Welke symptomen treden op en wanneer heeft slaapapneu therapie nodig? | Slaapapneusyndroom

Welke symptomen treden op en wanneer heeft slaapapneu therapie nodig?

Vaak worden bedburen zich bewust van de rusteloze slaap van hun partner tijdens pauzes ademhaling die eindigen met een snurken geluid of zucht, en onregelmatig hard snurken. De ademhaling ritme is verstoord.

Oorzaak van slaapapneusyndroom

In meer dan 90% van de gevallen bevindt de oorzaak van het slaapapneusyndroom zich in de bovenste luchtwegen: de keel van de aangedane persoon vernauwt zich met het begin van de diepe slaapfase omdat de farynxwandmusculatuur verslapt en daardoor de toegang van de bovenste luchtwegen gedeeltelijk wordt geblokkeerd. Dit fenomeen treedt bij voorkeur op in te zwaar patiënten en wordt versterkt door de consumptie van alcohol, roken of het gebruik van kalmerende middelen. Ziekten van de bovenste luchtwegen, zoals nasaal poliepen of een geneigd neustussenschot (kromming van het neustussenschot) kunnen de ontwikkeling van het slaapapneusyndroom bevorderen, zoals ze bevorderen mond ademhaling.

snurken geluiden worden veroorzaakt door het inzakken van de bovenste luchtwegen, zodat patiënten met het slaapapneusyndroom praktisch altijd zware snurkers zijn. Snurkers die overdag erg moe zijn, moeten daarom worden onderzocht op het slaapapneusyndroom. Slaapapneusyndroom wordt in minder dan 10% van de gevallen veroorzaakt door centrale stoornissen van de ademhaling tijdens de slaap of is het gevolg van een chronische long ziekte.

De veelal zwaarlijvige slaapapneu-patiënten hebben vaak bijkomende bijkomende ziekten zoals hartritmestoornissen, een vernauwing of volledige blokkering van de kransslagaders (coronair hart- ziekte) of een pompende zwakte van het hart (hartfalen). De hoge bloeddruk, waarmee ongeveer 50% van de patiënten slaapapneu-syndroom hebben, is het resultaat van een verhoogde activiteit van de stress-bemiddelende zenuwstelsel, die meer van de hormonen adrenaline en noradrenaline: Door de apneu-fasen tijdens de slaap ademt de patiënt minder zuurstof in en dreigt het lichaam in een situatie van zuurstoftekort te komen. Het organisme moet daarom worden aangespoord om harder te werken om te ademen. Het stress-bemiddelende zenuwstelsel doet dit door een alarm naar het lichaam te sturen via de norepinephrine en adrenaline.

Het daaropvolgende verhoogde ademhalingswerk is echter vaak niet efficiënt, zodat uiteindelijk een ontwaakreactie (micro-arousal) optreedt, die weer normaal en efficiënt ademen met voldoende zuurstofopname mogelijk maakt. 'S Nachts wakker worden blijft meestal bewusteloos, maar veroorzaakt slaapfragmentatie en verstoort het nachtelijk herstel, waardoor patiënten overdag erg moe zijn en zelfs slaapaanvallen kunnen optreden. Bovendien een snellere pols tijdens slaap en hart- ritmestoornissen kunnen worden waargenomen bij patiënten met slaapapneusyndroom.