basische energiestofwisseling verhoogt. Samenvattend speelt leucine een speciale rol bij spiergroei, omdat het niet alleen zorgt voor het behoud van spiermassa, maar ook voor meer energie voor training en betere prestaties.