Diagnose | Water in het hartzakje - Gevaarlijk?

Diagnose

De methode bij uitstek voor de diagnose van pericardiale effusie is ultrageluid diagnostiek (echografie), waarbij het water in de hartzakje kan worden gevisualiseerd. Computertomografie (CT) kan ook worden gebruikt om vloeistof tussen de twee te visualiseren hartzakje lagen. Na visuele bevestiging van waterophoping wordt meestal vloeistof uit de pericardholte gehaald (prik) om het te onderzoeken op mogelijke pathogenen of kanker cellen. De ophoping van vocht kan ook worden opgemerkt in het ECG, en de getroffenen vertonen vaak een verminderde uitslag in de ECG-opname.

Complicaties

De gevreesde complicatie van waterophoping in de hartzakje is de zogenaamde pericardiale tamponade. Dit is een enorme functionele aandoening van de hart-, die wordt veroorzaakt door een zeer sterke ophoping van vocht in het hartzakje. De hart- kan dan nauwelijks goed pompen, de ventrikels zijn nauwelijks gevuld bloed en de bloedtoevoer naar de hart- wordt nauwelijks verzekerd door compressie. In extreme gevallen kan dit zelfs leiden tot levensbedreigende omstandigheden als dit niet voldoende is bloed kan uit het hart worden verdreven om het lichaam te voeden.

Therapie

De therapie van pericardiale effusie kan erg variabel zijn en hangt grotendeels af van de onderliggende oorzaak. Kleine ophopingen van vocht in het hartzakje vereisen meestal geen therapie, grotere moeten worden verlicht door middel van lekke banden om complicaties te voorkomen. Bij deze procedure steekt de behandelende arts een naald in de borst onder ECG-controle en voert het door naar het hartzakje, waar het vervolgens via een canule uit het hartzakje wordt teruggetrokken.

Als de hoeveelheid vloeistof echter zo groot is dat deze niet eenvoudig kan worden verwijderd prik, is het ook mogelijk om een ​​pericardiale drainage in het pericardium aan te brengen, die vervolgens de vloeistof continu afvoert via een soort katheter. Als het pericardiale effusie besmettelijk is, de administratie van antibiotica of ontstekingsremmend pijnstillers wordt vaak aangegeven. Als echter geen conservatieve therapie is geïndiceerd of als terugkerende effusies optreden, kan vaak alleen een chirurgische ingreep verlichting bieden: hierbij wordt een soort klein gaatje of venster in het pericardium doorgesneden (pericardiale windowing), waardoor de opgehoopte vloeistof kan ontsnappen.

Slechts in zeer zeldzame gevallen kan een volledige verwijdering van het pericardium (pericardiocentese) nodig zijn. Als er water in het hartzakje zit, kan dit zeer snel tot ernstige complicaties leiden. Een vernauwing van het hart leidt bijvoorbeeld tot een functieverlies met een aanzienlijk verminderde hoeveelheid bloed wordt in de circulatie gepompt.

Af en toe is een conservatieve (afwachtende) therapie voldoende om de oorzaak van de waterretentie aan te pakken. Vaak is echter een prik is noodzakelijk. Tijdens deze procedure kan het water uit het hartzakje worden afgevoerd.

In de meeste gevallen wordt de vloeistof uit het pericardium ook gebruikt voor verder onderzoek. De punctie wordt meestal ultrasoon uitgevoerd met een lange naald of spuit. Met de injectiespuit kan de vloeistof direct worden opgevangen zodat deze voor verdere diagnostische doeleinden kan worden gebruikt.