Diagnose | Necrose

Diagnose

De diagnostische procedure is afhankelijk van de locatie van het necrose. Als het een extern necrosebijvoorbeeld huidnecrose, kan een arts na nader onderzoek een diagnose stellen. Daarnaast wordt er een uitstrijkje van de wond gemaakt om te bepalen of er ziekteverwekkers in de necrose.

Als de necrose echter intern is, bijvoorbeeld bot- of orgaannecrose, is beeldvorming vereist. Dit wordt meestal gedaan door middel van MRI (magnetische resonantie beeldvorming) of CT (computertomografie). Eerste indrukken en een vermoedelijke diagnose kunnen ook worden verkregen door een ultrageluid van het getroffen gebied.

Specifieker is echter complexere beeldvorming. In het geval van necrose deelt de geneeskunde deze over het algemeen niet in naar stadium. Meestal wordt onderscheid gemaakt naar type en locatie van necrose.

Bijvoorbeeld een decubitus is onderverdeeld in vier verschillende fasen (volgens EPUAP). De diepte van de wond en de betrokkenheid van bepaalde structuren spelen een grote rol. Volgens Wagner en Armstrong, necrose in de context van diabetische macroangiopathie ("diabetische voet“) Zijn ook opgedeeld in verschillende stadia, waarbij bijvoorbeeld een bestaande infectie hier ook een rol speelt.

Botnecrose is volgens de ARCO-classificatie onderverdeeld in zeven fasen. Er wordt met name rekening gehouden met diagnostische criteria. Necrose beschrijft celdood als een reactie op schadelijke invloeden zoals gifstoffen, infecties of onderaanbod.

Een enkele cel of hele celgroepen kunnen worden beïnvloed. Necroses worden onderverdeeld in de zogenaamde "coagulatie necroses" (coagulatie necrose) en "colliquation necroses" (liquefaction necrosis). Stollingsnecrose kan optreden in eiwitrijke weefsels, waardoor denaturatie (vernietiging van de structuur) van de eiwitten optreedt.

Gangreen beschrijft een speciale vorm van stollingsnecrose. Dit betekent dat necrose een soort overkoepelende term is voor verschillende necrotische processen. EEN gangreen is weer verdeeld in een droog en een vochtig gangreen.

Terwijl een droog Gangreen lijkt erg verzonken en uitgedroogd en wordt daarom ook wel 'gemummificeerd' of leerachtig genoemd, een vochtig gangreen is licht vloeibaar, glanzend, etterig en onwelriekend. De reden hiervoor is de immigratie en vermenigvuldiging van bacteriën, die het gangreen vloeibaar maken via hun stofwisselingsproducten. Een andere speciale vorm is de zogenaamde gas vuur, waarbij een infectie van het gangreen met Clostridia (clostridium perfringens) leidt tot de vorming van gasvormige bacteriële toxines.