Bijwerkingen van Emla-pleisters | De Emla-patch

Bijwerkingen van Emla-pleisters

De meeste bijwerkingen van Emla-pleisters treden direct op het punt van aanbrengen op. Vaak voorkomende bijwerkingen, dwz dat elk tiende tot honderdste kind wordt getroffen, zijn huidveranderingenbleekheid op de toedieningsplaats en licht oedeem, zoals een insectenbeet​ Af en toe, dwz minder dan een procent, zijn er allergische reacties met jeuk en brandend op de toedieningsplaats en verhoogd bloed bloedsomloop met een gevoel van warmte in het gebied van de pleister.

In zeldzame gevallen een ernstige allergische reactie ontwikkelt zich met levensbedreigende ademhaling moeilijkheden en bloedsomloop schokken​ Dit is te verwachten bij minder dan een op de duizend kinderen. Net zo zeldzaam is de bloed tel verandering methemoglobinemie.

Dit komt vooral veel voor bij pasgeborenen en komt vaker voor bij te vroeg geboren baby's. Daarom mag Emla-pleister niet worden gebruikt bij te vroeg geboren baby's vóór 37 weken zwangerschap​ Langdurig gebruik van Emla-Patch, zoals bij kinderen met huidziekte atopische dermatitis, kan leiden tot bloeding in het onderhuidse weefsel. In het geval van ernstigere bijwerkingen, moet Emla-Patch direct worden verwijderd en niet in volgende procedures worden gebruikt.

Behandeling met andere geneesmiddelen die Lidocaïne moet ook worden vermeden. Omdat Emla-pleisters in zeldzame gevallen methemoglobinemie kunnen veroorzaken, mogen ze niet worden gecombineerd met andere geneesmiddelen die ook een dergelijke bloed verandering. Deze omvatten sulfonamiden, nitrofurantoïne, fenytoïne en fenobarbital. Cimetidine en bètablokkers kunnen de afbraak van Lidocaïne en dus leiden tot hoge niveaus van actieve ingrediënten in het weefsel bij meerdere keren gebruikt. Dit kan tot vergiftigingsverschijnselen leiden, maar het eenmalig aanbrengen van Emla-pleisters is in dit geval volkomen onkritisch.

Wanneer mag de pleister niet worden gebruikt?

De belangrijkste contra-indicatie voor het gebruik van Emla-pleisters is overgevoeligheid of allergie voor de componenten Lidocaïne, prilocaïne en vergelijkbare lokale anesthetica​ Emla-Patch mag ook niet worden aangebracht op bloedende, open wonden, aangezien de onderzoekssituatie hiervoor onvoldoende is. Emla-pleister moet met voorzichtigheid worden gebruikt in de aanwezigheid van methemoglobinemie of glucose-6-fosfaat dehydrogenase-deficiëntie. Dit is echter geen criterium voor uitsluiting. In atopische dermatitismoet de toepassingsduur worden bekort.