Secundaire plantensamenstellingen: kleurrijk in de mond

Het motto bij de dagelijkse groente- en fruitselectie is: zoveel mogelijk variatie. De intense kleuren van groenten en fruit zijn een teken van een grote hoeveelheid flavonoïden, ook wel 'plantpigmenten' of 'secundaire plantaardige stoffen​ Deze plantensubstanties beschermen de plant tegen schade door de omgeving. Het zijn de meest diverse chemische verbindingen die uitsluitend in planten worden aangetroffen en een positieve invloed hebben op een aantal metabolische processen, zoals cholesterol metabolisme en bloed suiker niveaus in het menselijk lichaam.

Bescherming zonder calorieën

Naast vitaminen A, C en E, verschillende secundaire plantaardige stoffen beschermen ook tegen agressief zuurstof radicalen. Ze hebben een positief effect op ontstekingsprocessen, de immuunsysteem en de ontwikkeling van kanker. anders secundaire plantaardige stoffen beschermen tegen bacteriën​ Het is daarom belangrijk om zoveel mogelijk verschillende soorten groenten en fruit te consumeren om de verschillende secundaire plantenstoffen op te nemen.

Groenten en fruit zijn ideale fitters, die een verzadigend effect hebben en zich niet aan de heupen of buik hechten, zelfs niet als ze zeer royaal worden gegeten (de wetenschappers van het Duitse Instituut voor Voedingsgeneeskunde en diëtetiek pleiten voor het eten van maximaal 1,000 gram per dag). Zeker na de vakanties, waarin misschien de ene of de andere kilo is gegroeid door de heerlijke “all inclusive-aanbiedingen” van de touroperators, bieden de verse groenten en fruit een gezonde manier om ze weer snel te laten smelten.

Enkele tips om voldoende groente en fruit te eten

  • Geef de voorkeur aan regionale, seizoensgebonden groenten en fruit, korte opslag- en transporttijden behouden een groot deel van hun vitamines
  • Vruchtensappen bij het ontbijt brengen de dag in een stroomversnelling
  • Groentesappen in de avond kunnen het groentegedeelte vervangen
  • Eet fruit en groenten bij elke maaltijd, maar ook tussen de maaltijden door
  • “Kleurrijke” salades zijn geschikt om zoveel mogelijk verschillende fytochemicaliën en vitamines op te nemen
  • Groenten en fruit (appel, wortel of radijs) zijn zeer geschikt als breakfood
  • Broodmaaltijden kunnen ook visueel worden versierd met onder andere verse tomaten, komkommers en paprika's en qua inhoud worden opgewaardeerd
  • Voor fruit- en groentemoffel geschikte gerechten waarin het verborgen is (granen, wrongel, yoghurtof puddinggerechten, milkshakes, sappen, soepen, ovenschotels, rijstpannen).

Diverse fytochemicaliën en hun voorkomen.

  • Carotenoïden: wortelen, rode en gele groenten, fruit.
  • Fytosterolen: in plantenzaden en oliën, bijvoorbeeld goudkleurig lijnzaad.
  • Saponinen: peulvruchten
  • Glucosinolaten: koolrabi, mierikswortel, mosterd-.
  • Polyfenolen: in de marginale lagen van groenten en fruit, met een hoger gehalte aan vollegrondsgroenten.
  • Proteaseremmers: peulvruchten, granen
  • Monoterpenen: smaakstoffen zoals pepermunt, karwij olie, citrusolie.

Bron: Duits instituut voor voedingsgeneeskunde en diëtetiek