REM-fasen: functie, taak en ziekten

Onder de REM-fasen verstaat de geneeskunde slaapfasen, waarin een verhoogde oogbeweging, een verhoging van de polsslag en zowel de bèta- als droomactiviteit plaatsvindt, waarbij de spierspanning sterk afneemt tijdens deze in totaal drie uur durende slaapfase. Ondertussen gaat de medische wetenschap ervan uit dat REM-slaap er in het bijzonder mee verband houdt leren activiteiten, waarbij klinische studies bovendien een tot nu toe nogal vaag verband suggereren met informatieverwerking, impulscontrole en spanning beheer. Hoewel veel andere wezens sterven na langdurige onthouding van de REM-fase, overleven mensen over het algemeen een dergelijke ontbering, maar worstelen ze daarom meestal met concentratie moeilijkheden, verhoogde aandrijfactiviteit, en verminderd leren vermogen.

Wat zijn REM-fasen?

REM-fasen zijn wat medicijnen slaapfasen noemen waarin er verhoogde oogbeweging, een toename van de polsslag en bèta- en droomactiviteit is. REM-fasen zijn slaapfasen die ongeveer 25 procent van alle menselijke slaap uitmaken. Terwijl baby's tot negen uur in de REM-slaap doorbrengen, is de fase goed voor in totaal ongeveer drie uur in de slaap van een volwassene. Het resterende deel van de slaap wordt ook wel 'non-REM' genoemd om het van deze fase te onderscheiden. REM staat in verband met de slaapfasen voor "snelle oogbewegingen", omdat dergelijke "snelle oogbewegingen" vaker kunnen worden waargenomen in de REM-fase. REM-slaap wordt ook wel paradoxale of gedesynchroniseerde slaap genoemd en komt vaker voor, vooral tegen het einde van de nachtrust. Een groot deel van alle dromen concentreert zich in deze slaapfase. In de 20e eeuw was het daarbij mogelijk om een ​​verband tussen oogbewegingen en de droomgebeurtenissen van de REM-fase te documenteren. REM-slaap kenmerkt zich naast oogbeweging ook door een toename van bloed druk en een verhoogde pols tarief. De spierspanning neemt sterk af tijdens deze slaapfase. Tegelijkertijd bèta-activiteit in het hersenen toeneemt, wat de generatie van bètagolven tijdens het wakker zijn benadert. In 1953 waren Eugene Aserinsky en professor Nathaniel Kleitman van de Universiteit van Chicago de eersten die de REM-fase documenteerden. Mensen zijn verre van de enige wezens die REM-slaapfasen ervaren. Er wordt nu aangenomen dat alle zoogdieren deze slaapfasen doormaken en ze nodig hebben voor regeneratie. Verschillende studies tot nu toe hebben REM-slaap gedocumenteerd bij bijvoorbeeld dolfijnen, knaagdieren en zelfs echidna's.

Functie en taak

Tegenwoordig neemt de medische wetenschap dat aan leren Met name activiteiten zijn gekoppeld aan de REM-slaapfasen. Deze hypothese houdt verband met de verhoogde bèta-activiteit die de REM-fasen vormen. Specifiek, tijdens perioden van opwinding en mentale activiteit, de hersenen genereert bèta-golven. Dit kan bijvoorbeeld worden gemeten aan een persoon in een actief gesprek. Deze bèta-activiteit komt dus overeen met de reeks bètagolven die overeenkomt met het ritme waarin de mens hersenen lost analytisch problemen op of neemt beslissingen. Hoge bèta-activiteit is daarom een ​​bewijs van alertheid, maar ook van opwinding, en is vooral aanwezig tijdens berekeningen en planning. Omdat bèta-activiteit tijdens REM-fasen ongeveer overeenkomt met dat tijdens waken, neemt REM-slaap waarschijnlijk een cruciale positie in leercontexten in. Bovendien, hoewel het niet voldoende is bestudeerd, een verband tussen REM-fasen en spanning management- en aandrijvingsregulering kan worden vermoed. Bovendien, aangezien REM-slaap de plaats is waar het merendeel van alle dromen plaatsvindt, is het waarschijnlijk gerelateerd aan de mentale verwerking van informatie en ervaring. Wanneer de REM-slaap wordt onthouden, treedt een rebound-fenomeen op in de volgende nachten, dwz de REM-fasen van de volgende nachten stapelen zich op of breiden zich uit. Deze observatie getuigt van het essentiële belang van slaapfasen voor mensen. In verband met klinische onderzoeken, proefpersonen met REM slaapdeprivatie hebben vaak libidineuze gedragingen vertoond, zoals toegenomen honger, sterkere en agressievere seksuele impulsen, evenals concentratie problemen en moeilijkheden met geheugen​ Aan de andere kant konden sommige proefpersonen na volledige en langdurige REM nog steeds het dagelijkse leven aan slaapdeprivatie​ Dit onderscheidt blijkbaar de functies en betekenis van REM-slaap bij mensen van die van andere zoogdieren. Bij dierproeven stierven hetero ratten na enkele weken van volledige onthouding van REM-slaap, terwijl het menselijk leven niet lijkt te worden bedreigd door ontbering.

Ziekten en ziekten

In de context van REM kan voortijdige REM-slaap verwijzen naar een slaapstoornis in sommige omstandigheden. Slaapartsen definiëren REM-latentie als de tijdsperiode waarna een slaper voor het eerst een REM-fase ingaat. Deze periode is in de regel ongeveer 90 minuten voor gezonde en goed uitgeruste mensen. Patiënten met slaapstoornissen zoals narcolepsie, aan de andere kant, de eerste REM-fase ingaan na een aanzienlijk kortere tijdsperiode. Dit wordt voortijdige REM-slaap genoemd, maar het hoeft niet per se een ziekte te zijn. Degenen die er last van hebben slaapdeprivatiezal bijvoorbeeld ook voortijdig de eerste REM-fase bereiken na het inslapen, zonder dat dit onvermijdelijk verband houdt met een ziekte. REM-slaapgebrek kan ernstige gevolgen hebben voor het dagelijks leven. Studies hebben bijvoorbeeld aangetoond dat patiënten met afwezige of verkorte REM-fasen niet gemakkelijk kunnen omgaan met complexere taken en nieuwe uitdagingen. Slaappillen kan een afwezige of verkorte REM-slaap veroorzaken omdat ze de bèta-hersengolfactiviteit blokkeren die cruciaal is voor de REM-slaap. Om deze reden, slaappillen hebben steeds meer kritiek gekregen na de meest recente bevindingen over REM-fasen. Degenen die de kwaliteit en latentie van hun REM-fasen willen laten testen, moeten contact opnemen met een slaaplaboratorium, waar slaapactiviteiten worden geobserveerd door middel van hersengolfmetingen.