Narratieve belichtingstherapie: behandeling, effecten en risico's

Narratieve belichting Therapie (NET) is een psychotherapeutische behandelmethode voor overlevenden van levensbedreigende, complexe traumatische gebeurtenissen. NET is gebaseerd op de erkenning dat traumatiserende ervaringen zijn opgeslagen in twee verschillende geheugen systemen, associatief geheugen, waarin alle zintuiglijke waarnemingen en gevoelens die verband houden met de gebeurtenis worden geregistreerd, en autobiografisch geheugen, waarin de temporele volgorde wordt vastgelegd. Het doel van NET is om de link tussen de twee te herstellen geheugen systemen, die niet meer functioneren tijdens traumatiserende gebeurtenissen.

Wat is narratieve belichtingstherapie?

Verhalende belichting therapie betreft een psychotherapeutische behandelmethode die twee verschillende therapeutische technieken combineert. Het is een verband tussen 'Getuigenis Therapie”(TT) en belichting. Getuigenis therapie is gebaseerd op het in context plaatsen van traumatiserende ervaringen, die alleen in fragmenten worden herinnerd, en deze in verschillende sessies tot samenhangende gebeurtenissen te completeren. De patiënt wordt herhaaldelijk geconfronteerd met de pijnlijke en stressvolle gebeurtenissen door blootstelling binnen Narrative Exposure Therapy. Het doel hiervan is om de verbinding en associatie tussen het associatieve en autobiografische te herstellen geheugen​ In het associatieve geheugen worden multisensorische percepties zoals geuren, geluiden, visuele indrukken, smaken en de emoties die bij de indrukken horen opgeslagen, die verband houden met de traumatiserende gebeurtenissen. Autobiografisch geheugen dient om chronologische reeksen en geografische locatie van individuele gebeurtenissen te 'registreren' en toe te wijzen. Wegens overstroming met spanning hormonenvindt een desintegratie van de twee geheugensystemen plaats tijdens traumatiserende gebeurtenissen, zodat de gebeurtenissen vaak chronologisch en zelfs ruimtelijk incorrect worden onthouden. De spanning hormonen zorgen voor een eenzijdige oriëntatie van het lichaam naar de vlucht of aanval en naar kortstondige spierpiekprestaties en naar het minimaliseren van het risico op bloeding in geval van letsel. Tegelijkertijd is het spanning hormonen activeer de amygdala, die het associatieve geheugen versterkt, en blokkeer de hippocampus, waar de bijbehorende biografische gegevens worden opgeslagen. Tijdens individuele therapeutische behandelingen moet de koppeling tussen de twee geheugensystemen voor specifieke gebeurtenissen worden hersteld.

Functie, effect en doelen

Narrative Exposure Therapy werd oorspronkelijk ontwikkeld aan de Universiteit van Konstanz, Duitsland, als een gerichte en tijdbesparende psychotherapeutische behandelmethode voor getraumatiseerde volwassenen om mensen in crisis- en oorlogsgebieden te helpen hun traumatiserende ervaringen te verwerken en in een context te plaatsen die hen in staat zou stellen om hervatten hun normale sociale leven. De therapie is bedoeld om individuele patiënten in staat te stellen zich de meervoudige traumatiserende gebeurtenissen te herinneren op een manier waarbij de emoties die in het associatieve geheugen zijn opgeslagen niet steeds opnieuw moeten worden beleefd. NET is ontwikkeld voor acute situaties waarin er geen tijd was voor lange, uitgebreide psychotherapeutische behandelingen. Dat wil zeggen, het was oorspronkelijk een typische crisis- en rampeninterventietherapie. Een essentieel punt waarop NET is gebaseerd, is de ervaring dat de "hete" ervaringsinhoud, die met de hoogste emoties wordt gevoeld, de link met het rationele verliest "koud”Inhoud ervaren tijdens traumatiserende, zeer indrukwekkende gebeurtenissen (hotspots). Het belangrijkste tussendoel van NET is om de patiënt in staat te stellen de traumatiserende gebeurtenissen in een samenhangende context te plaatsen en de oorspronkelijk bestaande logische link tussen het associatieve en het autobiografische geheugen, dat de gebeurtenissen in tijd en ruimte lokaliseert, te herstellen. Om dit doel te bereiken, wordt het hele levensverhaal van de patiënt keer op keer teruggespoeld vanaf een afstand, dwz vanaf de 'ex-positie', inclusief positieve ervaringen en inclusief emotionele gevoelens, totdat wat is ervaren, zonder tegenspraak in verband wordt gebracht. zowel associatief als biografisch geheugen. De patiënt is nu in staat om de traumatiserende gebeurtenissen op afstand in tijd en ruimte te adresseren. Tijdens de therapie is er dus een totaalbeeld van het eigen leven van de patiënt. De getroffen persoon is in staat zijn eigen levenspatroon en zijn verbindingen te herkennen en te accepteren. Inmiddels zijn er positieve empirische gegevens over de effectiviteit van Narrative Exposure Therapy beschikbaar, die de aanpassing van de therapie hebben aangemoedigd zodat deze ook bij getraumatiseerde kinderen kan worden toegepast. Zo is KIDNET, de kindvriendelijke vorm van NET, ontwikkeld vanuit NET. Kinderen kunnen zich niet alleen verbaal uiten, maar ook door scènes te tekenen en na te spelen, dwz non-verbaal.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Narrative Exposure-therapie wordt meestal gedaan zonder de administratie van om het even welke medicatie. De therapie is uitsluitend gebaseerd op het gesprek tussen therapeut en patiënt en op de empathische verbinding en het vertrouwen dat ontstaat tussen therapeut en patiënt tijdens de behandeling. NET is in dit opzicht vrij van bijwerkingen. De therapie beweert echter niet een volledige genezing te zijn. In de regel kan volledige genezing van ernstige traumatisering alleen plaatsvinden in een levenslang proces dat altijd gepaard gaat met tegenslagen. Dit betekent dat het risico bestaat dat de therapiedoelen niet volledig worden bereikt. Zelfs als de therapie de gestelde doelen niet volledig bereikt, omdat de traumatisering ernstiger en complexer blijkt te zijn dan aanvankelijk werd gedacht, kan het de patiënt helpen de ergste gevolgen van de meest schrijnende trauma's te overwinnen. In deze gevallen kan NET worden gezien als een startpunt voor een individueel genezingsproces. Een probleem kan ook zijn dat de patiënt de therapie niet optimaal kan of wil ondersteunen voor zijn of haar eigen voordeel.