Therapie | Door heparine geïnduceerde trombocytopenie (HIT)

Therapie

De belangrijkste stap in de therapie is het onmiddellijk staken van heparine als type II HIT wordt vermoed. Ook alle andere geneesmiddelen die heparine mag niet verder worden gebruikt om mogelijke complicaties te voorkomen. Deze omvatten zalven of katheterirrigaties met heparine.

De antistollingstherapie moet worden gewijzigd in stoffen die niet op heparine zijn gebaseerd om de onderliggende ziekte te behandelen en vooral om de circulatiestoornissen veroorzaakt door HIT. Hiervoor wordt meestal het middel Argatroban (Argatra) gebruikt. Het medicijn Danaparoid kan ook een allergische reactie vanwege de structurele gelijkenis met heparine.

Daarom moet voor gebruik worden verduidelijkt of de antilichamen die de HIT hebben geactiveerd, reageren ook met Danaparoid. Als HIT al ernstig heeft veroorzaakt trombosekan fibrinolyse nodig zijn. Dit betekent dat de bloed stolsels worden opgelost door medicatie. Om herhaling van door heparine geïnduceerde trombocytopeniemoet de allergie voor heparine worden vermeld op de identiteitskaart van de patiënt of allergiepaspoort en mag niet onvermeld blijven in een nieuw ziekenhuis of doktersafspraken.

Note

Voor algemene informatie over het onderwerp medicinale tromboseprofylaxe (heparines), verwijzen wij u naar de pagina over: Medicinale tromboseprofylaxe