Hechting: functie, taken, rol en ziekten

In de geneeskunde beschrijft adhesie de hechtingskracht tussen twee of meer organische lagen of structuren. Het maakt bijvoorbeeld mogelijk bloed cellen om zich aan de vaatwand te hechten en zo onafhankelijk van de bloedstroom te bewegen. In pathologische zin is adhesie een adhesie van delen van organen die bijvoorbeeld na een operatie kunnen optreden.

Wat is adhesie?

Hechting staat toe bloed cellen om zich bijvoorbeeld aan de vaatwand te hechten en zo onafhankelijk van de bloedstroom te bewegen. Hechting (ook technisch bekend als adhaesio) is het aanbrengen van moleculen naar een fase-interface. De fase-interface vindt plaats tussen twee lagen of objecten, die elk relatief homogeen zijn en zich dus van hun omgeving afscheiden. Er bestaat bijvoorbeeld een fase-interface tussen verschillende weefsellagen: elke laag heeft een andere moleculaire structuur en vormt zo zijn eigen entiteit. De fase-interface is geen fysieke, extra bestaande, weefsellaag maar verwijst naar het contactgebied tussen de moleculen of weefsels. De hechtingskracht treedt op als gevolg van fysiek interacties. Moleculen elkaar aantrekken, afstoten en biochemisch reageren. Bij adhesie zorgen deze effecten ervoor dat de moleculen elkaar aantrekken.

Functie en taak

Hechting speelt een belangrijke rol bij talloze processen in het menselijk lichaam. Sommige bloed cellen hechten zich aan de wanden van bloed schepen om te voorkomen dat u in de bloedbaan terechtkomt. Sommige bloedcellen kunnen op deze manier ook langs de vaatwanden bewegen. Dit komt onder andere ten goede aan de cellen van de immuunsysteem, die specifiek brandpunten van infectie kunnen opsporen. Recent onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat een bepaald type T-cel niet alleen langs de binnenwand van bloed beweegt schepen, maar kan ook tegen de bloedbaan in migreren. Het is ook gedocumenteerd dat deze T-cellen zelfs de bloed-hersenbarrière​ Ondanks enkele theorieën is het doel van migratie nog niet definitief begrepen; het lijkt echter verband te houden met neurologische aandoeningen. Bovendien is adhesie van bloedplaatjes essentieel om bloed te laten stollen. Het is de reactie van het organisme op verwonding en voorkomt overmatig bloedverlies. Tijdens de bloedstolling kan de bloedplaatjes vormen een relatief stabiele associatie door aan elkaar te hechten. Andere cellen zijn ook onderhevig aan adhesie. Het weefsel van a huid of orgaan bestaat uit talrijke cellen die een homogeen vormen massa​ Verschillende weefsels hechten zich aan elkaar om bijvoorbeeld de verschillende structuren in een orgaan te vormen. Serosa, een roodachtig huid, hecht ook aan organen dankzij adhesie. Bij celadhesie hechten de weefselcellen zich aan eiwitten van de extracellulaire matrix. De extracellulaire matrix is ​​weefsel in de intracellulaire ruimte. Het bestaat voornamelijk uit bindweefsel en is betrokken bij celtoevoer, signaaltransductie en vormgeving. De hechting van bacteriën op slijmvliezen is relevant voor bacteriologie. Veel bacteriën die zich verspreiden door de lucht die we inademen, komen het menselijk lichaam binnen via de slijmvliezen. In de loop van de evolutie bacteriën hebben zich daarom aangepast aan de moleculaire eigenschappen van slijmvliezen. Ze zijn dus in staat het organisme binnen te dringen en zich in het lichaam te vermenigvuldigen. Bacteriële infecties vaak - maar niet altijd - leiden op de ontwikkeling van ziekten.

Ziekten en kwalen

Adhesie heeft ook een pathologische betekenis in de geneeskunde. Ontsteking kan de hechting van weefsellagen veranderen. Als gevolg, bindweefsel verklevingen vormen. Fibrine plakt het weefsel daarbij aan elkaar. Fibrine is een eiwit dat bij activering als een lijm fungeert en onder andere normaal betrokken is bij de bloedstolling. De adhesies die op deze manier worden gevormd, kunnen een vlakke of staafachtige vorm aannemen. Pathologische verklevingen hebben betrekking op secties van organen die aaneengesloten zijn en bedekt zijn door de serosa. Verklevingen en verklevingen hoeven niet direct merkbaar te zijn, maar snel leiden op functionele beperkingen van de aangetaste organen. Een vorm van pathologische adhesie is adhesie buik of bruid. "Bruid" is afgeleid van het Franse woord "brider", wat "samenbinden" betekent. In het geval van verkleving in de buik, bevindt de verkleving zich in de buikholte en vormt een littekenstreng. Vanwege de locatie van de adhesie verwijst de geneeskunde ook naar de voorwaarde als intra-abdominale adhesie. Het kan bijvoorbeeld optreden na een operatie; iets meer dan 10% van de bruiden vormt echter om andere redenen. Een verklevingsbuik hoeft geen direct gevaar voor het organisme te vormen en kan zelfs op lange termijn volkomen onschadelijk zijn, als de pathologische verkleving zich voornamelijk beperkt tot ondersteunende weefsels. Een mogelijke complicatie die kan ontstaan ​​als gevolg van adhesie in de buikholte is adhesie ileus of bridenileus. Ileus is de medische term voor een darmobstructie dat het risico van darmruptuur met zich meebrengt. Minder vaak leidt adhesie-ileus tot beperking of onderbreking van de bloedtoevoer. Als een deel van het weefsel niet langer voldoende bloed krijgt, kunnen de cellen afsterven (necrose​ Zelfklevende ileus vertegenwoordigt een mechanische ileus. In tegenstelling tot functionele ileus, is mechanische ileus vaak te behandelen met behulp van een operatie. Functionele ileus kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van vergiftiging of verlamming van de darmspieren. De therapie hangt af van de specifieke oorzaak. Artsen verwijzen ook af en toe naar staafvormige verklevingen in gewrichten capsules en andere delen van het lichaam als bruiden. Dit type hechting kan de functionaliteit van het aangetaste gewricht beperken.