Kosten die worden gedekt door een zorgverzekering | INR

Kosten die worden gedekt door een zorgverzekering

De volksgezondheid de verzekering vergoedt onder voorwaarden het zogenaamde stollingszelfmanagement. De bloed-verdunnende medicatie moet meestal levenslang worden ingenomen. De belangrijkste indicatie is de aanwezigheid van een kunstmatig hart- klep, die permanent maakt bloed verdunning noodzakelijk.

Voor andere ziekten, zoals boezemfibrillerenmoeten andere factoren van toepassing zijn om goedkeuring voor zelfmeting te krijgen. Dergelijke factoren zijn bijvoorbeeld het optreden van complicaties bij de vorige INR instelling of moeilijkheden van de patiënt om de spreekkamer regelmatig te bezoeken vanwege de behoefte aan zorg of een lange weg naar de spreekkamer. Zelfs als het permanent is bloed verdunning bij kinderen is noodzakelijk, een INR meetapparaat kan worden goedgekeurd door de volksgezondheid verzekeringsbedrijf. De eisen worden echter altijd individueel beoordeeld door de volksgezondheid verzekeringsbedrijf.

Oorzaken voor een lage INR-waarde

De oorzaken van INR waarden die te laag zijn tijdens therapie met a bloedverdunner zoals Falithrom zijn voornamelijk onjuiste voeding en interacties met andere medicijnen. Het medicijn Marcumar® is een van de vitamine K-antagonisten, dwz het remt de werking van vitamine K. Sommige componenten van het bloedstollingssysteem hebben echter vitamine K nodig om te functioneren. Als er niet genoeg vitamine K beschikbaar is, wordt de bloedingstijd verlengd.

Als er bijvoorbeeld veel vitamine K bij de voeding wordt geleverd, heeft dit het tegenovergestelde effect. De bloedstolling wordt weer in werking gesteld. Patiënten die Marcumar® gebruiken, moeten daarom ongeveer weten in welke voeding bijzonder veel vitamine K zit en deze alleen in hoeveelheden. Sommige soorten kool en spinazie behoren tot de voedingsmiddelen die vitamine K bevatten. Maar er zijn ook tal van medicijnen die de werking van Marcumar® kunnen verzwakken en zo de INR-waarde kunnen verlagen. Deze omvatten bijvoorbeeld cortisone, digitoxine en digoxine, Sint-janskruid, metformine en haloperidol.

INR-streefwaarden voor bepaalde ziekten

Hoe hoog de INR moet zijn, hangt af van de ziekte die bloedverdunning vereist. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste INR-streefwaarden weergegeven. Voor sommige indicaties, zoals de mechanische aortaklepis de INR-streefwaarde afhankelijk van andere risicofactoren.

Bijvoorbeeld boezemfibrilleren is een van de risicofactoren. Als boezemfibrilleren is ook aanwezig, de INR voor een mechanisch aortaklep moet tussen 2.5 en 3.5 liggen.

  • Ziekte
  • INR-streefwaarde
  • Atriale fibrillatie
  • 2-3
  • Trombose
  • 2-3
  • Longembolie
  • 2-3
  • Mechanische aortaklep
  • 2-3 of 2.5-3.5 (zie tekst)
  • Mechanische mitralisklep
  • 2,5-3,5