Therapie van hepatitis B

Introductie

Hepatitis B is een virale infectie van de lever met de hepatitis B virus. In 90% van de gevallen geneest een dergelijke infectie spontaan zonder therapie. Hieronder leert u meer over de specifieke therapie van a hepatitis B infectie.

Hoe wordt een hepatitis B-infectie behandeld?

In de meeste gevallen therapie voor acute hepatitis B-infectie is niet nodig, aangezien in 90% van de gevallen een volledige genezing wordt verwacht. Een licht dieet, bedrust en algemene hygiënemaatregelen om het milieu tegen de infectie te beschermen, zijn de algemene therapeutische maatregelen. In het geval van een chronische infectie met de hepatitis B virus, zijn er nu enkele antivirale middelen beschikbaar, zogenaamde virusstatica.

Afhankelijk van het stadium van hepatitis B ziekte en virale activiteit, is antivirale therapie geïndiceerd. Als de patiënt is geïnfecteerd met hepatitis B, bevindt hij zich aanvankelijk in de acute fase van de hepatitis. Deze fase verloopt in 2/3 van de gevallen volledig zonder symptomen en blijft dus vaak onopgemerkt.

Echter, 1/3 van de patiënten vertoont symptomen zoals geelzucht of algemeen griep-achtige symptomen zoals buikklachten, vermoeidheid or verlies van eetlust. In het acute stadium van hepatitis B is de behandeling puur symptomatisch, dat wil zeggen dat patiënten met symptomen primair op bed of fysieke rust moeten liggen en de lever door gezond voedsel te eten en alcoholische dranken te vermijden. In de meeste gevallen verdwijnen de symptomen na maximaal 3-6 weken.

De ziekte van hepatitis B geneest in 95% van de gevallen zonder verdere gevolgen. In de zeldzaamste gevallen is acute hepatitis zo ernstig dat patiënten met medicatie moeten worden behandeld omdat de lever begint te mislukken. In dergelijke gevallen wordt antivirale therapie met interferonen of antivirale middelen gebruikt.

Zoals eerder vermeld, kan hepatitis B-infectie in ongeveer 5% van de gevallen chronisch worden, wat betekent dat de immuunsysteem kan niet vechten tegen de virussen voldoende en blijven in de lever. Chronische hepatitis B heeft twee medicijnbenaderingen. Beide interferonen worden gebruikt - typisch PEG-inteferon-alpha - die de immuunsysteem bij het bestrijden van het virus.

PEG-Inteferon-alpha wordt eenmaal per week als injectie toegediend. Als deze therapie niet mogelijk is of als er al gevorderde leverschade is, worden antivirale middelen in de vorm van nucleoside- of nucleotide-analogen gebruikt. Deze medicijnen kunnen dagelijks in de vorm van tabletten worden ingenomen en interfereren met de vermenigvuldiging van hepatitis B. virussen. Als de medicamenteuze behandeling mislukt, Leverfalen kan optreden en een levertransplantatie moet worden overwogen. Meer details over deze behandelingsopties zijn te vinden in de overeenkomstige paragrafen van dit artikel.