Onderkaak: structuur, functie en ziekten

De onderkaak (Latijnse onderkaak) is een onderdeel van de menselijke gezichtsbehandeling schedel. Samen met de bovenkaak, vormt het het kauwapparaat. De bovenkaak vertegenwoordigt het onroerend goed en de onderkaak het beweegbare deel in het kauwproces.

Wat is de onderkaak?

De onderkaak van de mens wordt ook wel de maxillaire kaak genoemd. Het is een van de botten van de gezichtsbehandeling schedel​ De Latijnse naam, onderkaak, is afgeleid van het Latijnse woord 'mandere' dat 'kauwen' betekent. Dit komt door zijn cruciale functie in het kauwproces. In tegenstelling tot bovenkaak, die stevig is versmolten met de andere botten van de schedel, de menselijke onderkaak is beweegbaar. Het is verbonden met de bovenkaak door het kaakgewricht. Daarom kan het worden geopend, gesloten en ook lateraal in beide richtingen worden bewogen door de kauwspieren. Tijdens de embryonale ontwikkeling komt de onderkaak voort uit de eerste kieuwboog. De mandibulaire zenuw die het voedt, ontwikkelt zich analoog vanaf de eerste kieuwboogzenuw.

Anatomie en structuur

Het eigenlijke onderkaaklichaam corpus mandibulae lijkt in zijn gebogen vorm op een hoefijzer. Het midden van de boog ondersteunt de kin. Aan elke kant heeft de onderkaak een opgaande onderkaak tak (ramus mandibulae). Op elke mandibulaire tak bevindt zich een spierproces (processus coronoideus) dat leidt tot het inbrengen van de temporalis-spier. De mandibulaire takken openen zich elk in het gewrichtsproces Processus condylaris. Tussen het spierproces en het gewrichtsproces is er een inkeping (incisura mandibulae). Het articulaire proces vormt samen met de mandibulaire condylus caput mandibulae het temporomandibulair gewricht articulatio temporomandibularis. Tussen het kaakgewricht hoofd en de koker op de schedel ligt een beweegbare, buffering kraakbeen schijf (discus). De kauwspieren hechten ook aan de mandibulaire takken. Dit zijn vier gepaarde spieren: de kauwspier, de temporalis-spier, de mediale pterygoïde vleugelspier en de laterale pterygoïde vleugelspier. Een bot tong (lingula mandibulae) bevindt zich aan de binnenkant van elke mandibulaire tak. Het bedekt het mandibulaire gat foramen mandibulae. Door de mandibulaire gaten komt de zenuw van de mandibulaire tandcompartimenten (nervus alveolaris inferior) het mandibulaire kanaal binnen (canalis mandibulae). Deze zenuw is een verlengstuk van de mandibulaire zenuw

De inferieure alveolaire zenuw passeert onder de wortelpunten van de achterste tanden. De terminale tak is de kinzenuw mentalis. Het verlaat het mandibulaire lichaam via het kinkat foramen mentale in het gebied van de wortelpunten van de premolaren. Andere zenuwen gelokaliseerd in de onderkaak zijn de masseterische zenuw, de profundale temporale zenuw en de mediale en laterale pterygoïde zenuwen. Het mandibulaire gat fungeert ook als een doorgang voor de inferieure alveolaire slagader en de bijbehorende inferieure alveolaire ader.

Functie en taken

Over het algemeen heeft de onderkaak de taak om de mondholte en het uitvoeren van kauwbewegingen. Dit is alleen mogelijk omdat het door het kaakgewricht in alle richtingen beweegbaar is. Daarnaast is het ook nodig voor de productie van specifieke geluiden, zoals menselijke spraak. De vier paar spieren van de onderkaak hebben elk specifieke, complementaire functies. De kauwspier dient om de kaak te sluiten, net als de temporalis-spier. Dit laatste is ook nodig om de onderkaak terug te trekken. De binnenvleugelspier (M. pterygoideus medialis) speelt ook een rol bij kaaksluiting. De buitenvleugelspier (M. pterygoideus lateralis) veroorzaakt het openen en het naar voren bewegen van de onderkaak. Daarnaast realiseert het de slijpschuifbewegingen naar links en rechts. De zenuwen van de onderkaak worden ook toegewezen aan precieze functionele gebieden: de inferieure alveolaire zenuw denerveert de tanden en tandcompartimenten van de onderkaak. De kinzenuw dient om de huid van de kin en lager lip​ De kauwspieren geleidt informatie van en naar de kauwspier. Het profundale tijdelijke zenuwen leveren de temporale spieren. De mediale en laterale pterygoïde zenuwen zorgen voor motorische innervatie van respectievelijk de interne en externe vleugelspieren. Het inferieure gebit slagader (A. alveolaris inferior) en de respectieve ader (V. alveolaris inferior) dienen om te voorzien bloed naar de onderkaak.

Ziekten

Klachten aan de onderkaak komen vrijwel altijd voor in combinatie met aandoeningen van het gehele kauwapparaat. In Duitsland wordt de diagnose bij klachten in het kauwapparaat dan ook vaak gesteld craniomandibulaire disfunctie (CMD). Dit is een combinatie van functionele, structurele, psychologische en biochemische aandoeningen. Het manifesteert zich in ontregeling van de gewrichts- en spierfuncties van het temporomandibulair gewrichten​ Vanwege de brede en vaak gecombineerde oorzaken manifesteert CMD zich in tal van symptomen: het temporomandibulair gewrichten kan wrijven of barsten bij het openen en sluiten. In sommige gevallen is het vermogen om de kaak wijd te openen ernstig beperkt. Dit kan ook leiden op problemen met afbijten, lachen en spreken. Pijn afkomstig van de kaak kan uitstralen naar de tanden, het geheel mondholte, het gezicht, de hoofd nek en schoudergebied en de wervelkolom. Soms is de pasvorm van de tanden op elkaar plotseling niet meer correct. Oorpijn, tinnitus en duizeligheid kan ook veroorzaakt worden door (onder) kaakproblemen. Zo kunnen oogproblemen en slikproblemen​ In het algemeen wordt aangenomen dat (mandibulaire) kaakproblemen zowel oplopende als aflopende symptomatologie hebben. Bij oplopende symptomatologie hebben verplaatsingen van de wervelkolom invloed op de cervicale wervelkolom en van daaruit de temporomandibulaire gewrichten​ Bij dalende symptomatologie, onevenwichtigheden in het kaakgebied leiden op klachten in de nek, schouders en wervelkolom. De oorzaken van aandoeningen in het (onder) kaakgebied zijn legio. Ze kunnen liggen in bacteriële en virale ontstekingen van de kaak botten en kaakgewrichten. Een andere veel voorkomende oorzaak is nachtelijk tandenknarsen (bruxisme) als gevolg van psychologische spanning en / of slechte afsluiting van de tanden. Omdat het kaakgewricht het meest gebruikte gewricht in het lichaam is, kunnen er ook tekenen van slijtage optreden bij het ouder worden (kaakgewricht). artrose). Pijn en tekenen van slijtage kunnen ook het gevolg zijn van een verplaatsing van de kraakbeen schijf van het kaakgewricht. De tandarts is het eerste aanspreekpunt voor alle aandoeningen die in CMD opgesomd zijn. Deze persoon vraagt ​​dan om aanvullende zorg, bijvoorbeeld (maxillofaciale) orthopedische zorg, indien nodig.