Hoe kan ik dit zelf herkennen? | Schuine bekkenbodem

Hoe kan ik dit zelf herkennen?

De bekkenhelling is vaak een toevallige bevinding en daarom niet altijd voor de hand liggend. In de meeste gevallen wordt dit pas opgemerkt tijdens het bezoek aan de dokter. Er zijn ook patiënten die een zekere onbalans voelen bij het staan ​​of lopen.

Om dit eenvoudig en snel te controleren, kunt u een tweede persoon raadplegen. 1e test Ga voor de eerste test met uw rug naar de andere persoon staan. Nu moet de tweede persoon beide bekkenkammen voelen.

Terwijl je staat, knielt de tweede persoon achter je. Het zicht moet ter hoogte van de lumbale wervelkolom zijn. Vervolgens worden beide handpalmen plat op de zijkanten van je middel gelegd.

Zodra dit is gebeurd, gaan de handpalmen langzaam naar beneden. Direct onder de taille dient een stevige, benige structuur te worden gepalpeerd. Van achteren naar voren gezien loopt deze structuur als een brede boog.

Nu worden beide kanten vergeleken. De vingers worden als oriëntatiepunten genomen en met elkaar vergeleken. De duim is hiervoor goed geschikt.

Als de handpalmen naar beneden zijn, worden de twee bekkenkammen met de handpalm vastgepakt. Alleen de duim blijft boven de rand. Beide duimen worden vergeleken en er wordt beoordeeld of beide op dezelfde hoogte staan.

De bekkenkammen bevinden zich ongeveer ter hoogte van het midden van de lumbale wervelkolom. Omdat elke persoon verschillende lichaamsverhoudingen heeft, is de procedure hier ongeveer op gebaseerd. Idealiter zijn beide bekkenkammen op dezelfde hoogte.

Deze test is niet altijd gemakkelijk uit te voeren, aangezien een bepaald lichaamsbewustzijn vereist is. 2e test Er is nog een test die niet direct op het bekken wordt getest, maar die een kan aangeven bekkenhelling. Hier worden beide benen met elkaar vergeleken.

In het geval van een bekkenhelling, kan er een verschil zijn in been lengte die op zijn beurt kan leiden tot een ISG-blokkering. Hier eindigen beide benen niet op dezelfde hoogte. Sinds de been is rechtstreeks verbonden met het bekken door de heup gewricht, een beenlengte verschil kan leiden.

Bij deze zaak is ook een tweede persoon betrokken. Ga op je rug liggen en zorg ervoor dat je rechtop ligt. Buig uw benen en til uw billen op, op deze manier kunt u ervoor zorgen dat uw bekken en benen in hun normale positie staan.

Leg je billen weer naar beneden en strek dan je benen losjes. Deze worden dan bij elkaar gehouden door de tweede persoon. Het wordt georiënteerd volgens de binnenste enkels van beide benen.

Als de binnenste enkels zich op dezelfde hoogte bevinden, eindigen beide benen ook op dezelfde hoogte. Als dit niet het geval is, kan er een verschil zijn in been lengte. Een verschil van enkele centimeters kan bij veel mensen zonder problemen aanwezig zijn. Als beide tests abnormaal zijn, is een bezoek aan de dokter de volgende stap. Hoewel deze tests geschikt zijn voor zelfdiagnose, zijn ze nog steeds te objectief en vervangen ze geen bezoek aan een arts.