Aanvraag voor speciale patiëntengroepen | Risperidon

Aanvraag voor speciale patiëntengroepen

Kinderen en adolescenten met schizofrenie or manie mag niet worden behandeld risperidon tot 18 jaar. Bij gedragsstoornissen Risperidon kan worden gebruikt vanaf de leeftijd van 5 jaar, maar alleen in een zeer lage dosering (0.5 mg), die langzaam en in kleine stapjes kan worden verhoogd. Voorafgaand hieraan moeten andere oorzaken van het gestoorde gedrag van het kind worden uitgesloten.

Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van oudere patiënten Risperidon. In de aanwezigheid van dementie, Risperidon-therapie verhoogt het risico op beroerte. Indien de dementie is al veroorzaakt door een eerdere beroerteRisperidon mag niet worden gebruikt.

Over het algemeen wordt risperidon bij oudere patiënten lager gedoseerd dan bij jongere patiënten, omdat het metabolisme van het geneesmiddel op oudere leeftijd langzamer verloopt. De gebruikelijke dosis varieert van 0.5-2 mg risperidon per dag. Risperidon mag niet worden gebruikt tijdens zwangerschap en borstvoeding. In gevallen waarin behandeling met risperidon absoluut noodzakelijk blijkt te zijn, kan de behandelende arts beslissen of het geneesmiddel veilig kan worden ingenomen. Vrouwen die risperidon hebben gebruikt in de afgelopen drie maanden zwangerschap hebben soms bijwerkingen gehad zoals ademhaling moeilijkheden, spiertrillingen, rusteloosheid en problemen met borstvoeding.

Rijgeschiktheid onder risperidon

Risperidon kan vermoeidheid, duizeligheid en gezichtsstoornissen veroorzaken. De mogelijkheid om deel te nemen aan het wegverkeer en om machines te bedienen moet worden besproken met de behandelende arts.

Bijwerkingen

De meest voorkomende bijwerking (meer dan 1 op de 10 behandelde mensen) van risperidon wordt parkinsonisme genoemd. In deze voorwaarde, ontwikkelen individuen symptomen die vergelijkbaar zijn met die van de ziekte van Parkinson. Ze kunnen bijvoorbeeld moeilijk lopen (kleine, struikelende stappen, stijfheid van de spieren, toegenomen speeksel afscheiding en vertraagde, moeilijke bewegingen.

Hoofdpijn en slaapstoornissen komen net zo vaak voor. Vaak (meer dan 1 op de 100 behandelde mensen), gewichtstoename, toename van het hormoon prolactine in de bloed, duizeligheid, angst en maagdarmklachten (misselijkheid, braken, constipatiediarree) kan voorkomen. Bovendien is het optreden van sufheid, seksuele disfunctie en zwakte van de bloedsomloop waargenomen.

Verdere bijwerkingen van Risperidon worden vermeld in de bijsluiter van het medicijn. Er zijn veel bijwerkingen verbonden aan de behandeling met risperidon, die vaker voorkomen in de vroege stadia van de behandeling en ertoe leiden dat veel patiënten er de voorkeur aan geven om het geneesmiddel direct te gebruiken. Opgemerkt moet worden dat de bijwerkingen kunnen afnemen nadat u aan het medicijn gewend bent geraakt. Desalniettemin dient de behandelende arts eventuele bijwerkingen die optreden nauwlettend in de gaten te houden en te beslissen of verdere behandeling met risperidon geïndiceerd is.