Stoornis in de impulsbeheersing: oorzaken, symptomen en behandeling

In de psychologie verwijst stoornis in de impulsbeheersing naar dwangmatig en oncontroleerbaar gedrag dat getroffen individuen vertonen wanneer ze onder spanning staan. De specifieke actie die impulsief wordt uitgevoerd, resulteert in een tijdelijke vermindering van de spanning.

Wat kenmerkt een stoornis in de impulsbeheersing?

Kenmerkend voor stoornissen in de impulsbeheersing is dat de getroffen mensen hun impuls niet kunnen weerstaan. De beslissing om een ​​bepaalde handeling uit te voeren is niet bewust gemaakt en uitgevoerd. Bovendien streven de verschillende impulsen geen enkel doel na. Een typische stoornis van impulscontrole is bijvoorbeeld pathologisch stelen, wat ook wel ouderwets wordt aangeduid als kleptomanie. Mensen die dwangmatig stelen, streven geen motieven na zoals verrijking, afgunst of het schaden van een ander. Ze stelen onvrijwillig en hebben geen interesse in de gestolen items, vaak zelfs verborgen of vernietigd. Andere stoornissen in de impulsbeheersing zijn onder meer dwangmatig kopen, dwangmatig eten, dwangmatig gokken, dwangmatig masturberen en dwangmatig het lichaam pijn doen door te krabben of uit te trekken haar en nagels​ In principe kan een impulsieve actie worden onderverdeeld in vijf verschillende actiestadia. Na de eerste impuls groeit de wens om het uit te voeren, wat gepaard gaat met hoge spanning. Dit wordt verlicht door de uitvoering van de dwangmatige handeling en leidt tot korte termijn ontspanning​ De laatste fase, die niet altijd plaatsvindt, wordt gekenmerkt door schuldgevoelens.

Oorzaken

De oorzaken van stoornissen in de impulsbeheersing zijn niet afdoende onderzocht. Naar alle waarschijnlijkheid worden de aandoeningen veroorzaakt door een complex samenspel van genetische en fysieke grondslagen, opvoeding, omgeving en ervaringsachtergrond. Bovendien vermoeden onderzoekers dat de hormoonspiegels van de getroffenen relevant zijn voor het probleem en de aard van de aandoening aanzienlijk beïnvloeden. Mannen hebben hoger testosteron niveaus dan vrouwen en zijn vatbaarder voor agressieve stoornissen, zoals dwangmatige brandstichting. Vrouwen daarentegen vertonen minder agressief compulsief gedrag, hoewel deze vaak zelfvernietigend van aard zijn. Trichotillomanie, of de dwang om zich terug te trekken haar, is een dwangmatige handeling die vaak door vrouwen wordt toegepast. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre stoornissen in de impulsbeheersing samenhangen met andere psychische stoornissen. Van bijzonder belang is het verband met verslavingen en ernstige psychische aandoeningen zoals borderline persoonlijkheidsstoornisBijvoorbeeld.

Symptomen, klachten en tekenen

Symptomen van een stoornis in de impulsbeheersing zijn niet altijd specifiek, aangezien er veel verschillende manifestaties van de stoornis bestaan. Bovendien zijn de getroffenen zich meestal niet bewust van hun eigen gedrag. Bovendien kunnen bij kinderen typische kinderlijke gedragspatronen, zoals spontaniteit of schijnbaar doelloze acties, gemakkelijk worden aangezien voor psychische stoornissen. Met name in de VS is er een tendens tot toediening psychotrope geneesmiddelen snel als er een psychische stoornis wordt vermoed in jeugd​ In ieder geval moet een mogelijke psychische stoornis altijd worden overwogen in de context van de leeftijd en omgeving van de getroffen persoon. Mogelijke gedragingen die de eerste aanwijzingen geven, zijn onder meer liegen, stelen, agressief en auto-agressief gedrag en de neiging om risicovol of obsessief seksueel gedrag te vertonen. Zweren, kale plekken en gebeten vingernagels kunnen ook tekenen zijn van mogelijk dwangmatig gedrag. Patiënten lijden ook vaak aan obsessieve gedachten, streven ideeën na die irrationeel lijken en kunnen zich moeilijk concentreren. Omdat stoornissen in de impulsbeheersing altijd voorkomen wanneer patiënten overweldigd worden door de situatie waarin ze zich bevinden, is psychologische gesteldheid een belangrijke factor. Mensen die lijden aan een gebrek aan impulsbeheersing zijn vaak depressief, wantrouwend, voelen zich alleen en hebben een laag zelfbeeld.

Diagnose en verloop van de ziekte

De diagnose of er sprake is van een stoornis in de impulsbeheersing, moet altijd door een specialist worden gesteld. Dit is niet altijd gemakkelijk te diagnosticeren omdat sommige aandoeningen, zoals dwangmatig eten of winkelen, enerzijds tot op zekere hoogte sociaal geaccepteerd zijn en anderzijds ook verslavingen vertonen. Dwangmatig branden is niet per se vergelijkbaar met gokverslaving, en eetstoornissen kunnen ook worden opgevat als een bewuste poging om lichaamscontrole te krijgen of als een onbewuste compenserende handeling.

Complicaties

Complicaties lopen sterk uiteen in dit klinische beeld, aangezien een stoornis in de impulsbeheersing een symptoom kan zijn van meerdere aandoeningen. Koopdwang betekent bijvoorbeeld vaak een grote financiële last. Sommige patiënten maken grote uitgaven, zelfs als ze die niet echt kunnen betalen, of ze geven geld uit dat voor andere doeleinden bedoeld was. Dit kan leiden tot aanzienlijk interpersoonlijk spanningen met degenen om hen heen. Hetzelfde geldt tot op zekere hoogte voor gokverslaving. Gokverslaafden verwaarlozen ook vaak hun familie en vriendenkring. Beroepsmatige complicaties kunnen ook optreden - bijvoorbeeld verzuim, slechte prestaties of gokken (bijvoorbeeld op de computer of mobiele telefoon) tijdens werkuren. Mensen met trichotillomanie plukken hun eigen haar​ Hierdoor kunnen kale plekken ontstaan ​​die niet erg esthetisch zijn. Wanneer wenkbrauwen worden volledig afgevoerd, kan het zweet van het voorhoofd in de ogen lopen. Wimpers dienen ook om de ogen te beschermen; als de trichotillomane ze eruit trekt, is hun beschermende effect ook afwezig. Bovendien kan het menselijk lichaam haar niet verteren. Als gevolg hiervan kan er een kluwen haren in de darm ontstaan. Zo'n zogenaamde bezoar kan leiden naar darmobstructie​ Kleptomanen krijgen mogelijk te maken met de juridische gevolgen van hun pathologische diefstal. Dit geldt ook voor pyromanen als ze eigendommen van anderen in brand steken of de regels overtreden. Pyromanen lopen in sommige gevallen letsel op als ze een voorwerp in brand steken. Alle stoornissen in de impulsbeheersing kunnen in verband worden gebracht met andere psychische aandoeningen, zoals Depressie.

Wanneer moet je naar een dokter?

Mensen met abnormaal gedrag of plotselinge gedragsveranderingen moeten in het algemeen door een arts worden onderzocht en behandeld. Als zich spontane, ongecontroleerde uitbarstingen van woede, geweld of verbale aanvallen voordoen, is een arts of therapeut nodig. Als de gemoedstoestand van een getroffen persoon herhaaldelijk binnen enkele seconden of minuten verandert van een onschadelijk naar een agressief of overstuur gedrag, moet een arts worden geraadpleegd. Het klinische beeld van een stoornis in de impulsbeheersing omvat het niet-bestaande inzicht van een meningsverschil. Om deze reden is speciale gevoeligheid nodig bij het omgaan met de getroffen persoon. Een speciale vertrouwensrelatie is belangrijk voor mensen met een verhoogde impulsiviteit of met problemen met emotiebeheersing om naar een dokter te gaan. Indien het gedrag van de getroffen persoon als afwijkend van de norm wordt ervaren, dient een arts om advies te worden gevraagd. Mensen die in de volksmond worden gezien als cholerisch, enthousiast of woedend, kunnen leren hun gedrag te veranderen door middel van therapeutische zorg. Ongecontroleerd gedrag wordt door mensen in de omgeving als beangstigend ervaren en moet worden besproken met de persoon en een arts. Familieleden doen er goed aan om specialistische informatie in te winnen, zodat zij zelf correct gedrag kunnen vertonen in de omgang met de getroffen persoon. Als de stoornis in de impulsbeheersing in intensiteit toeneemt of een gevaar vormt voor anderen, kan een bedrijfsarts worden aangesteld.

Behandeling en therapie

In principe kunnen getroffen personen onder begeleiding van een psychiater of kies een niet-farmacologische benadering van therapie, zoals praten therapiegedragstherapie of psychoanalyse. Het is belangrijk om de doelen van therapie​ Enerzijds is er dus de mogelijkheid om ongewenst gedrag volledig te onderdrukken en anderzijds het doel om het dwanggedrag aan te passen en tot een onschadelijk niveau terug te brengen. Een voorafgaande overweging bij het bepalen van het therapeutische doel is bijvoorbeeld de mate waarin de getroffen persoon zichzelf lichamelijk letsel toebrengt. Bovendien moet rekening worden gehouden met de sociale en juridische context van de handeling. Zo wordt dwangmatig stelen anders beoordeeld dan dwangmatig kopen. De therapeut moet ook beoordelen of de patiënt in staat is het schadelijke gedrag tot een onschadelijk niveau terug te brengen. En natuurlijk mag niet worden vergeten of de persoon bereid is mee te werken. Vooral bij kinderen zijn patiënten zich vaak niet bewust van de ernst van de situatie.

Vooruitzichten en prognose

De prognose is gekoppeld aan de huidige oorzaak of onderliggende ziekte van het getroffen individu. Vaak, gedragstherapie of andere psychologische zorg kan de symptomen verbeteren. Met begrip van de ziekte en de medewerking van de patiënt krijgt de getroffen persoon een goede prognose. Met een optimaal behandelplan worden geleidelijke veranderingen bereikt totdat de symptomen verdwenen zijn. Als de intensiteit van de stoornis in de impulsbeheersing laag is, kan al na enkele maanden een aanzienlijke verlichting van de symptomen worden bereikt. Gedragsregulatie vindt plaats op basis van intensieve training. Hoe meer uitgesproken de aandoening, hoe langer de behandeling gewoonlijk duurt. De moeilijkheid is om de patiënt gemotiveerd te houden tot het einde van de behandeling. Het kan voorkomen dat de gestarte therapieën worden stopgezet, waardoor een goede prognose moeilijk wordt. Als de stoornis in de impulsbeheersing is gebaseerd op een psychische stoornis, verslechtert de prognose. In gevallen van verminderde intelligentie of ernstig geestesziekteis de getroffen persoon afhankelijk van dagelijkse zorg. In ernstige gevallen is medische zorg nodig. Voor deze patiënten wordt in veel gevallen geen genezing bereikt. Langdurige therapie is nodig zodat incrementele optimalisaties kunnen worden geïmplementeerd. Zodra de voorgeschreven medicatie is stopgezet, kan terugval worden verwacht.

het voorkomen

Geestelijke ziekte, zoals stoornis in de impulsbeheersing, is niet te voorkomen en treft mensen van alle leeftijden, geslachten of sociale omgevingen. Zoals bij alle psychische aandoeningen, minimaliseert een stabiele omgeving die de persoonlijkheidsontwikkeling stimuleert en versterkt de kans om ziek te worden. Sociale contacten, onthouding van drugs en andere verslavende middelen, en een vervullend dagelijks leven vormen een goede basis voor een leven zonder ziekte.

Nazorg

Wanneer de stoornis in de impulsbeheersing met succes wordt behandeld, is het noodzakelijk om de rest van het leven van de patiënt op te volgen. Anders is het risico op herhaling van deze psychische stoornis groter. Bij psychologische therapie hebben patiënten gewoonlijk strategieën geleerd om met stressvolle situaties om te gaan zonder impulsief gedrag te vertonen. Tijdens de nazorg is het relevant om deze aangeleerde mechanismen verder te internaliseren en altijd toe te passen. Zodra patiënten merken dat ze weer vatbaar zijn voor impulsieve acties, nemen ze onmiddellijk contact op met hun eerste psychiater​ Nazorg is namelijk ook nemen maatregelen om nieuwe ziekteperiodes te voorkomen. Levenssituaties geassocieerd met spanning verhogen ook het risico dat patiënten opnieuw een stoornis in de impulsbeheersing ontwikkelen. Het is dan nodig om het eigen handelen kritisch in vraag te stellen en zo snel mogelijk een psychologisch adviescentrum of de voormalig psycholoog te raadplegen. Ook nuttig zijn alle activiteiten die mentale stabiliteit bevorderen, van yoga om te sporten meditatie​ Zelfhulpgroepen bieden veel patiënten ook belangrijke ondersteuning nadat een professionele behandeling heeft plaatsgevonden. Hier ervaren patiënten steun van gelijkgestemden en kunnen ze zich bewust worden van terugvalgedrag nog voordat ze het zelf toegeven. De nazorg bij een stoornis in de impulsbeheersing is in ieder geval een levenslang proces.

Hier is wat u zelf kunt doen

De acties die patiënten met een stoornis in de impulsbeheersing kunnen ondernemen, kunnen sterk variëren en zijn afhankelijk van de aard van de stoornis. Opgemerkt moet worden dat holistische therapie voor de stoornis bijvoorbeeld onderscheid maakt tussen zelfbeschadiging (dwangmatig aan haar trekken) en crimineel of anderszins schadelijk (compulsief vuur) gedrag. Opgemerkt moet worden dat stoornissen in de impulsbeheersing in de overgrote meerderheid van de gevallen niet alleen kunnen worden behandeld. De doorslaggevende factor is de bereidheid tot therapie van de getroffenen, met consistente naleving van de stappen. Pas achteraf en begeleidend is er sprake van zelfhulp maatregelen​ Deze bestaan ​​in wezen uit het vinden van vervangende acties die de opgebouwde spanning verlichten. Deze vervangende actie moet zonder problemen en overal haalbaar zijn om maximaal te beschermen tegen terugval. Bij stoornissen in de impulsbeheersing waarbij de handen betrokken zijn, kunnen patiënten erop gaan zitten om impulsgestuurde actie te voorkomen. Zo'n maatregelen moet mogelijk worden uitgewerkt met een therapeut. Het doel van een stoornis in de impulsbeheersing is meestal niet om de stoornis te elimineren, aangezien dit momenteel nauwelijks mogelijk is. In plaats daarvan moeten er kleppen worden gemaakt die de getroffen persoon kan gebruiken en die idealiter ook nog een ander voordeel hebben. Gelijktijdig met het feit dat het doel is om de persoon te bevrijden van de drang om zijn of haar aandoening na te streven, is het de plicht van de getroffen persoon om in het kader van verkennende therapie hiervoor geschikte mogelijkheden te vinden in zijn of haar dagelijks leven, wat zal worden opgenomen in het verdere verloop van de therapie.