Dialyse

Dialyse is een op apparatuur gebaseerde methode voor de behandeling van bepaalde ziekten of symptomen waarbij de nieren van het lichaam hun werk niet of onvoldoende kunnen uitvoeren, of waarbij de patiënt geen nier. In principe bij alle varianten van dialyse, bij alle patiënten bloed wordt door een soort filter geleid, bevrijd van schadelijke stoffen en overtollig water en vervolgens gezuiverd terug in het lichaam - vandaar het populaire synoniem voor dialyse: bloedspoeling. In de meeste gevallen is het daarom een ​​niervervangende therapie vanwege terminaal nier mislukking.

De eerste dialyse van de zieke volgens het huidige principe vond plaats in Gießen in 1924. De technologie kwam vanaf ongeveer 1945 beschikbaar voor een groter publiek en is onderhevig aan voortdurende ontwikkeling met een groeiend aantal toepassingen. Tegenwoordig is dialyse de steunpilaar van nierfunctievervangende therapie, zodat er in 2010 ongeveer 70,000 patiënten in Duitsland waren die permanente dialyse nodig hadden, en dat aantal neemt toe.

Functies van de nier

De nier, waarvan ieder mens er gewoonlijk twee heeft, is een van de belangrijkste organen van het lichaam, zonder welke de mens niet levensvatbaar zou zijn. Het reguleert niet alleen het lichaamswater evenwicht via uitscheiding via de urine. Het filtert ook schadelijke stoffen die het lichaam niet kan afbreken bloed en is cruciaal voor het handhaven van de elektrolytsamenstelling van het bloed, dwz de opgeloste zouten en ionen.

Bovendien produceren de nieren hormonen zoals Epo (erytropoëtine), wat belangrijk is voor bloed productie en is waarschijnlijk bekend bij de meeste mensen van fietsen, en regelen de pH. De pH-waarde is een maat voor de verhouding tussen chemische zuren en basen in het bloed, die binnen nauwe grenzen constant moet worden gehouden. De nier speelt ook een doorslaggevende rol bij het aanpassen bloeddruk.

Dit toont het belang aan van dit orgaan en dus van dialyse als een belangrijke therapeutische optie. Bij dialysetherapie moet onderscheid worden gemaakt tussen acute klachten en chronische ziekten. Op het gebied van acute gebeurtenissen is dialyse geschikt voor het snel herstel van vitale functies.

De belangrijkste toepassingsgebieden zijn hier acuut, plotseling nierfalen of een hooggradige overhydratie die niet met medicatie te behandelen is, evenals acute vergiftiging. Dialyse heeft echter de grootste relevantie als het belangrijkste instrument van niervervangende therapie. Het wordt gebruikt wanneer de nieren zelf de hun toegewezen taken niet meer of niet meer naar behoren kunnen uitvoeren.

Enerzijds treedt dit op wanneer de nieren niet meer beschikbaar zijn, bijvoorbeeld als onderdeel van een tumortherapie waarbij beide nieren verwijderd moesten worden. Aan de andere kant heeft de overgrote meerderheid van de dialysepatiënten chronisch nierfalen, dwz nieren die te slecht werken. In beide gevallen worden de bovengenoemde taken uitgevoerd door de dialysemachine. In zeldzame gevallen wordt dialyse ook gebruikt in gevallen van lever ziekte.