Diagnose | Botbreuk in de voet

Diagnose

De diagnose van een voet breuk kan meestal al door de arts worden gedaan door de patiënt te ondervragen na een ongeval (anamnese) en het klinisch onderzoek. Bepaalde klinische symptomen van een bot breuk zijn een axiale verkeerde positie, abnormale mobiliteit, zichtbare botfragmenten in open fracturen of knetterende en knarsende geluiden (crepitaties) die optreden wanneer de botfragmenten tegen elkaar wrijven. Onzekere tekenen van een bot breuk, aan de andere kant, zijn pijnzwelling, blauwe plekken (hematomen), oververhitting en beperkte mobiliteit.

Röntgenstraal diagnose is ook nodig als er bepaalde breukverschijnselen zijn. Hiervoor worden in verschillende vlakken beelden gemaakt. Meer gecompliceerde fracturen kunnen beter worden vastgelegd met een computertomografiebeeld. Als stressfracturen of weke delen verwondingen worden vermoed, kan magnetische resonantiebeeldvorming nuttig zijn.

Veroorzaken

De behandeling van fracturen van de voet hangt sterk af van het aangetaste bot, het type en de complexiteit van de fractuur en de mate waarin het omliggende zachte weefsel wordt aangetast. De behandeling van een teenfractuur kan conservatief of chirurgisch zijn, afhankelijk van de bevindingen. In de meeste gevallen, zelfs verbrijzelde fracturen van kleine tenen, is een conservatieve procedure voldoende.

Deze therapie is gebaseerd op het principe van immobilisatie, wat ervoor zorgt dat de botfragmenten op regelmatige wijze weer aan elkaar kunnen groeien. Hiervoor wordt een speciaal immobiliserend verband gebruikt, dat enkele weken op de voet blijft zitten. Verder kan er een steun worden geïntegreerd in de zool van de schoen.

Vaak is het Gebroken teen is bevestigd aan de aangrenzende teen, wat het ondersteunende effect vergroot. Bij verplaatste (ontwrichte) fracturen van de teen bottenmoet een apparaat (reductie) in de juiste positie worden gebracht voordat immobilisatie plaatsvindt, wat meestal wordt gedaan onder plaatselijke verdoving (plaatselijke verdoving). Zwelling van de tenen kan worden verbeterd door de been.

Pijnstillers zoals NSAID's (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen, bijv ibuprofen or diclofenac) en pijn zalven helpen de pijn van een teenbreuk te verlichten. Chirurgie wordt meestal uitgevoerd aan het basisbeen van de grote teen. De bewerking kan ook worden uitgevoerd onder plaatselijke verdoving.

Eerst worden de fragmenten opgezet (verkleind). De breuken worden vervolgens met een draad bij elkaar gehouden zodat ze samen kunnen groeien (osteosynthese). Het inbrengen van schroeven of platen kan ook nodig zijn.

In de meeste gevallen wordt het ingebrachte vreemde materiaal na enkele weken of maanden verwijderd. Ook in het geval van middenvoetsbeentje breuken, verkleining, indien nodig, is de eerste stap. Dit zijn breuken waarbij de weke delen boven het bot worden doorgesneden, zodat de breukspleet via de open wond en kiemen (vervuiling) kan de breuk binnendringen.

Een stabiele gesloten fractuur kan nu enkele weken worden geïmmobiliseerd met een gips gips. Als de gesloten breuk instabiel is, kan de middenvoetsbeentje breuk wordt verholpen met zogenaamde Kirschner-draden. Deze procedure kan percutaan (via de huid) worden uitgevoerd en vereist niet noodzakelijk een open operatie.

Breuken die van buitenaf niet kunnen worden verkleind, moeten altijd operatief in de normale positie worden gebracht en vervolgens worden hersteld. Bij open fracturen wordt ook eerst reductie uitgevoerd, gevolgd door fixatie. Dit leidt vaak tot ernstige schade aan het zachte weefsel, zodat slechts een voorlopige reductie en antibiose wordt uitgevoerd.

Zodra het zachte weefsel is hersteld, volgt de therapie in de vorm van definitieve reductie en fixatie met een externe fixator (externe fixatie) of Kirschner-draden. De draden worden meestal na enkele weken verwijderd, maar kunnen ook in de voet blijven zitten. Afhankelijk van het letsel en de ernst kan ook een conventionele (niet-chirurgische) en chirurgische behandeling worden overwogen tarsaal breuken.

De conventionele methoden zorgen voor immobilisatie en adhesie van de botfragmenten door middel van een gips gips. De chirurgische ingrepen verminderen eerst de fractuur en stabiliseren deze vervolgens. Achteraf is actieve bewegingstherapie erg belangrijk om de mobiliteit en functionaliteit van de voet te herstellen.