Dissociale persoonlijkheidsstoornis en psychopathie: oorzaken, symptomen en behandeling

Lijders aan asociaal of dissociaal persoonlijkheidsstoornis, of kortweg APS, negeren sociale normen in hun gedrag en hebben weinig of geen empathie. Het gedrag van getroffen personen kan niet worden veranderd door positieve of negatieve bekrachtiging van buitenaf; Integendeel, straf zal uitdagende reacties oproepen. Psychopathie is een ernstige vorm van antisociaal / dissociaal persoonlijkheidsstoornis.

Wat is een dissociale persoonlijkheidsstoornis?

antisociaal persoonlijkheidsstoornis is een ernstige aandoening die voorkomt in jeugd en adolescentie met spijbelen, vandalisme en veelvuldig liegen. Op volwassen leeftijd wordt antisociale persoonlijkheidsstoornis merkbaar met fysiek agressief gedrag, financiële problemen en sociale roekeloosheid. Getroffen personen van alle leeftijden zijn impulsief, nemen risico's, zijn gemakkelijk prikkelbaar en hebben een lage frustratietolerantie. Sociale binding komt zelden voor vanwege het gebrek aan empathie, maar getroffen individuen zijn goede manipulatoren. Het is interessant om op te merken dat enerzijds de stoornis gepaard gaat met een hoog criminaliteitscijfer, maar dat anderzijds de antisociale persoonlijkheidsstoornis volgens studies een loopbaanaanjager kan zijn. Afhankelijk van de stand van het onderzoek onderscheidt men een antisociale persoonlijkheidsstoornis van een psychopathische persoonlijkheidsstoornis, beschouwt men de laatste als een extreem geval van APS of noemt men beide synoniemen.

Oorzaken

De oorzaken van antisociale persoonlijkheidsstoornis zijn niet goed begrepen. Er kan echter worden aangenomen dat een interactie van genetische en sociale factoren het probleem veroorzaakt. De genetische factor is aangetoond in tweelingstudies; de aandoening komt dus significant vaker voor bij identieke tweelingen dan bij twee-eiige tweelingen. Adoptiestudies met tweelingen hebben verder aangetoond dat de genetische factor alleen voorwaardelijk is en niet triggert. Familieproblemen in jeugd, waaronder een gebrek aan liefde en aandacht, verwaarlozing en ervaringen met fysiek of emotioneel geweld, en onvoldoende oriënterende onderwijsnormen, zouden bij de meeste getroffen personen kunnen worden vastgesteld.

Symptomen, klachten en tekenen

Deze aandoening gaat gepaard met ernstige psychische klachten die een zeer negatieve invloed hebben op het dagelijks leven en de kwaliteit van leven van de patiënt. In extreme gevallen kan dit suïcidale gedachten omvatten en uiteindelijk zelfmoord als dat het geval is voorwaarde is niet goed behandeld. In de meeste gevallen lijken degenen die door deze ziekte zijn getroffen, agressief en zeer prikkelbaar. Vooral bij kinderen kan deze aandoening dus ook de ontwikkeling aanzienlijk vertragen en beperken. Veel patiënten lijden aan woede-uitbarstingen of woede die zonder specifieke reden plaatsvinden. Het is niet ongebruikelijk dat er een destructieve woede ontstaat, zodat patiënten ook andere mensen kunnen verwonden of voorwerpen kunnen vernielen. Verder treden klachten op tijdens contact met andere mensen, waarbij de getroffenen slechts weinig sociale vaardigheden vertonen. Het empathisch vermogen is ook extreem verminderd of bestaat niet bij deze aandoening. Patiënten gedragen zich meestal egoïstisch en denken alleen aan hun eigen welzijn. Daarom is liegen of verzwijgen van verschillende acties gebruikelijk. De ziekte heeft dus ook een negatief effect op de relatie met familieleden of de partner van de getroffen persoon.

Diagnose en verloop

De diagnose in ICD10 en het modernere classificatiesysteem DSM-IV laat significante verschillen zien, onder andere de DSM-IV specificeert een leeftijdsgrens vanaf 18 jaar en spreekt van antisociaal, ICD10 van dissociale persoonlijkheidsstoornis. Psychiaters gebruiken de DSM-IV vaker voor diagnose, daarom volgt hieronder een kort overzicht van de diagnostische criteria die daar worden genoemd. 1. de getroffen persoon vertoont een sterk patroon van het negeren van de rechten van anderen sinds de leeftijd van 15, hier worden zeven criteria onderscheiden. 2. de diagnose kan alleen worden gesteld als betrokkene 18 jaar of ouder is. 3. verstoord sociaal gedrag in de zin van dissocialiteit deed zich voor vóór de leeftijd van 15 jaar. 4. het antisociaal gedrag mag niet episodisch verband houden met schizofrenie or manie​ Er kunnen maar weinig conclusies worden getrokken over het beloop van antisociale persoonlijkheidsstoornis. Het is belangrijk op te merken dat dissociale gedragsproblemen in jeugd zijn een zekere aanwijzing voor een latere antisociale stoornis. Verder werd vastgesteld dat antisociaal gedrag afneemt met de leeftijd en dat getroffen personen op middelbare leeftijd rustiger worden.

Wanneer moet je naar een dokter?

Het bezoeken van een psycholoog is hiervoor beslist noodzakelijk voorwaarde​ Dit kan verdere complicaties voorkomen. In geval van nood of in ernstige gevallen van deze ziekte is het ook noodzakelijk om in een gesloten kliniek te blijven. Bovenal moeten de ouders en familieleden van een patiënt de symptomen herkennen en een behandeling aanbieden of starten. In de regel moet een arts worden geraadpleegd als de getroffen persoon agressiviteit en woede-uitbarstingen vertoont. Evenzo heeft de patiënt weinig sociale vaardigheden en kan hij zijn acties en gedrag niet goed inschatten. De getroffen persoon mist ook volledig empathie. Bovendien kan aanhoudend liegen wijzen op de ziekte en moet dit door een arts worden onderzocht. Vooral bij jongeren van 15 jaar kunnen deze klachten optreden. De behandeling voor deze aandoening wordt meestal uitgevoerd door een psycholoog. Maar ook vrienden en familieleden van de patiënt kunnen in belangrijke mate bijdragen aan een positief beloop van de ziekte.

Behandeling en therapie

Problematisch bij de behandeling van antisociale persoonlijkheidsstoornis is dat alle therapie vereist dat de patiënt lijdt. Pas als dit aanwezig is, beslist een patiënt om te ondergaan therapie en actief meewerken aan zijn of haar herstel. Antisociale persoonlijkheden staan ​​echter niet onder druk. Integendeel, ze voelen zich op hun gemak bij zichzelf en hebben de neiging boos te worden op degenen die ze niet begrijpen, dat wil zeggen meestal hun medemensen. Lijders begrijpen niet waarom hun leven gemakkelijker zou moeten worden als ze voldoen aan sociale en wettelijke normen. Familie en artsen moeten niettemin empathie tonen en de getroffen persoon trainen om empathie te ontwikkelen. Een ander therapie optie is om impuls te oefenen en controle uit te oefenen. Als de getroffen personen echter klaar zijn voor therapie en zoek een psychotherapeut of psychiater die hen classificeert als therapiegeschikt en met hen wil werken. Zo is de combinatie van zeer gestructureerd gedragstherapie en psychotrope drug administratie belooft het grootste succes. Beiden pakken de impulsbeheersingsfactor aan, omdat de emotionele en empathische onbekwaamheid biologisch bepaald en daarom ongeneeslijk lijken te zijn. Er kan echter worden geprobeerd empathie aan te moedigen.

Vooruitzichten en prognose

Dissociale persoonlijkheidsstoornis is niet te genezen, maar de getroffen persoon kan leren omgaan met de gevolgen van deze persoonlijkheidsstoornis en leiden een grotendeels normaal leven. Getroffen personen hebben jarenlang psychologische zorg nodig, wat moeilijk kan zijn omdat ze vaak geen druk voelen om lange tijd te lijden. De mensen om hen heen dringen er bij hen op aan een psycholoog te bezoeken, wat geen goede voorwaarde is voor een blijvende verbetering van hun omgang met anderen en hun eigen positie in de samenleving. Als op jonge leeftijd professionele hulp wordt gezocht, is de kans groter dat de getroffen persoon leert omgaan met zijn persoonlijkheidsstoornis op een manier die hem in staat stelt te integreren in de samenleving zonder de aandacht te trekken. Hoe langer een dissociale persoonlijkheidsstoornis zich kan ontwikkelen, hoe groter de kans dat patiënten daardoor in sociale moeilijkheden komen. Ze lopen bijvoorbeeld een bijzonder risico op het plegen van strafbare feiten. Dit kan worden voorkomen met tijdige psychologische hulp. Het staken van de reeds begonnen en vrijwillige therapie is niet ongebruikelijk bij een dissociale persoonlijkheidsstoornis, die de vooruitzichten van de getroffen persoon op een normaal leven verslechtert. Bovendien hebben personen met een dissociale persoonlijkheidsstoornis een verhoogd risico op zelfmoord, hoewel ze daar niet noodzakelijkerwijs aan lijden Depressie​ Dit is eerder het gevolg van een groter risico-besef, maar is nog steeds een risicofactor voor hen.

het voorkomen

Er is maar één manier om een ​​antisociale persoonlijkheidsstoornis te voorkomen: een liefdevol, vertrouwenwekkend en oriënterend ouderlijk huis. Als dit niet kan worden geboden, moet vroege therapie worden gegeven bij de eerste tekenen van dissociaal gedrag om de progressie naar antisociale persoonlijkheidsstoornis te stoppen of in ieder geval te verzachten.

Nazorg

Bij deze persoonlijkheidsstoornis en psychopathie zijn er meestal weinig of geen opties en maatregelen van de beschikbare nazorg voor de getroffen persoon. De getroffen persoon is primair afhankelijk van een snelle en vroege opsporing van deze ziekte, zodat het niet tot verdere complicaties komt en ook niet tot verergering van de klachten. Hoe eerder de persoonlijkheidsstoornis en psychopathie worden herkend, hoe beter het verloop van de ziekte gewoonlijk is, hoewel een volledige genezing niet altijd kan worden gegarandeerd. Het is ook belangrijk dat de familieleden en vrienden van de getroffen persoon ook met deze ziekte omgaan en zich informeren over de ziekte, zodat er geen verkeerd gedrag wordt uitgevoerd. De persoon met de persoonlijkheidsstoornis en psychopathie is in de regel afhankelijk van een bezoek aan een psycholoog en bovendien ook van het slikken van medicijnen. Het is noodzakelijk om bij een regelmatige inname op een juiste dosering te letten om de symptomen blijvend te verlichten. De bezoeken aan de psycholoog moeten ook regelmatig worden afgelegd. In de regel verminderen de persoonlijkheidsstoornis en psychopathie de levensverwachting van de getroffen persoon niet.

Wat u zelf kunt doen

Zelfbehandeling voor een psychische stoornis is in principe moeilijk. Patiënten zijn zich vaak niet bewust van hun aandoening of ontkennen deze. De behandeling kan echter alleen succesvol zijn als de patiënt er actief aan meedoet. Bovendien kunnen psychische aandoeningen niet worden genezen door zelfbehandeling. Alleen ondersteunend maatregelen kan bijdragen aan een snellere genezing. In de meeste gevallen zijn familieleden en vrienden de eersten die een bestaand probleem herkennen. Ze moeten actief de discussie zoeken. Als de getroffen persoon klaar is voor therapie, moet hij of zij hier consequent aan deelnemen. Daarnaast kan het aanbod van een professioneel begeleide zelfhulpgroep worden opgenomen. De basis wordt gevormd door oefeningen voor impuls- en affectbeheersing en verdere gedragstraining. Deze moeten ook thuis met bekende mensen worden herhaald. Dit vereist constante ondersteuning vanuit de sociale omgeving van de patiënt. Er is vaak geen alternatief voor aanvullend medicijngebruik. Deze moeten ook constant worden ingenomen. Als de therapie succesvol verloopt, kunnen patiënten ook andere methoden kiezen die hen innerlijke stabiliteit geven. Autogene training or yoga zijn een mogelijkheid. Als de eerste tekenen van een gebrek aan impulsbeheersing al bij kinderen optreden, moet de behandeling in een vroeg stadium worden gestart. Hier worden ook de begeleidende opvoeders opgeroepen om ouders te adviseren. Een stabiel en liefdevol huis biedt de beste ondersteuning.