Oorzaken van mucoviscidose

Genmutatie bij cystische fibrose

Mucoviscidose (ook: taaislijmziekte, CF) is een ongeneeslijke stofwisselingsziekte. Het is een genetische ziekte die volgt op een autosomaal recessieve overerving. Elke persoon heeft een dubbele set chromosomen (een van de vader en een van de moeder) met genen erover verdeeld, dwz er zijn twee genen voor elk kenmerk.

Autosomaal recessief betekent dat de ziekte zich pas manifesteert als beide genen het defect hebben taaislijmziekte, dus zowel vader als moeder moeten drager zijn geweest van het zieke gen en het aan hun kind hebben doorgegeven. Degenen die slechts één gemuteerd gen hebben, zijn zelf niet ziek, maar kunnen de ziekte doorgeven aan hun kinderen. In taaislijmziekteis het zogenaamde CFTR-gen op chromosoom 7 veranderd (gemuteerd).

Van meer dan 1000 mutaties is bewezen dat ze cystische fibrose veroorzaken, maar de meest voorkomende is mutatie? F508, die het aminozuur fenylalanine in het gen mist. Dit is goed voor ongeveer 70% van de ziekten. Het CFTR-gen codeert voor een chloridekanaal.

Als gevolg van het gendefect worden deze chloridekanalen alleen op een verkeerde manier door het lichaam aangemaakt, wat de functie van de kanalen ernstig aantast. Ze bevinden zich in de celmembranen van verschillende organen en zijn normaal gesproken continu voor chloride-ionen, wat betekent dat ze gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor het vochtgehalte van de secreties van verschillende weefsels. Omdat de chloridekanalen die bij cystische fibrosepatiënten zijn ingebouwd, echter niet meer naar behoren functioneren, wordt de secretie niet voldoende verrijkt met vloeistof en wordt er viskeuze, stroperige secretie gevormd.

Vooral organen worden getroffen de alvleesklier en de longen, maar CFTR-kanalen zijn ook te vinden in de dunne darm gal kanalen, zweetklieren en geslachtsklieren. De stroperige afscheiding heeft langzamere stroomsnelheden en leidt er daarom bijvoorbeeld toe dat bronchiën in de longen aan elkaar vast komen te zitten of de kanalen van klieren verstopt raken. Als gevolg hiervan zijn de organen aanzienlijk beperkt in hun functies en zijn ze soms ook vatbaarder voor infecties. Dit resulteert uiteindelijk in het heel andere symptomen van cystische fibrose.