Diabetes type 1

diabetes mellitus, diabetes mellitus, jeugddiabetes, diabetes bij adolescenten

Introductie

De verouderde term voor type 1 suikerziekte is "juveniele diabetes" en komt voort uit het feit dat het voornamelijk kinderen en adolescenten zijn die voor het eerst de diagnose van deze ziekte krijgen. Deze naam suikerziekte type 1 is nog steeds wijdverbreid, maar wordt als achterhaald beschouwd, omdat nu bekend is dat volwassenen net zo goed diabetes type 1 kunnen ontwikkelen. Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte en berust op een absoluut gebrek aan insuline.

Dit betekent dat het hormoon insuline, die verantwoordelijk is voor het reguleren bloed suikerniveaus, wordt helemaal niet of niet in voldoende hoeveelheden door het lichaam aangemaakt. Als gevolg hiervan hebben patiënten een te hoge dosis bloed suikerniveau. Omdat de suiker (glucose) niet meer wordt opgenomen door de bloed in de cellen doet zich het volgende probleem voor, namelijk het gebrek aan suiker in de cellen, waar het ontbreekt als energieleverancier.

Epidemiologie

Geschat wordt dat momenteel ongeveer 7 miljoen mensen in Duitsland leven met diabetes mellitus. Slechts ongeveer één op de twintig hiervan heeft echter diabetes mellitus type 1, wat overeenkomt met ongeveer 50,000 mensen. Diabetes type 95 is met 1% verreweg de meest voorkomende stofwisselingsziekte bij kinderen en adolescenten. In Duitsland worden ongeveer 21,000 tot 24,000 kinderen getroffen. Het aantal nieuwe gevallen neemt elk jaar met ongeveer 3 tot 5% toe.

Oorzaken van diabetes mellitus type 1

De oorzaken van diabetes zijn talrijk en gevarieerd en meestal moeten verschillende factoren samenvallen voordat iemand daadwerkelijk diabetes type 1 ontwikkelt. Er is een genetische aanleg en verschillende omgevingsfactoren die hier een doorslaggevende rol spelen. Een erfelijke factor die bij bijna alle diabetici wordt aangetroffen betreft een oppervlaktekenmerk van de witte bloedcellen.

Er zijn echter ook gezonde mensen die dezelfde eigenschap op hun cellen dragen. Inmiddels zijn er maar liefst 20 genen geïdentificeerd die verband houden met de ontwikkeling van diabetes mellitus type 1. Omgevingsfactoren waarvan is aangetoond dat ze verband houden met de ontwikkeling van deze ziekte omvatten verschillende virussen (bijvoorbeeld, rodehond, echo en herpes virussen), de vroege consumptie van koemelk of het eiwitgluten.

Het resultaat van de interactie van deze factoren is een auto-immuunreactie van het lichaam. Dit betekent dat de immuunsysteem, dwz het afweersysteem, keert zich tegen de eigen structuren van het lichaam omdat het deze ten onrechte als vreemd en gevaarlijk identificeert. In het geval van diabetes type 1 is deze afweerreactie gericht tegen de B-cellen van de alvleesklier, die verantwoordelijk zijn voor de productie van insuline. Het afsterven van de cellen leidt tot een absoluut gebrek aan insuline, waardoor de ziekte zich pas manifesteert als er nog maar 10 tot 20% van de cellen aanwezig is.