Hemostase: wat het betekent

Wat is hemostase?

Hemostase beschrijft het proces waarbij het lichaam stopt met bloeden. Het woord ‘hemostase’ komt uit het Oudgrieks en is samengesteld uit de woorden ‘haima’ (bloed) en ‘stasis’ (stasis).

Hemostase kan grofweg in twee stappen worden verdeeld: Via primaire hemostase wordt een wond (vaatlek) voorlopig behandeld via een tamelijk onstabiel stolsel (witte trombus). Secundaire hemostase (bloedstolling) daarentegen leidt tot stabiele wondsluiting via een rode trombus. Ondanks de verdeeldheid vinden primaire en secundaire hemostase beide vrijwel gelijktijdig plaats en interageren ze via vele mechanismen met elkaar.

Primaire hemostase

De bloedplaatjes, die samen worden opgeslagen, geven verschillende stoffen af ​​die verdere bloedplaatjes aantrekken en het zogenaamde fibrinogeen (voorloper van de bloedvezel fibrine). Ze veranderen ook van vorm en vormen stekelige extensies die verknoopt zijn met behulp van fibrinogeen. Het enzym cyclo-oxygenase (COX) stimuleert ook de onderlinge verbinding van bloedplaatjes. Dit vormt uiteindelijk een dichte structuur: de witte trombus, die de wond sluit.

Secundaire hemostase (bloedstolling)

Zie het artikel Bloedstolling voor meer informatie over hoe bloedstolling plaatsvindt met behulp van een rode trombus.

Wanneer bepaalt u de hemostaseniveaus?

Als wonden bij een patiënt ongewoon lang bloeden, moeten laboratoriumtests worden gebruikt om een ​​stoornis van de primaire hemostase of secundaire hemostase uit te sluiten. Hemostase wordt ook vóór de operatie gecontroleerd om de patiënt te beschermen.

Hemostasewaarden

De arts neemt een klein bloedmonster af, meestal uit de ader. De patiënt hoeft hiervoor niet noodzakelijkerwijs te vasten, omdat voedselinname de hemostasewaarden niet significant verandert. Het aantal bloedplaatjes bij gezonde volwassenen ligt tussen de 150,000 en 400,000 per microliter.

Ook de zogenaamde bloedingstijd is belangrijk. Hierbij brengt de arts, afhankelijk van de methode, een min of meer gestandaardiseerd klein huidletsel toe aan de patiënt en controleert vervolgens de tijd totdat de resulterende bloeding stopt. De standaardwaarden verschillen afhankelijk van de meetmethode. Een verlengde bloedingstijd duidt op trombocytopathie of trombocypenie.

Uw arts zal u na de evaluatie de resultaten uitleggen en eventuele verdere onderzoeks- of behandelingsstappen uitleggen.

Wanneer zijn de hemostasewaarden te laag?

Een laag aantal bloedplaatjes kan vele oorzaken hebben. Deze omvatten:

  • hevig bloeden
  • infecties, bijvoorbeeld malaria
  • verschillende vormen van bloedkanker (leukemieën)
  • vernietiging van bloedplaatjes door het lichaam zelf (auto-immunologische vernietiging, bijvoorbeeld trombotische trombocytopenische purpura)
  • bloedverdunnende therapie
  • Allergieën, gifstoffen, medicijnen en vitaminetekorten
  • tumoren
  • Zwangerschap
  • Levercirrose
  • verhoogde afbraak in de milt (triggers kunnen levercirrose en infecties zijn)

Soms is een verlaagde bloedplaatjeswaarde ook te wijten aan een foutieve meting.

Een te korte bloedingstijd is medisch niet relevant.

Wanneer zijn de hemostasewaarden te hoog?

De verlenging van de bloedingstijd kan een aanwijzing zijn voor een tekort aan bloedplaatjes. Het wordt echter vooral gebruikt om bloedplaatjespathieën op te sporen. Mogelijke oorzaken van een dergelijke disfunctie van de bloedplaatjes zijn onder meer het gebruik van bepaalde geneesmiddelen zoals ASA (acetylsalicylzuur) of chemotherapeutische middelen. Erfelijke ziekten zoals het von Willebrand-Jürgens-syndroom en het Bernard-Soulier-syndroom kunnen ook de oorzaak zijn van trombocytopathie.

Als het bloed te veel bloedplaatjes bevat (trombocytose), neemt de kans op bloedstolsels toe. De reden voor trombocytose kan beenmergziekten of kwaadaardige tumoren zijn.

Wat te doen als de hemostasewaarden veranderen?