Volvolus | Pijn dunne darm

volvolus

Bovendien kan het verdraaien van de darm ernstige gevolgen hebben pijn wegens onderbreking van de bloed levering. Dit heet volvolus. Dit kan leiden tot darmobstructie of zelfs de vernietiging van het aangetaste weefsel.

Zo'n volvolus kan zowel acuut als chronisch voorkomen. Acute darmrotatie gaat gepaard met braken, schokken, buikvliesontsteking en een opgeblazen bovenbuik. een chronisch terugkerende volvolus leidt tot symptomen van malabsorptie, constipatie en niet specifiek pijn in de buik. Deze symptomatische fase kan ook worden onderbroken door symptoomvrije intervallen.

De therapie bestaat uit een chirurgisch herstel van de oorspronkelijke anatomische positie van de dunne darm sectie. Vooral bij een acute rotatie van het dunne darmsegment is een operatie dringend aangewezen om zo snel mogelijk het verlies van het darmsegment te voorkomen. Een chronische volvolus kan op experimentele basis operatief worden gefixeerd om opnieuw verdraaien van de darm te voorkomen.

invaginatie

invaginatie leidt tot vergelijkbare symptomen als de volvolus. echter, de dunne darm wordt niet verdraaid, maar in plaats daarvan wordt een deel van de darm geïnvagineerd langs de lengteas van de darm. Ook hier de bloed toevoer naar de darm wordt onderbroken en de symptomen van een acute darmobstructie optreden.

Vooral zuigelingen tot twee jaar worden vaak getroffen. In het acute geval van een intussusceptie, plotselinge krampachtige pijn in de buik, braken en bleekheid treden op. Een zeer schel huilen van de zuigelingen en het aanspannen van de benen is ook typerend.

Bij volwassenen ontwikkelen deze symptomen zich vaak vrij langzaam in de vorm van een chronische darmobstructie. Bij zowel kinderen als volwassenen is chirurgie de belangrijkste focus. Het getroffen gedeelte van het dunne darm moet worden losgemaakt.

Als een deel van de darm is overleden door het onderbreken van de bloed levering, moet deze worden verwijderd. In de regel komt een invaginatie niet meer dan één keer voor, zodat patiënten in de meeste gevallen na de operatie geen nieuwe invaginatie hoeven te verwachten.