Is schizofrenie erfelijk?

Introductie

De ontwikkeling van schizofrenie, zo wordt aangenomen, is gebaseerd op een multifactoriële genese. Dit betekent dat verschillende factoren kunnen of moeten samenwerken om het klinische beeld van te activeren schizofrenie. Een van deze bouwstenen is genetica.

In tegenstelling tot andere ziekten, zoals trisomie 21, is het echter niet mogelijk om een ​​precieze genetische verandering te identificeren die tot de ontwikkeling van deze ziekte leidt. Er wordt veeleer aangenomen dat bepaalde genetische veranderingen leiden tot verhoogde kwetsbaarheid of vatbaarheid. Op basis hiervan kunnen externe factoren de ontwikkeling van de ziekte bevorderen. Dus, schizofrenie is een erfelijke ziekte, maar alleen in de zin van een verhoogd risico op het ontwikkelen van de ziekte.

Hoe vaak wordt schizofrenie overgedragen van ouders op kinderen?

Over de gehele populatie is het levenslange risico op het ontwikkelen van schizofrenie ongeveer 1%. Het risico kan echter aanzienlijk toenemen als een of zelfs beide ouders door de ziekte worden getroffen. Het neemt meer dan 10 keer toe als een van de twee ouders wordt beïnvloed.

Als moeder en vader tegelijkertijd worden getroffen, is het risico op de ziekte al 46%. Momenteel wordt aangenomen dat ongeveer 80% van de gevallen het gevolg is van genetische veranderingen. Zo speelt de overerving van predisponerende factoren in de ontwikkeling een leidende rol. Het is nog niet helemaal duidelijk in welke genen een mutatie aanwezig moet zijn.

Hoe vaak wordt schizofrenie overgedragen op het kleinkind?

Zelfs als de kinderen van een persoon geen schizofrenie hebben, is het risico op het ontwikkelen van de ziekte bij kleinkinderen groter. Studies hebben aangetoond dat het risico 5 keer hoger is dan bij de algemene bevolking. Dit komt overeen met een levenslange risico van 5%. Dit is echter al een gehalveerd risico in vergelijking met het risico op ziekte voor ouders.

Is er een vroege test om te zien of de schizofrenie is overgedragen?

Ondanks grote inspanningen heeft het onderzoek nog geen concreet gen kunnen vinden dat bij een mutatie tot schizofrenie leidt. Hoewel er nu een aantal genen zijn die als verdacht worden beschouwd, is er nog geen klinisch bewijs gevonden. Naast deze vermoedelijke genen zijn er nog een aantal andere genetische ziekten die een significant verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van schizofrenie.

Voorbeelden hiervan zijn het Fra (X) -syndroom of microdeletiesyndroom 22q11, waarbij naast schizofrenie ook andere ernstige symptomen optreden, zoals mentale retardatie. Een test voor het vroegtijdig opsporen van schizofrenie is daarom niet zinvol, omdat nog niet duidelijk is waar het naar moet zoeken. Erfelijkheidsadvies bij schizofrenie is gebaseerd op bevolkingsonderzoeken, die kunnen wijzen op het risico op het ontwikkelen van schizofrenie als er bijvoorbeeld een familielid is getroffen. We zijn echter nog ver verwijderd van een concreet begrip van deze relatie.