Volgorde van een CT-geleide pijntherapie | CT-geleide pijntherapie

Volgorde van een CT-geleide pijntherapie

Als een verwijzing voor CT-geleide pijntherapie naar een voldoende uitgeruste praktijk of kliniek is gebracht, vindt daar eerst een informatief gesprek met de arts plaats voor de eerste behandeling. De patiënt gaat dan voor de therapie op de computertomografietafel liggen. Behandeling van de lumbale wervelkolom vindt plaats in buikligging, terwijl therapie van de thoracale of cervicale wervelkolom een ​​rugligging vereist.

De behandeling zelf wordt uitgevoerd door een dunne naald tot aan de punt van pijn​ Gelijktijdige computertomografie wordt gebruikt voor beeldvorming en visuele controle van de naald in het lichaam. De prik in de huid kan worden vergeleken met het nemen van een bloed monster en is daarom slechts licht pijnlijk.

Zodra de naald correct is geplaatst, een pijnstiller en meestal een cortisone preparaat worden toegediend via de naald. Dit zijn zogenaamde depotmedicijnen, dwz het effect wordt langzaam en continu gedurende een langere periode afgegeven. De dosis wordt individueel gekozen en hangt onder andere af van de intensiteit van de pijn.

De volgende behandeling vindt plaats na ongeveer twee tot zes weken. Hoeveel behandelingen worden uitgevoerd, hangt ook af van het individu. Meestal worden tussen de twee en acht afspraken gekozen.

Na de behandeling wordt aanbevolen om door een begeleider naar huis te worden gebracht. De patiënt dient echter eerst 15 tot 30 minuten in de praktijk te blijven Grensverkeer​ Als u zelf wilt rijden, moet u minstens 30 tot 60 minuten wachten nadat de injectie is geplaatst.

Bovendien mag men niet autorijden als er sensorische stoornissen of sensaties in de been. Bovendien moet zware lichamelijke activiteit op de dag van de behandeling worden vermeden. Er zijn echter geen andere beperkingen voor het dagelijks leven.

Risico's van CT-geleide pijntherapie

De risico's van complicaties met CT-geleide pijntherapie zijn vrij laag. Zeer zelden kan er bijvoorbeeld een bloeding of infectie optreden als gevolg van de prik. Het voorkomen van een allergische reactie is ook zeldzaam.

Uiterst zelden treedt blijvende schade zoals verlamming op als gevolg van zenuwbeschadiging. Afhankelijk van waar de operatie wordt uitgevoerd, bestaat het risico op verwonding van naburige organen. In de buurt van de thoracale wervelkolom, een ongeluk prik van de riep kan de oorzaak zijn long instorten (pneumothorax), waardoor een ziekenhuisbehandeling noodzakelijk zou zijn. Mogelijk maar ook zeer zeldzaam in de lumbale regio komen blessures voor bloed schepen, darmlussen of de nieren, wat in extreme gevallen kan leiden tot complicaties zoals bloed vergiftiging, buikvliesontsteking of beroerte​ De stralingsblootstelling als gevolg van computertomografie (CT) is bij deze behandeling erg laag en de voordelen wegen meestal op tegen de risico's.