Oorzaken van trombose

Oorzaken van de oorsprong

Trombose is een vaatziekte waarbij bloed stolsels (trombi) in het bloed schepen​ De diepe aderen van de benen of het bekken (flebotrombose) worden vaak aangetast. Er zijn echter ook arteriële trombose of trombose van de veneuze sinussen van de hersenen.

De focus van dit artikel zal liggen op de ontwikkeling en oorzaken van deep ader trombose​ Er zijn verschillende oorzaken en risicofactoren die bijdragen aan het ontstaan ​​van trombose. Er wordt onderscheid gemaakt tussen genetische aanleg en stollingsneigingen en externe factoren.

De ontwikkeling van een trombus en de oorzakelijke factoren, namelijk de pathogenese, worden zeer goed beschreven in de Virchow Triade. Dit model verklaart de mechanismen die ten grondslag liggen aan trombusvorming. Het is vaak belangrijker voor patiënten om te begrijpen welke ziektebeelden, risicofactoren en gedragspatronen de ontwikkeling van trombose bevorderen.

erfelijk trombofilie is een belangrijk aspect bij het ontstaan ​​van trombose. Dit zijn aangeboren aandoeningen van het stollingssysteem die leiden tot een verhoogde coagulatie van de bloed, waardoor de kans op trombose zeer groot is. Mensen met een aangeboren trombofilie een tot 80 keer hoger risico op trombose hebben dan mensen die deze neiging tot stollen niet hebben.

Bovendien, als er andere risicofactoren aanwezig zijn of als er meerdere zijn trombofilie patiënten zijn tegelijkertijd aanwezig, het risico is zelfs nog groter. Deze aangeboren trombofilie omvatten APC-resistentie, proteïne C-, proteïne S- en antitrombinedeficiëntie en protrombinemutatie. Vooral in het geval van zeer frequente trombose of een zeer jonge leeftijd van de ziekte, wordt een gedetailleerde speciale diagnose van trombofilie aanbevolen.

Andere oorzaken van trombose zijn gevorderde leeftijd (ouder dan 60) en kanker​ Zwangere vrouwen en vrouwen in het kraambed hebben ook een verhoogd risico. Dit komt deels door toenemende immobilisatie en deels door hormonale oorzaken.

Tijdens de bevalling komen er meer stollingsactieve stoffen vrij. Langdurige immobilisatie van de extremiteiten, bijvoorbeeld tijdens een lange busreis, bedlegerigheid of een verlamde extremiteit, is ook een grote risicofactor voor het ontstaan ​​van trombose. Dit heeft te maken met het feit dat de bloed de doorstroming wordt vertraagd tijdens immobilisatie en dit bevordert stolling.

Dit is hoe bloedstolsels ontstaan. Een andere risicofactor is oestrogeentherapie, bijvoorbeeld als onderdeel van een menopauzale vervangingsbehandeling of bij het gebruik van orale anticonceptiva. Het is echter belangrijk om hier te differentiëren dat dit geen monocausale verbinding is, maar eerder een multifactoriële gebeurtenis.

Dit betekent dat trombose niet alleen optreedt als gevolg van het innemen van medicatie, maar als gevolg van vele onderling versterkende factoren. Te zwaar en nicotine misbruik bevordert ook trombose. Een andere zeer belangrijke risicofactor is het antifosfolipidensyndroom.

Deze ziekte treedt op zonder herkenbare oorzaak (primair) of in de context van een onderliggende ziekte zoals kanker, HIV, lupus erythematosus en reumatiek (secundair) en leidt tot veel trombose op verschillende locaties. Antilichamen zijn verantwoordelijk voor de vorming van de stolsels. Bij vrouwen zijn frequente miskramen typerend voor de medische geschiedenis.