Virchow Triad | Oorzaken van trombose

Virchow Triade

De Virchow-triade - ook bekend als Virchow's-triade - beschrijft de vormingsprocessen die ten grondslag liggen aan de vorming van een trombose​ Er zijn 3 mechanismen die een doorslaggevende rol spelen bij de vorming van trombose.

  • Schade aan het vaatstelsel endotheel: Schepen (aders en slagaders) zijn bekleed met zogenaamd endotheel.

    De endotheel kan worden voorgesteld als een dunne laag die het vat van binnenuit volledig bedekt. Het vervult belangrijke taken, waaronder het verzekeren van een goed bloed stromen. Het is glad en bevat belangrijke factoren van bloed stolling.

    De endotheel is beschadigd door trauma of ontsteking, bijvoorbeeld als gevolg van verschillende ziekten zoals suikerziekte or hoge bloeddruk.

  • Het verminderen van bloed stroomsnelheid en verandering van de hemodynamica: Men moet zich voorstellen dat het bloed zeer regelmatig in de schepen​ In technische terminologie wordt dit type stroming laminair genoemd. Veranderingen in het vat kunnen leiden tot turbulente stroming, die schade aan de vatwand veroorzaakt door afschuifkrachten. Door de tegenstroom stroomt het bloed langzamer.

    Factoren die de snelheid van de bloedstroom verminderen, zijn onder meer immobilisatie of externe druk op een ledemaat.

  • Verandering in de bloedsamenstelling: wanneer de bloedsamenstelling verandert en het bloed taaier (viskeuzer) wordt, kunnen bloedstolsels (trombi) gemakkelijker worden gevormd. De samenstelling van het bloed is veranderd, bijvoorbeeld bij aangeboren trombofilie (neiging tot stollen) of in de loop van verschillende ziekten. Dit resulteert in een verhoogde bereidheid om te stollen, wat bekend staat als hypercoagulabiliteit.

Trombose veroorzaakt kanker

Ongeveer 20% van alle veneuze trombo-embolieën treedt op aan de basis van een kankerziekte. Dat valt niet te ontkennen kanker patiënten hebben een significant verhoogd risico op trombose vergeleken met de gezonde rest van de bevolking. Dit heeft verschillende redenen.

Allereerst zijn er kankers die direct het hematopoëtische systeem aantasten en dus ook de cellen die bij de stolling betrokken zijn. Aan de andere kant veranderen tumoren, vanwege hun lokalisatie, ook de stroomcondities van het bloed en grijpen zo in op de normale, fysiologische circulatie. Het sleutelwoord "Paraneoplastisch syndroom" is echter veel belangrijker.

Deze term verwijst naar een constellatie van symptomen of bevindingen die voortvloeien uit een kanker ziekte, maar is niet het directe gevolg van lokale tumorgroei of metastasen​ Maar hoe kan dit precies worden voorgesteld? De tumor veroorzaakt niet alleen schade door ergens in het lichaam te groeien en de omliggende structuren en organen te verplaatsen of te beschadigen, maar heeft ook een metabolisme dat soms erg schadelijk is.

Metabole producten worden geproduceerd, of zelfs in sommige gevallen hormonen, die ingrijpen in het fysiologische (natuurlijke) systeem van het menselijk organisme. Bijvoorbeeld een verhoogde neiging tot stollen (trombofilie) of zelfs een antifosfolipidensyndroom kan ontstaan ​​op basis van dergelijke stofwisselingsproducten. Tumoren geven bijvoorbeeld coagulatiebevorderende stoffen af, zoals weefseltromboplastine.

Een andere belangrijke factor die het risico op verhoogt trombose in kanker patiënten is therapie. Chirurgie leidt tot immobilisatie van de patiënt, waardoor het risico op trombose kan toenemen. Er zijn ook chemotherapeutische en andere geneesmiddelen die worden gebruikt bij kankertherapie die ook in verband worden gebracht met een verhoogd risico op trombose.

De gevolgen zijn trombose en trombembolie, die soms fataal kunnen zijn. Trombose of trombo-embolie is de tweede meest voorkomende doodsoorzaak bij kankerpatiënten. Het risico op overlijden varieert echter aanzienlijk tussen de verschillende soorten kanker.

Het risico is bijvoorbeeld bijzonder hoog voor glioblastoma​ Bovendien wordt het risico aanzienlijk beïnvloed en verhoogd door immobilisatie, gevorderde ziekte, vochttekort en de aanwezigheid van metastasen​ Helaas is er geen goede profylaxe.

Kankerpatiënten moeten proberen te vermijden uitdroging en lange perioden van immobilisatie. Bovendien wordt aanbevolen om risicofactoren zoals roken or hoge bloeddruk​ Een profylactische toediening van anticoagulantia is echter controversieel en altijd een individuele beslissing. Men moet het risico op trombose en het vermeende verhoogde risico op tumorbloedingen door de medicatie afwegen.