Tests voor het Piriformis-syndroom - welke zijn beschikbaar?

In piriformis syndroom, de compressie van de Ischiaszenuw onder de piriformis spier veroorzaakt ernstige pijn in het gluteale gebied, dat kan uitstralen naar het lumbale gebied en het achterste dij tot aan de knie. Vanwege deze symptomen kan een piriformis syndroom kan vaak worden verward met een hernia van de lumbale wervelkolom. Voor de behandeling van deze ziekte kunnen conservatieve methoden, zoals fysiotherapie, specifiek voor Piriformis Syndrome, zijn bijzonder geschikt. Voor de diagnose van het piriformis-syndroom zijn verschillende tests vastgesteld die zich richten op de functie van het piriformis spier. Verdere informatie is te vinden onder:

  • Piriformis Syndrome
  • Fysiotherapie voor het Piriformis-syndroom

Piriformis-spier (Musculus piriformis)

De piriformis spier (lat. peervormige spier) behoort tot de binnenste laag van de heupspieren en loopt van de binnenkant van het bekken naar de dij bot. De spier heeft de taak om de dij naar buiten staand, strekt het uit en is verantwoordelijk voor de ontvoering. Piriformis spier

  • Peervormige spier - Musculus piriformis
  • Iliac schep -Ala ossis ilii
  • Achterste sacrale gaten -Foramina sacralia posteriora
  • Sacrum - Os sacrum
  • Grote glooiende heuvel - Trochanter major
  • Kleine rollende heuvel - Trochanter minor
  • Femorale schacht -Corpus femoris
  • Ischium - Os ischii (ischium)
  • Vijfde lendenwervel -Vertebra lumbalis V

Eerlijke toets

De FAIR-test is een belangrijke en relatief betrouwbare test voor de diagnose of uitsluiting van het piriformis-syndroom. FAIR staat voor flexie (flexie), adductie (een ledemaat naar het midden van het lichaam brengen) en interne rotatie (naar binnen draaien), dwz de bewegingen waaruit de test bestaat. De FAIR-test kan niet met 100% zekerheid vaststellen of de symptomen het gevolg zijn van het piriformis-syndroom, maar biedt wel een belangrijk referentiepunt bij de diagnose van een dergelijk syndroom.

Om de test uit te voeren, ligt de patiënt aan de gezonde kant, met de onderste been recht gestrekt en het bovenlichaam zo plat mogelijk op de onderzoeksbank. De been aan de zieke kant wordt bij de knie gebogen en naar het lichaam getrokken, zodat de flexie in de heup gewricht is 60 °. Hetzelfde been wordt gelijktijdig naar het lichaam geleid in de heup gewricht (adductie) en naar binnen gedraaid (interne rotatie).

De examinator zorgt nu voor een stretching van de piriformis-spier door het bovenbeen naar beneden te drukken in de liggende positie. De FAIR-test is positief als pijn in de billen komt voor tijdens het onderzoek. Zoals hierboven vermeld, kan de test ook positief zijn voor andere aandoeningen van de billen of de lumbale regio, en een negatief testresultaat sluit het piriformis-syndroom niet met zekerheid uit.