Tandvulling met cement

Introductie

cariës is wijdverbreid en bijna iedereen heeft wel eens een carieuze tand gehad. Ofwel vooraan of op de grote kiezen - cariës tast de harde tandsubstantie aan en breekt deze af. Dus de bacteriën slagen erin om steeds verder door te dringen in de binnenkant van de tand.

De enige manier om het cariës en zo de tand beschermen tegen verdere beschadiging is naar de tandarts gaan. Daar wordt de cariës verwijderd en blijft er een gaatje over dat niet zo kan blijven. Een vulling is nodig om het gat te dichten.

Er zijn verschillende materialen om uit te kiezen, zoals amalgaam, composiet of een vulling met een speciaal cement. Maar wat is dit precies en hoe verschilt de cementvulling van de andere? De klassieke en meest bekende vulling is een amalgaam vulling.

Zilveramalgaam is gemaakt van kwik, tin, koper en zilver. Door zijn eigenschappen is het gemakkelijk vervormbaar en zet het uit nadat het in de holte is geplaatst, zodat het het gat volledig kan afsluiten en er geen stoffen van buitenaf in kunnen binnendringen. Waar grote kauwkrachten optreden, zoals op de grote kiezen, is dit nog steeds het middel bij uitstek.

Amalgaamvullingen zijn de afgelopen jaren bekritiseerd vanwege de vrees dat het kwik dat ze bevatten schadelijk zou kunnen zijn voor volksgezondheid​ De dosis is echter zo laag dat dit niet waar is. De nieuwste middelen die worden gebruikt, zijn de zogenaamde composieten.

Een composiet bestaat voor 80% uit het zout van kiezelzuur en 20% uit kunststof. Het grote voordeel is dat het tandkleurig is en daardoor ook optimaal te gebruiken is voor vullingen in het anterieure gebied. Ook is het mogelijk om met een speciale kleurtechniek de hars optimaal aan te passen aan de resterende tandkleur in de tandstelsel.

Composieten zijn duurzaam en behouden hun vorm, zodat ze naast het anterieure gebied ook in het posterieure gebied kunnen worden gebruikt. Een mengsel van een composiet en een glasionomeercement wordt een compomeer genoemd. Deze vereisen echter nog wat onderzoek en nader onderzoek, omdat de middelen die momenteel op de markt verkrijgbaar zijn alleen geschikt zijn voor vullingen in het cervicale gebied, op melk tand of voor een overgangsperiode.

Een vulling op gekauwde oppervlakken is momenteel nog niet mogelijk. Gouden hamervullingen, waarbij een dunne goudfolie in het gat wordt “getikt”, worden nauwelijks gebruikt. De vulling zou duidelijk zichtbaar zijn, maar heeft een goede duurzaamheid.

Een andere mogelijkheid om een ​​tand te vullen is door een cement te gebruiken. Als men een tand wil vullen, spreekt men niet simpelweg van een "cement", maar eerder van glasionomeercement (afgekort GIZ). Op deze manier ontsnapt men aan verwarring, aangezien de "cementen" die in de tandheelkunde worden gebruikt, anders worden gebruikt om een ​​kroon te bevestigen.

Men kan onderscheid maken tussen 3 basistypen van cement: Alvorens het glasionomeercement van naderbij te bekijken, is het belangrijk om de vereiste eigenschappen van een dergelijk cement te overwegen. Het moet biocompatibel zijn, niet te dik en gemakkelijk te verwerken. Bovendien moet het goed vasthouden, licht doorlaten, hoge druk- en trekkrachten weerstaan ​​en snel kunnen worden belast.

Niet elk cement kan 100% aan al deze eisen voldoen. Het glasionomeercement dat wordt gebruikt voor vultherapie wordt gebruikt voor speeksel-strakke, tijdelijke vullingen, zoals die worden gebruikt bij tandheelkundige hulpdiensten wanneer er geen tijd is voor een complexere vulling. Het wordt niet gebruikt voor permanente vullingen, maar wordt voor een bepaalde tijd in de tand geplaatst.

De gedetailleerde naam voor een glasionomeercement is: glaspolyalkenoaatcement en bestaat uit een poeder en een vloeistof die met elkaar worden gemengd. De vloeistof bestaat uit 48% polyacryl-itaconzuur copolymeer, 5% wijnsteenzuur en 47% water. De poederachtige component bestaat uit 100% aluminiumsilicaatglas met fluoriden en calcium.

Dit komt ook tegemoet aan een bijzonder kenmerk van dit type cement, omdat het fluoride en calcium​ Nadat het is toegevoegd, fluoride, dat ook aanwezig is in tandpasta, wordt in kleine hoeveelheden aan de tand afgegeven. Dit zou een nieuwe cariës aan de vulranden moeten tegengaan.

Bovendien mogelijk bacteriën worden gedood en de glazuur wordt versterkt. Als de twee componenten kort voor het aanbrengen met elkaar worden gemengd, treedt een chemische hardingsreactie op. Het zuur in de vloeistof tast de glasdelen aan en er komen metaalionen vrij. Deze vrije metaalionen kunnen nu migreren zodat er een herschikking van de atomen plaatsvindt.

Er wordt een gelachtige massa gevormd, die verhardt naarmate het proces vordert. Wanneer de tandarts het bestaande gat met deze massa vult, hecht het zich aan het onbehandelde glazuur en dentine door het polyacrylzuur chemisch te binden aan de calcium van de tand glazuur​ De binding wordt dus voor een bepaalde tijd gegeven.

  • Vulcementen, zoals het zojuist genoemde glasionomeercement
  • Retentiecementen, die worden gebruikt om een ​​prothese, zoals een kroon of een tijdelijke prothese, permanent of voorlopig aan de tand te bevestigen
  • Ondervullende cementen, bijv. Voor fissuurkitten

Zoals hierboven vermeld, is dit minerale cement alleen bedoeld voor tijdelijke vulling therapie en zal anders waarschijnlijk worden gebruikt voor het bevestigen van tandprothesen. Naast tijdelijke vullingen wordt het ook gebruikt om carieuze defecten in te behandelen melk tand​ Kleinere defecten van de nek van de tand kan er ook mee worden behandeld, maar moet regelmatig op duurzaamheid worden gecontroleerd.

A tijdelijke vulling is zinvol zodra een permanente vulling nog niet is aangegeven. Dit zou het geval zijn als een cariës al gevaarlijk dicht bij de tandzenuw en het is nog niet zeker of de zenuw is beschadigd. Voor een kritische tand moet niet voor een definitieve vulling worden gekozen, omdat deze ingewikkelder en duurder zijn en het werk tevergeefs is als blijkt dat de zenuw moet worden verwijderd of zelfs de hele tand moet worden verwijderd.

Het kan dus ook gebruikt worden na een wortelkanaalbehandeling totdat de therapie succes laat zien. In al deze gevallen is tijdelijke behandeling vooralsnog zinvoller om onnodige kosten en moeite te besparen. Qua kleur vertoont het na uitharding een mat, licht gekleurd oppervlak. De kleur komt echter niet helemaal overeen met de natuurlijke tandkleur en is daardoor herkenbaar als vulling.