Nadelen | Tandvulling met cement

Nadelen

De reden waarom een ​​vulling met een cement niet als een langdurige restauratie kan worden beschouwd, is dat deze sneller bros kan worden en een lagere slijtvastheid heeft. Het slijt sneller en kan gemakkelijker versplinteren onder hoge kauwkrachten. Er is ook het nadeel dat het water opneemt, wat ook tot scheuren leidt. Door zijn matte kleur voldoet het niet aan erg hoge esthetische eisen. Tijdelijke vullingen kunnen 6 maanden tot maximaal een jaar in de tand blijven zitten, maar dienen uiterlijk na het jaar te worden vervangen of vervangen door een andere vulling van hogere kwaliteit.

Kosten

Glasionomeercementen kunnen pluspunten opleveren in de financiële aspecten. Ze maken deel uit van de standaardzorg van de wetgever volksgezondheid verzekeringsfondsen, ook in de posterieure regio, en zijn dus vrij van eigen bijdrage. Voor de patiënt ontstaan ​​er vooralsnog geen kosten meer.

Opgemerkt moet echter worden dat deze vullingen geen lange levensduur hebben en met bepaalde tussenpozen moeten worden vernieuwd, wat regelmatige afspraken met de tandarts vereist. Bovendien moet bij elk nieuw vulproces iets meer van de tandsubstantie worden verwijderd, zodat bij elke behandeling in kleine hoeveelheden gezonde harde tandsubstantie verloren gaat. Daarom is het raadzaam om na te denken over een permanente restauratie, zoals bij een composiet.

Dit brengt echter kosten met zich mee voor de patiënt in het posterieure gebied van de tand, aangezien het geen standaardbehandeling is die wordt gedekt volksgezondheid verzekering. Een composietvulling wordt alleen geaccepteerd als deze zich in het zichtbare gebied bevindt. Op de achterste tanden is het verschil met de amalgaam vulling moet worden betaald, wat anders de standaardzorg van de volksgezondheid verzekeringsbedrijf. Als er echter sprake is van een amalgaamintolerantie, betaalt de zorgverzekeraar de samengestelde kosten in het posterieure gebied.

Duurzaamheid van cementvullingen

De garantie voor tandheelkundige zorg is 2 jaar. Een cementvulling moet niet worden vertrouwd om een ​​langere levensduur te hebben. Cement is eigenlijk geen definitief (= definitief) vulmateriaal.

Het wordt vaak gebruikt als ondervulling, onder een amalgaam vulling of als opbouwvulling, om de tand later van een kroon te voorzien. Tandcement stolt door een poeder te mengen met een vloeistof. Dit poeder bestaat uit calcium, aluminium, silicaten en glas, mineralen die niet erg stabiel zijn.

Cementen zijn daarom erg poreus in vergelijking met amalgaam of kunststoffen. Na verloop van tijd wassen de mineralen uit het cement. Ten eerste mist de vulling stabiliteit en hardheid. Aan de andere kant is de tand gevoeliger voor cariës vanwege het ontbreken van minerale afgifte.

Het voordeel van cementen met kleine deeltjes is dat ze zeer nauwkeurig passen. Het nadeel is echter dat het minder stevig en minder slijtvast is. Als voor een grofkorrelig cement wordt gekozen, is het moeilijker maar past het ook niet in de vulholte.