Behandeling van de onderliggende ziekte (indien bekend)
Inductietherapie: methylprednisolon (glucocorticoïden); cycofosfamide (alkylanten) + mesna; na 6 maanden overschakelen op terugvalprofylaxe (maatregelen om herhaling van de ziekte te voorkomen)
Plasmaferese (plasma-uitwisseling voor effectieve verwijdering van ongewenste antilichamen) eventueel aanvullend als reddingstherapie (levensverlengend therapie in type 1 RPNG).
Anurie (gebrek aan urineproductie; maximaal 100 ml / 24 uur) kan (tijdelijke) dialyse (bloed zuivering).