Vaccinatie tegen meningitis

Introductie

Vaccinatie tegen meningokokken hersenvliesontsteking betekent meestal bescherming tegen meningokokken. Meningokokken zijn bacteriën met de wetenschappelijke naam Neisseria meningitidis. Ze komen wereldwijd voor en veroorzaken een etterende meningitis (bacteriële meningitis) of a bloed vergiftiging (sepsis) in geval van infectie.

Kinderen onder de 5 jaar en adolescenten zijn het meest vatbaar voor infecties. Vooral kinderen tussen 1 en 2 jaar en adolescenten tussen 15 en 19 jaar worden vaak getroffen. Onder de bacteriën er zijn verschillende subgroepen (serogroepen) waaraan het vaccin is aangepast.

In Europa en vooral in Duitsland komen bijvoorbeeld meningokokken van serogroep C bijzonder vaak voor, vandaar dat bescherming tegen precies deze bacteriën is bijzonder belangrijk. Naast bescherming tegen meningokokken zijn er ook vaccins tegen de ziekteverwekker Haemophilus influenzae type B en TBE (vroege zomer meningoencefalitis), wat ook kan leiden tot hersenvliesontsteking​ De vaccinatie voorkomt bij de meeste kinderen meningokokkeninfectie en dus ook alle bijkomende en gevolgschade die door de ziekte kan worden veroorzaakt.

Zeker bij uitstel van therapie kan dit anders tot ernstige progressie leiden, waarbij de kinderen bijvoorbeeld ontwikkelingsstoornissen of verlamming krijgen. Meningokokkeninfectie is een gevaarlijke ziekte die ondanks goede medische zorg in Duitsland nog steeds tot de dood kan leiden. Om dit risico te verkleinen, moet de vaccinatie van alle kinderen zo volledig mogelijk zijn.

Hoe vaak moet de vaccinatie worden toegediend en ververst?

In Duitsland wordt een vaccin gebruikt dat delen van de buitenste schil van de bacterie bevat en zo de bacterie sensibiliseert immuunsysteem naar de ziekteverwekker. Bij toediening een zogenaamd immunologisch geheugen is gevormd. Dit betekent dat de immuunsysteem onthoudt de componenten van het vaccin en dus ook van de ziekteverwekker en kan bij herhaald optreden onmiddellijk afweercellen vormen tegen de meningokokken.

Hierdoor geheugenis slechts één vaccinatiedosis nodig om een ​​effectieve bescherming tegen de infectie op te bouwen. Uiterlijk twee weken na toediening is de vaccinatiebescherming actief en hoeft daarna meestal niet ververst te worden. De uitzondering zijn mensen met een verzwakte immuunsysteem of milt ziekte.

In deze gevallen moet de vaccinatie regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig worden vernieuwd. In andere delen van de wereld circuleren andere subgroepen van het meningokokken-type. Bij hoogrisicopatiënten is het raadzaam om opnieuw te vaccineren met een vaccin dat nog meer subgroepen dekt als ze naar het buitenland willen reizen.

De vaccinatie tegen meningokokken hersenvliesontsteking kan worden gegeven vanaf de leeftijd van 12 maanden. Sinds 2006 maakt vaccinatie tegen meningokokkenmeningitis bij baby's deel uit van de vaccinatieadviezen van de STIKO (Standing Commission on Vaccination, verantwoordelijk bureau). De vaccinatie wordt klassiek toegediend aan baby's vanaf 12 maanden.

De reden voor de wachttijd van een jaar is het immuunsysteem van de kinderen. Om een ​​zogenaamde immunologische geheugen om opgebouwd te worden, moet het immuunsysteem zich eerst ontwikkelen. Geheugen is symbolisch gesproken en betekent dat bepaalde cellen van het immuunsysteem zich de structuren van de bacteriën herinneren die in geïnactiveerde vorm in het vaccin zitten.

Als de ziekteverwekker nu weer het lichaam binnendringt, kunnen er direct afweercellen worden aangemaakt en komt de infectie niet of slechts in geringe mate (bijvoorbeeld in de vorm van verkoudheid) uit. Vanaf de leeftijd van één jaar kan de vaccinatie op elk moment worden toegediend, mits er geen intolerantie is. Aangezien meningokokkeninfecties met bijbehorende meningitis het meest waarschijnlijk voorkomen bij baby's en zuigelingen tussen één en twee jaar, en ook bij adolescenten, wordt vroege vaccinatiebescherming sterk aanbevolen.

In principe is het mogelijk om de meningokokkenvaccinatie gratis in te halen tot de leeftijd van 18 jaar als deze tot nu toe niet is gegeven. Vanaf 18 jaar is het mogelijk dat de wettelijke volksgezondheid verzekeringsmaatschappij kan een bijdrage in de kosten eisen, maar de verzekeringsmaatschappijen dekken vaak het totale bedrag, vooral voor jongvolwassenen. Het is aan te raden om de vaccinatie in de eerste levensjaren te laten uitvoeren als onderdeel van de reguliere controles bij de kinderarts, zodat deze niet wordt vergeten.

Er zijn weinig verschillen in de vaccinatie van baby's, peuters of kinderen. De bescherming is op elke leeftijd even goed opgebouwd en de bijwerkingen van de vaccinatie zijn meestal plaatselijk. Slechts zeer zelden treden sterkere bijwerkingen op, zie hieronder “Bijwerkingen van de vaccinatie tegen meningitis”. Een factor die doorgaans verwaarloosbaar is, maar wel in de vaccinatieplanning kan worden meegenomen, is het psychologische effect van de vaccinatie op het kind.

Op de baby- of peuterleeftijd krijgen de meeste kinderen de injectie nauwelijks en bieden ze niet veel weerstand. In zo'n vroeg stadium zijn er meestal geen herinneringen die later een fobie voor artsen of injecties kunnen veroorzaken. In jeugdwordt de perceptie van jonge patiënten scherper en kunnen zowel de vaccinatie als het bezoek aan de dokter in verband worden gebracht pijn​ Deze houding kan in de toekomst voor grote problemen zorgen volksgezondheid zorg voor de nog jonge persoon. Hoewel dergelijke voorvallen vrij zeldzaam zijn, kunnen ze worden voorkomen door een vroege vaccinatie.