Wat is een vingerblok?

Definitie van een vingerblok

Vinger block, ook wel bekend als het blok van Oberst anesthesie, is een regionale anesthesieprocedure om een ​​vinger of zelfs een teen te verdoven. Deze procedure wordt gebruikt voor kleine operaties of verwondingen die moeten worden gehecht. Sinds elk vinger heeft vier belangrijke zenuwen, deze moeten worden beïnvloed door de plaatselijke verdoving. Hiervoor zijn twee lekke banden nodig, waarbij elk op twee plaatsen een depot van het verdovingsmiddel wordt geplaatst. De musculatuur wordt niet beïnvloed door de verdoving, aangezien deze zich in de onderarm voor de vingers.

Indicaties voor een vingerblokkering

Oberst's geleiding anesthesie wordt gebruikt wanneer een bewerking moet worden uitgevoerd op een vinger of teen of wanneer er een geïsoleerde verwonding aan een enkele vinger is en deze moet worden schoongemaakt en gesloten. Deze procedure is bijzonder geschikt voor kleine verwondingen, aangezien in tegenstelling tot de klassieke lokale anesthesiewordt de canule niet in het toch al pijnlijke weefsel ingebracht. Als een verwonding of een operatie meer dan één vinger betreft, wordt meestal voor een andere vorm van regionale anesthesie gekozen en wordt niet elke vinger afzonderlijk verdoofd.

Welke bewerkingen kunnen worden uitgevoerd met een voetblok?

Een voetblok lijkt veel op een vingerblok. Het leveren zenuwen worden verdoofd boven de enkel met meerdere injecties met plaatselijke verdoving. De procedure kan worden gebruikt om lokale operaties aan de voet uit te voeren en om verwondingen te behandelen. Voor operaties op de enkel gewricht of op de spieren en pezenmoet voor een andere procedure worden gekozen, aangezien de spieren gedeeltelijk niet verdoofd zijn omdat ze worden gevoed door een zenuw boven de anesthesiering.

Welke medicijnen worden gebruikt voor een vingerblokkering?

Voor regionale anesthesiologische procedures kunnen verschillende medicijnen worden gebruikt. De historisch meest bekende verdovend is cocaïne. Hoewel cocaïne wordt tegenwoordig niet meer in de geneeskunde gebruikt, tegenwoordig lokaal anesthetica zijn gebaseerd op deze stof en werken via vergelijkbare mechanismen. Mogelijk lokaal anesthetica zijn procaïne, Lidocaïne, bubivacaïne, ropivacaïne en prilocaïne. De verschillende actieve ingrediënten verschillen in effectiviteit, werkingsinzet, werkingsduur en beheersbaarheid en kunnen daarom voor elke toepassing specifiek worden gekozen.