Symptomen | Diagnose en therapie van femurhalsfracturen

Symptomen

A fractuur van de femurhals, die vaak optreedt in de context van een val, kan zich manifesteren door een verscheidenheid aan symptomen. Op de voorgrond is zeker een ernstige pijn in de dij van de aangedane zijde. Dit gebeurt vooral onder stress, klagen veel patiënten pijn zelfs in rust.

De pijn hoeft niet strikt gelokaliseerd te zijn in de heupregio. Afhankelijk van de omvang van de blessure kan de pijn ook uitstralen naar de rug of been​ Hematomen (kneuzingen) zijn zichtbaar vanaf de buitenkant van het lichaam van de patiënt, die worden veroorzaakt door de val op de heup.

Afhankelijk van de ernst van de val, kan zo'n hematoom kan grote afmetingen aannemen en kan zelfs een chirurgische behandeling vereisen. tevens de fractuur van de femurhals leidt vaak tot een verkorting en verkeerde plaatsing van de getroffenen been. In dit geval is de been wordt in de heup naar buiten gedraaid en keert vaak pas met hevige pijn terug naar zijn oorspronkelijke positie. In zeer enkele gevallen kunnen patiënten na een dijbeen nog steeds het been belasten nek breuk zodat ze niet alleen weer kunnen opstaan. In dat geval zijn ze afhankelijk van hulp van buitenaf of melden ze direct de spoedarts.

Diagnose

De eerste stap bij de diagnose van een dijbeen nek breuk is een anamnese door de arts, dwz een discussie over de oorzaak van de breuk en de bestaande symptomen. De dokter is vooral geïnteresseerd in hoe het dijbeen precies is nek fractuur opgetreden, dwz of er een val is opgetreden of dat de patiënt lijdt aan bepaalde reeds bestaande aandoeningen zoals osteoporose​ In de meeste gevallen kan de arts de vermoedelijke diagnose stellen van a femurhalsfractuur onmiddellijk na inname van de patiënt medische geschiedenis.

De volgende stap in het proces om een ​​betrouwbare diagnose te stellen, is beeldvorming. Röntgenstraal van de heup is hier de voorkeursmethode. In gecompliceerde gevallen, zoals polytrauma's, kan aanvankelijk ook computertomografie worden uitgevoerd.

In het Röntgenstraal, ziet de arts dan ofwel een breukspleet direct bij de dijbeenhals of een anatomisch onjuiste positie van het gewricht. Dit kan gebeuren als de individuele botfragmenten bij een breuk tegen elkaar bewegen. Als een femurhalsfractuur nu wordt vastgesteld, moet er bijna altijd een operatie volgen voor behandeling.

Als de breuklijnen niet duidelijk zijn Röntgenstraal of als de breuk erg ernstig is, kan naast de röntgenopname ook een computertomogram worden gemaakt. Met behulp van deze aanvullende beeldvorming kan de operatie beter worden gepland. Bovendien kunnen bijkomende verwondingen, zoals verdere fracturen van het dijbeen, worden gedetecteerd.