Hoofdhaar

Hoofd haar verwijst naar het haar op de hoofd in tegenstelling tot de rest van het haar op het lichaam. De mens haar is tussen de 0.05 en 0.07 millimeter dik, hoewel er kleinere individuele maar ook oorspronggerelateerde verschillen zijn. De dikte van de haar neemt af met toenemende leeftijd.

Het hormoon evenwicht heeft ook een negatieve invloed. Er zijn ook enkele verschillen in het aantal haren op de hoofd bij het vergelijken van verschillende landen. Europeanen hebben ongeveer 121,000 hoofdharen, die verdeeld zijn over 226 haren per vierkante centimeter.

Aziaten hebben bijvoorbeeld ongeveer 89,000 haren, maar vaak dikker haar. Etniciteit en ook leeftijd hebben volgens deze invloed op het aantal haren. Elke dag verliest een persoon ongeveer 100 haren per dag, wat als normaal wordt beschouwd.

Kleur

Blond, bruin, rood, zwart of zelfs grijs, er zijn veel verschillende haarkleuren bij mensen mogelijk! Welke haarkleur zich uiteindelijk vormt, hangt onder meer af van de genen en de melanine inhoud in de cellen van het haar. melanine is een kleurpigment dat wordt aangemaakt door bepaalde cellen, de melanocyten.

Het is ook verantwoordelijk voor de kleuring van de choroïde en de huid in het algemeen. Het pigment melanine is verdeeld in twee verschillende kleurstoffen. De bruinzwarte kleurstof is eumelanine.

Dit is heel goed te onderscheiden van het lichtere geel-roodachtige pheomelanine. De huidskleur van een persoon wordt bepaald door de genen en de verhouding tussen eumelanine en phaeomelanine. Mensen met een lichtere huid en roodachtig glanzend haar hebben bijvoorbeeld een hoger gehalte aan feomelanine. Naast rode haarkleur is phaeomelanine ook verantwoordelijk voor lichtblonde en blonde haartypes

De haargroei wordt bepaald door genen. Ze bepalen de levensduur, de structuur en ook de groeicyclus van het hoofdhaar. De groei is gebaseerd op haarzakjes, waarvan de kern in het haar zit papil.

De groei van het haar vindt plaats in 3 fasen. De anagene fase is de tijd waarin het haar veel groeit. De haarcellen delen zich zeer snel en vormen zo veel nieuwe haarsubstantie, de keratine.

Op het hoofd zit meestal 80 tot 90 procent van al het haar. De jaren groeien met 0.4 millimeter per dag, wat uiteindelijk neerkomt op één centimeter per maand. De haarcellen blijven ongeveer drie tot zeven jaar in deze actieve toestand.

Deze periode verschilt van persoon tot persoon, aangezien de levensduur van haar genetisch bepaald is. Maar het haar groeit niet eindeloos en gaat na de genoemde periode in een overgangsfase. In deze fase, catagene fase genoemd, zijn er ongeveer drie procent van de haren op het hoofd.

Sommige veranderde processen vinden plaats in de haarwortel, wat betekent dat de haarwortel minder voedingsstoffen krijgt en steeds meer verhoornd wordt. Deze fase duurt ongeveer vier weken. Daarna gaan de haren over in de telogene fase.

In de periode van ongeveer twee tot vier maanden bevindt zich ongeveer 15 procent van het haar. De aanhechting van het haar wordt nog losser. Immers, zelfs lichte stress, zoals kammen of wassen, kan ervoor zorgen dat het haar uitvalt.

Haar en haarwortel zijn van elkaar gescheiden. Aan de hand van de wortel kan men dus inschatten in welke fase het haar zich bevindt. Deze kennis kan vooral van belang zijn bij ziektes zoals haaruitval zijn aanwezig. Hier kan een pathologische versnelling van de haarcyclus de oorzaak zijn van een toename haaruitval.