Misselijkheid | Welke bijwerkingen kunnen optreden bij een MRI?

Misselijkheid

In het algemeen is magnetische resonantiebeeldvorming een zeer voorzichtig onderzoek zonder bijwerkingen. Toch beschrijven patiënten herhaaldelijk klachten tijdens het onderzoek. De meest voorkomende bijwerkingen zijn onder meer lichte tot matige bijwerkingen misselijkheid.

Dit komt echter niet door de MRI zelf, maar door de toediening van contrastmiddel, wat vaak nodig is om bepaalde structuren en organen beter in beeld te brengen. Dit is echter meestal vrij eenvoudig te bestrijden misselijkheid. Zogenaamd anti-emetica (van het Griekse "anti" - tegen en "braken" - braken) kunnen voor dit doel worden toegediend, waaronder de medicijnen Vomex® (dimenhydrinaat), Motilium® (domperidon) en Metoclopramid® (MCP). Als klachten zoals misselijkheid zijn al opgetreden bij eerdere toediening van contrastmiddelen, anti-emetica kan ook preventief worden toegediend vóór MRI, zodat er überhaupt geen misselijkheid optreedt. Het is in ieder geval aan te raden de aanwezige medewerkers op het moment van het ontstaan ​​van de misselijkheid te informeren over eventuele klachten.

Hoofdpijn

Hoofdpijn als bijwerking van MRI-onderzoeken treedt meestal direct op na toediening van contrastmiddel. Het is belangrijk om te weten dat de meeste klachten binnen korte tijd na toediening van contrastmiddel verdwijnen. Het contrastmiddel (in de meeste gevallen wordt hier ‘gadolinium’ gebruikt) wordt binnen een half uur tot een uur via de nieren uitgescheiden, zodat de klachten meestal na enkele uren verdwijnen.

Wat zijn de bijwerkingen van MRI tijdens de zwangerschap?

Volgens de huidige kennis heeft magnetische resonantie beeldvorming geen effecten op het menselijk lichaam en dus ook geen schadelijke bijwerkingen. Daarom zijn er geen schadelijke gevolgen te verwachten voor zowel het ongeboren kind als voor de volwassen mens. Om echter bijwerkingen te voorkomen die vandaag de dag nog onbekend kunnen zijn, wordt magnetische resonantiebeeldvorming tijdens zwangerschap mag echter alleen in dringende gevallen worden uitgevoerd.

In elk geval kan de toediening van MRI-contrastmiddel aan zwangere vrouwen niet worden gerechtvaardigd. Als contrastmiddel nodig is voor het welslagen van de MRI, moet het daarom worden uitgesteld tot na de geboorte van het kind. Bovendien mogen vrouwen die borstvoeding geven geen borstvoeding geven gedurende 24 uur na toediening van contrastmiddel, aangezien het contrastmiddel in de moedermelk.