Psychosomatiek: psychosomatische ziekten

In het verleden scheidde men ziekten af ​​waarbij men vermoedde dat er psychologische triggers waren en waarbij men een fysieke verandering kon ontdekken, bijvoorbeeld onder de microscoop, van ziekten waarbij ondanks alle onderzoeksmethoden geen lichamelijke schade kon worden vastgesteld. Tegenwoordig is deze classificatie verlaten, zodat het gebied van psychosomatische ziekten aanzienlijk is verbreed.

Klassiek 7 van pychosomatiek

Al in het midden van de vorige eeuw was de psychoanalyticus Franz Alexander van mening dat bepaalde ziekten psychologische oorzaken hebben en geworteld zijn in de psychologische basisstructuur van het individu: de klassieke zeven van psychosomatiek inclusief bronchiale astma, maag- en darmzweren, chronisch colitis maagzweren, neurodermitis, hypertensie, chronisch polyartritis en hyperthyreoïdie​ Later ziekten zoals de darmziekte De ziekte van Crohn, kransslagader hart- ziekte, allergieën en sommige autoimmuunziekten waren toegevoegd.

Tegenwoordig weten we echter dat deze theorie niet klopt: enerzijds de ontdekking van de bacterie Helicobacter pylori toonde aan dat een ziekteverwekker inderdaad verantwoordelijk is voor de meerderheid van maag zweren. Bovendien bracht een breed scala aan onderzoeken geen specifieke persoonlijkheidskenmerken of conflicten aan het licht waaruit een specifieke psychosomatische ziekte zou kunnen worden afgeleid.

Aan de andere kant is het nu bekend dat bij veel ziekten - niet alleen de bovengenoemde, maar ook eetstoornissen zoals boulimia or anorexia, slaapproblemen, veel gynaecologische of urologische problemen, angst, verslaving en zelfs kanker - het psychologische voorwaarde van het individu heeft een significante invloed op het beloop en de ernst van de ziekte. Het is niet precies bekend waarom dit zo is, maar in de afgelopen 100 jaar hebben beroemde psychoanalytici hier verschillende theorieën over gevormd.