Taken voor ontgifting | Taken van de lever

Taken voor ontgifting

De lever is een van de belangrijkste weefsels voor biotransformatie. Dit is de omzetting van stoffen die niet kunnen worden uitgescheiden in excreteerbare stoffen. Dit is vooral belangrijk voor stoffen die schadelijk zijn voor het lichaam, zodat ze zich niet ophopen in het lichaam.

Veel van dergelijke stoffen worden omgezet in de lever. Dit zijn onder meer alcohol, medicijnen, schadelijke stoffen en giftige stofwisselingsafvalproducten. Ze bereiken de lever via de bloed schepen en worden daar omgezet of uitgescheiden.

De omzettingsreactie omvat twee stappen. In de eerste stap wordt een functionele groep, bijvoorbeeld -OH of -SH, aan de stof gehecht (conversiereactie) en in de tweede stap worden de moleculen via de functionele groep (conjugatiereactie) aan in water oplosbare stoffen gehecht. Belangrijk enzymen voor deze reacties zijn de cytochroom 450 oxygenases.

Ze zijn verantwoordelijk voor een fase 1-reactie en zijn slechts in geringe mate substraatspecifiek. Dit betekent dat ze veel verschillende stoffen kunnen omzetten. Nadat de stoffen in de lever zijn omgezet in in water oplosbare stoffen, kunnen ze worden afgegeven aan de bloed en uitgescheiden via de nieren (bijvoorbeeld ammoniak tot ureum).

Andere stoffen kunnen niet in de bloed, maar worden uitgescheiden via de gal. Deze omvatten bijvoorbeeld het bloedpigment hemoglobine. Het wordt in de lever afgebroken bilirubine.

Dit wordt vervolgens geconjugeerd (gekoppeld) en getransporteerd in de gal gebonden aan galzouten om via de darmen te worden uitgescheiden. Dit geldt ook voor veel medicijnen. Alcohol wordt ook afgebroken in de lever.

Er zijn echter specifieke enzymen Voor dit doeleinde. In de eerste stap wordt alcohol door alcoholdehydrogenase omgezet in een schadelijk tussenproduct, aldehyde. Dit moet nu worden omgezet in azijnzuur door een ander enzym, aldehyde dehydrogenase.

Mensen die niet genoeg van dit tweede enzym hebben, hebben meer kans om er last van te hebben misselijkheid en ernstig hoofdpijn. De lever is daarom het centrale orgaan voor de ontgifting van verschillende stoffen door biotransformatie. Als de reacties van biotransformatie niet meer werken of als de lever niet meer functioneert, kan ernstige schade aan het lichaam optreden door ophoping van deze schadelijke stoffen (drugs, alcohol, afvalproducten).

Resorptiefase

In de resorptiefase (direct na voedselinname) worden de voedingsstoffen vanuit de darm opgenomen in de lever, waar ze worden omgezet in bewaarproducten en energieleveranciers. De energieleveranciers worden vervolgens naar de verschillende organen getransporteerd, waar ze beschikbaar zijn voor de stofwisselingsprocessen van de afzonderlijke organen. Zodra alle organen zijn aangevoerd, wordt de overtollige glucose omgezet in glycogeen en opgeslagen in de lever, of bij grote hoeveelheden omgezet in vet.

De vetzuren worden omgezet in triacylglyceriden (vetten) en opgeslagen in de vetweefsel en de aminozuren worden omgezet in eiwitten en enzymen en ter beschikking gesteld voor de bijbehorende functies. Sommigen van hen kunnen ook worden opgeslagen bij verschillende eindorganen in opslagblaasjes (kleine ronde blaasjes) (bijv insuline, schildklier hormonen). Op deze manier bouwt de lever een voorraad op wanneer er een overvloed is, die vervolgens dient om alle vitale organen en functies te voorzien tijdens perioden van honger. Alleen door deze opslagmogelijkheden kunnen we intensief sporten en soms urenlang niet eten zonder dat ons lichaam zijn functies hoeft te beperken.