Compomer: toepassingen en gezondheidsvoordelen

In de tandheelkunde wordt compomeer gebruikt als vulmateriaal om gaatjes (het "gat" in de tand) te vullen. Compomeren behoren tot de moderne kunststofvullingen en zijn een alternatief voor bijvoorbeeld traditionele amalgaamvullingen. Ze worden meestal gebruikt voor kleinere defecten of tijdelijk.

Wat is compomeer?

In de tandheelkunde wordt compomeer gebruikt als vulmateriaal om gaatjes (het "gat" in de tand) te vullen. Met behulp van bijvoorbeeld UV-licht hardt het materiaal direct in de mond​ Compomeren zijn halverwege de jaren negentig ontwikkeld als aanvulling op gewone vullingen zoals amalgaam of cement. Bovenal was het vulmiddel bedoeld als alternatief voor de toen gebruikte kunststofharsen, die niet als bijzonder duurzaam en langdurig werden beschouwd en compatibiliteitsrisico's met zich meebrachten. De naam "compomer" is een neologisme van de eerste fabrikant en verwijst naar de samenstelling van het materiaal. Compomeren zijn gemaakt van twee materialen, die afzonderlijk ook kunnen worden gebruikt als vulmateriaal voor tanden: KOMPOsit en glasionomeercement. Composiet is een mengsel van kunststof en anorganische materialen zoals silica of glasdeeltjes, glasionomeercement bestaat uit glas en kwartsdeeltjes. Composietvullingen worden als stabiel en ook esthetisch beschouwd, omdat ze met kleurtechnieken kunnen worden aangepast aan de individuele kleur van de tand. Glas-inomeercement vertoont een hoge adhesie en hecht zich via chemische reacties aan de tandsubstantie. Glas-inomeercementen bevatten ook fluoride, die tijdens de vulling langzaam in de tand wordt afgegeven. Dit voorkomt de ontwikkeling van nieuwe cariës aan de randen van de vulling en houdt de tand gezond.

Vormen, soorten en soorten

Zowel composiet als glas-inomeercement hebben een hoge transparantie en lijken sterk op de tandkleur of kunnen dienovereenkomstig qua kleur worden aangepast. Daarom worden ze in de volksmond bijvoorbeeld gebruikt op voortanden of andere zichtbare gebieden. Compomer, in zijn combinatie van beide materialen, is bedoeld om de voordelen van composiet en glassinomeercement te combineren en tegelijkertijd verschillende nadelen van deze materialen te compenseren. Compomeren zijn bijvoorbeeld sneller en gemakkelijker op de tand aan te brengen dan composieten, die een voorbehandeling door de tandarts en een complexere laagtechniek vereisen. Van compsites krijgen compomeren stabiliteit, slijtvastheid en oppervlaktehardheid. In combinatie met het glas-inomeercement, dat minder duurzaam en sterk is, worden deze goede eigenschappen echter weer enigszins verminderd. Compomeren vallen, net als composiet, niet op vanwege de mogelijkheid van optische aanpassing aan de tand structuur​ Net als bij glas-inomeercement, vertonen ze ook een goede hechting op de tand structuur zonder voorbehandeling. Compomers komen ook vrij fluoride aan de tand, maar in mindere mate dan glas-inomeercement en gedurende een veel kortere periode van enkele weken.

Structuur en werkwijze

Om compomeren in te vullen, boort de tandarts de zieke uit tand structuur zo voorzichtig mogelijk. Vervolgens wordt de tand geprepareerd met de zogenaamde lijm, een lichtuithardende speciale kunststof lijm. Deze lijm is nodig om de aanpassing van het compomeer aan de tandstructuur te verbeteren (door de composietcomponenten hecht het materiaal niet zo goed als een glas-inomeercement). Het compomeer wordt vervolgens met een doseerspuit rechtstreeks in de voorbereide holte gevuld of gelaagd. De laagjestechniek is iets minder gecompliceerd dan bij composieten. Het moet worden gebruikt met iets diepere gaten in de tand om een ​​goede stabiliteit te garanderen. Het materiaal wordt direct uitgehard in de mond door een special koud licht of met behulp van UV-licht. Bij de laagtechniek moet elke laag afzonderlijk worden uitgehard. Tijdens het uitharden kunnen compomeren een lichte materiaalkrimp vertonen. Hierdoor bestaat het risico op zogenaamde marginale spleetvorming tussen de tandsubstantie en de vulling. Dit kan leiden naar cariës aan de randen van de vulling. De tandarts moet hiermee rekening houden en dit corrigeren tijdens het vulproces, want zelfs de fluoride vrijkomen van het materiaal kan alleen voorkomen cariës vorming in beperkte mate. Na uitharding maakt de tandarts de vulling af volgens de anatomische omstandigheden van de tand. In de laatste stap wordt het materiaal gladgestreken en gepolijst.

Medische en gezondheidsvoordelen

Compomeervullingen zijn door hun iets lagere slijtvastheid geschikter voor kleinere vullingen zonder een grote kauwdrukbelasting. De betere biocompatibiliteit van de compomeren (vergeleken met de kwik belasting van het amalgaam) blijkt ook een voordeel te zijn. Allergieën voor componenten van de compomeren of de kleefstof zijn zeer zeldzaam. Vanwege het aanpassingsvermogen van de kleur zijn compomeren bijzonder geschikt voor tandvullingen in het zichtbare gebied, zoals de nek van de tand. Compomeren kunnen echter, in tegenstelling tot composieten, die ook voor dit doel worden gebruikt, absorberen water. Dit kan leiden tot onooglijke marginale verkleuring in het voorste gebied. Compomeren worden ook gebruikt voor tijdelijke vullingen, bijvoorbeeld om een ​​tand daarna functioneel te houden wortelkanaalbehandeling totdat het definitief is hersteld (bijvoorbeeld met een inlay). De wettelijke volksgezondheid verzekeringsfondsen dekken de kosten van compomeren voor de behandeling van afwijkingen aan de voortanden en voor vullingen in de cervicale regio. Voor vullingen van melktanden worden de kosten naar rato gedekt.