Levonorgestrel: effecten, toepassingen, bijwerkingen

Hoe levonorgestrel werkt

Als progestageen beïnvloedt levonorgestrel de lichaamsregulatie van de menstruatiecyclus. Dit kan grofweg in twee fasen worden verdeeld, die elk ongeveer twee weken duren: de folliculaire fase en de luteale fase.

De ovulatie luidt de tweede helft van de cyclus in, de luteale fase. De eierstok of de eierstokfollikel die erin is gerijpt, geeft het ei vrij, dat vervolgens wordt opgenomen door de eileider. Het is in staat tot bevruchting gedurende ongeveer 12 tot 24 uur. De nu lege follikel in de eierstok verandert in het corpus luteum en begint het lichaamseigen corpus luteum-hormoon progesteron te produceren.

Als er daarentegen geen bevruchting plaatsvindt, krimpt het corpus luteum, waardoor er geen progesteron meer wordt aangemaakt. Bij de volgende menstruatie wordt het verdikte baarmoederslijmvlies uitgestoten en samen met de onbevruchte eicel uitgescheiden.

Levonorgestrel als anticonceptiepil

Op dezelfde manier maakt levonorgestrel de afscheiding van de baarmoederhals stroperiger, waardoor het moeilijker wordt voor sperma om de baarmoeder binnen te dringen. Natuurlijk progesteron kon voor deze doeleinden niet worden gebruikt, omdat het na inname snel in de lever zou worden afgebroken.

Voor anticonceptie wordt levonorgestrel alleen of in combinatie met andere hormonen (zoals ethinylestradiol) in fases of permanent ingenomen als een ‘pil’, afhankelijk van de cyclus.

Bovendien zijn hogere doses levonorgestrel ook goedgekeurd als ‘morning-afterpil’. Het kan de kans op zwangerschap drastisch verminderen tot drie dagen (72 uur) na onbeschermde geslachtsgemeenschap.

Levonorgestrel als een hormoonspiraaltje

Het hormonale spiraaltje geeft levonorgestrel gestaag af in de baarmoederholte, waar het voornamelijk het baarmoederhalsslijm (baarmoederhalsslijm) dikker maakt. Dit creëert een natuurlijke barrière voor sperma op weg naar een eicel.

Levonorgestrel vertraagt ​​bovendien de opbouw van het baarmoederslijmvlies, waardoor de implantatie van een eicel wordt voorkomen. Op deze manier wordt de menstruatieperiode van de vrouw vaak verkort of verkort.

Absorptie, afbraak en uitscheiding

Na inname wordt levonorgestrel volledig geabsorbeerd in de darmen en bereikt na drie uur het hoogste niveau in het bloed. Als de werkzame stof slechts één keer wordt ingenomen (zoals bij de ‘morning-afterpil’), wordt na ongeveer twee dagen de helft van de werkzame stof weer uitgescheiden.

Bij herhaaldelijk gebruik (als anticonceptiepil) hoopt het actieve ingrediënt zich op in het lichaam en wordt de uitscheiding vertraagd.

Levonorgestrel wordt afgebroken in de lever en ongeveer de helft wordt uitgescheiden in de urine en de helft in de ontlasting.

Wanneer wordt levonorgestrel gebruikt?

Levonorgestrel is goedgekeurd voor anticonceptie als hormonaal spiraaltje, voor oraal gebruik als monotherapie (bekend als de ‘minipil’) of in combinatie met een oestrogeen (meestal ethinylestradiol).

Hoe levonorgestrel wordt gebruikt

Voor anticonceptie wordt meestal een combinatiepil gebruikt die levonorgestrel en een oestrogeen bevat. Het wordt gedurende de eerste 21 dagen van de cyclus (beginnend op de eerste dag van de menstruatie) ingenomen, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip.

De minipil, die alleen levonorgestrel bevat, wordt continu ingenomen. Vrouwen moeten nog voorzichtiger zijn en de pil regelmatig innemen. Als een vrouw meer dan drie uur vergeet een pil in te nemen, is de anticonceptiebescherming gedurende ten minste zeven dagen niet langer gegarandeerd.

Let op: Dit geldt alleen bij uitzondering voor de minipil – neem bij andere anticonceptiepillen nooit twee tabletten tegelijk!

Een spiraaltje (spiraaltje) met levonorgestrel kan maximaal vijf jaar in de baarmoeder blijven. Het is daarom bij voorkeur geschikt als langdurige anticonceptie.

Gebruik van het levonorgestrel-hormoonspiraaltje

Artsen plaatsen het hormoonspiraal doorgaans binnen zeven dagen na het begin van de menstruatie. De levonorgestrel treedt dan onmiddellijk in werking. Het hormoonspiraaltje kan ook direct na een miskraam of abortus in het eerste trimester worden ingebracht.

De arts controleert op gezette tijden de positie van de levonorgestrelspiraal. De eerste controle vindt doorgaans vier tot twaalf weken na het plaatsen van het spiraaltje plaats. Het hormoonspiraal kan op elk moment worden verwijderd, maar moet, afhankelijk van de voorbereiding, uiterlijk na drie of vijf jaar worden verwijderd. Het is mogelijk om direct daarna een nieuw spiraaltje te plaatsen.

Om continue anticonceptie te garanderen, is onmiddellijk na verwijdering een nieuw spiraaltje nodig. Als alternatief kunt u ten minste zeven dagen vóór verwijdering een ander anticonceptiemiddel (bijvoorbeeld een condoom) gebruiken.

Hoe gebruikt u levonorgestrel als de ‘morning-afterpil’?

Levonorgestrel moet zo snel mogelijk na onbeschermde geslachtsgemeenschap worden ingenomen als noodanticonceptiemiddel (“morning-afterpil”), maar niet later dan 72 uur:

Wat zijn de bijwerkingen van levonorgestrel?

De bijwerkingen van levonorgestrel zijn dosisafhankelijk. Ze komen dus vaker voor bij hogere doses, het ernstigst bij de ‘morning-afterpil’.

Ruim tien procent van de behandelde vrouwen ervaart hoofdpijn, misselijkheid, pijn in de onderbuik, vaginale bloedingen en vermoeidheid.

De bijwerkingen van het innemen van de pil als anticonceptiemiddel komen doorgaans minder vaak voor en zijn minder ernstig.

De tolerantie van de ‘morning-afterpil’ kan worden verbeterd door tegelijkertijd een kleine maaltijd (bijvoorbeeld een broodje) te eten.

De symptomen van ontstoken geslachtsorganen zijn gevarieerd. Als u symptomen opmerkt, laat deze dan onmiddellijk door een arts onderzoeken. Indien onbehandeld, neemt het risico op ernstige ontstekingsreacties, bloedvergiftiging of verminderde vruchtbaarheid toe.

Vaak krijgen patiënten ook cysten in de eierstokken, die meestal geen symptomen veroorzaken en vanzelf verdwijnen. Niettemin moeten ze altijd door een arts worden onderzocht, omdat in sommige gevallen behandeling noodzakelijk is.

Pijn of hevigere bloedingen kunnen erop wijzen dat het spiraaltje niet meer goed past. Het kan echter ook wegglijden of worden uitgeworpen zonder dat de patiënt het merkt. Daarom is het een goed idee om regelmatig te zoeken naar de draadjes die aan het spiraaltje zijn bevestigd. Op deze manier kan worden gecontroleerd of deze nog aanwezig is. Dit zegt echter niets over de juiste plaatsing in de baarmoeder.

Waar moet ik op letten bij het gebruik van levonorgestrel?

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor het actieve ingrediënt of voor één van de andere bestanddelen van het geneesmiddel.

Levonorgestrel als anticonceptiepil mag in de volgende gevallen niet als aanvulling worden ingenomen:

  • bekende of vermoedelijke zwangerschap
  • bestaande trombo-embolische ziekten (zoals diepe veneuze trombose, longembolie)
  • eerdere of bestaande arteriële en hart- en vaatziekten (zoals een hartaanval, beroerte)
  • diabetes met vasculaire veranderingen
  • ernstige leverdisfunctie of levertumoren
  • onverklaarbare vaginale bloeding

Levonorgestrel als intra-uterien geneesmiddelafgiftesysteem mag niet worden gebruikt bij:

  • overgevoeligheid voor de werkzame stof of andere bestanddelen van het geneesmiddel
  • acute of terugkerende ontsteking van de inwendige geslachtsorganen, zoals ontsteking van de vagina (colpitis) of baarmoederhals (cervicitis)
  • zwangerschap
  • Pathologische celveranderingen of kwaadaardige ziekten in de baarmoederhals (baarmoederhals) of de baarmoeder (baarmoeder).
  • kankers beïnvloed door geslachtshormonen (bijv. borstkanker)
  • misvormingen van de baarmoederhals of baarmoeder die het inbrengen of verwijderen van de hormoonspiraal belemmeren
  • onverklaarbare vaginale bloeding
  • ernstige leverziekte of levertumoren

Interacties

Voorbeelden van dergelijke middelen zijn middelen tegen epilepsie en toevallen (zoals fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine, topiramaat), middelen tegen infecties (zoals rifampicine, efavirenz, ritonavir, griseofulvin) en het kruidenantidepressivum sint-janskruid.

Het gebruik van levonorgestrel kan het risico op hartaanvallen en beroertes verhogen bij patiënten met stollingsstoornissen en bij rokers.

Leeftijdsbeperking

Zwangerschap en borstvoeding

Zwangere vrouwen mogen geen hormoonpreparaten gebruiken, zoals de anticonceptiepil (levonorgestrel alleen of samen met een oestrogeen) of de ‘morning after pil’. Voor accidenteel gebruik van een anticonceptiepil of ‘morning after pil’ tijdens de zwangerschap zijn geen verdere diagnostische tests nodig.

Intra-uteriene levonorgestrelpreparaten (hormonaal spiraaltje) mogen tijdens de zwangerschap niet worden gebruikt.

Als u zwanger wordt met een levonorgestrel-spiraaltje, loopt de zwangerschap een groter risico buiten de baarmoeder (bijvoorbeeld een buitenbaarmoederlijke zwangerschap). Dit risico neemt toe bij vrouwen die al een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, een operatie aan de eileiders of een bekkenontstekingsziekte hebben gehad.

Als u vermoedt dat u zwanger bent terwijl u het levonorgestrelspiraal gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Hij zal de verdere procedure met u bespreken.

Hoe u medicijnen kunt verkrijgen met levonorgestrel

De ‘morning-afterpil’ met levonorgestrel is zonder recept verkrijgbaar in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, maar ook in veel andere Europese landen, en kan na grondig consult bij de apotheek zonder recept worden gekocht.

Voor de anticonceptiepil met levonorgestrel is daarentegen een recept vereist. Ook het hormoonspiraaltje is op recept verkrijgbaar en wordt door een arts ingebracht.

Sinds wanneer is levonorgestrel bekend?

Het anticonceptiemiddel is niet gepatenteerd. Daarom brengen veel farmaceutische bedrijven preparaten op de markt die de werkzame stof levonorgestrel bevatten.