Neuspoliepen (Polyposis Nasi): oorzaken

Pathogenese (ontwikkeling van ziekte)

De pathogenese van polyposis nasi is nog grotendeels onbekend. Het optreden van nasaal poliepen wordt significant gekenmerkt door ontsteking geassocieerd met eosinofiele granulocyten. Dit komt ook tot uiting in de histologie, die wordt geassocieerd met eosinofilie (65-90%) in plaats van neutrofilie (toename van het aantal neutrofielen granulocyten).

Verschillende pathogenetische processen (bijv. Door aspirine gevoeligheid, taaislijmziekte) worden gedacht leiden tot verschillende vormen van nasaal poliepen.

nasaal poliepen ontstaan ​​in de neusbijholten (lat. Sinus paranasales) en groeien van daaruit naar het hoofdgebouw neusholte (Cavum nasi proprium).

De ethmoid sinus (sinus sphenoidalis) en wigvormige sinus (sinus sphenoidalis) zijn bijzonder vatbaar voor de vorming van poliepen.

Opmerking: hoewel neuspoliepen in verband zijn gebracht met allergische aandoeningen (bijv. bronchiale astma), wordt nu aangenomen dat neuspoliepen vertegenwoordigen op zich geen allergische ziekte.

Etiologie (oorzaken)

Biografische oorzaken

  • Genetische aanleg door ouders, grootouders voor allergische aanleg (bijv. Bronchiale astma / intrinsieke vorm) of voor ontstekingsprocessen

Ziektegerelateerde oorzaken

  • Allergische rhinitis (allergische rhinitis).
  • chronisch sinusitis* (bijholteontsteking).
  • Immunodeficiëntie (immuundeficiëntie)
  • cystic fibrosis* (cystische fibrose, ZF) - genetische ziekte met autosomaal recessieve overerving, gekenmerkt door de productie van buitengewoon stroperige secreties in verschillende organen.
  • Septumafwijking * (kromming van de neustussenschot).
  • Ciliaire dyskinesie - genetische disfunctie van ciliaire cellen, vooral respiratoire trilharen epitheel, gekenmerkt door chronische boven en onder luchtwegen ziekte.

* Bevordering van ontstekingsprocessen

Geneesmiddel